CD-recensie
© Siebe Riedstra, juni 2021 |
‘We hebben geprobeerd om zo veel mogelijk afwisseling te brengen in dit album. Hongaarse dansen wisselen we af met walsen en middenin al die lichtvoetigheid introduceren we de diepzinnige Variationen über ein Thema von Robert Schumann.' Het spel van Jan Vermeulen en Veerle Peeters, zoals we dat al leerden kennen uit de opname van de complete werken voor piano vierhandig van Franz Schubert, wordt gekenmerkt door uitgelezen vakmanschap, gepaard aan een weldadige eenvoud. Die eenvoud wordt wellicht mede ingegeven door de plek waar ze musiceren: op de zolder van een grote boerenschuur in het Belgische dorpje Willebringen. De plek waar Vermeulen (1954) woont en werkt. Met zijn planken vloer en dakbetimmering een bijna spartaanse ruimte, bevolkt door een aantal piano's van verschillende makelij. Een ideale plek voor de Hausmusik die Schubert en Brahms componeerden voor de gegoede burgerij van hun tijd. Bij iedere cd die het duo uitbrengt kijk ik verlekkerd uit naar de toelichting van Vermeulen, die eveneens gekenmerkt worden door die weldadige eenvoud, met als niet te onderschatten extra dat de oorspronkelijke tekst in het Vlaams werd geschreven en afgedrukt. Het leest niet alleen heerlijk weg, we komen zo op een prettige manier veel leerzaams aan de weet. Wat te denken van dit stukje informatie over de Schumann-Variaties: ‘Schumanns thema van zijn Geistervariationen is van een danige ontroering dat we zijn uitlating aan het adres van Clara “de engelen hebben het me voorgezongen” bijna voor waar zouden aannemen. In zijn geestelijke verwarring echter, was hij blijkbaar vergeten dat hij hetzelfde thema het jaar daarvoor al gebruikt had voor het tweede deel van zijn vioolconcerto.' De afwisseling waarnaar Vermeulen verwijst werkt als een tierelier. Wat op het eerste gezicht misschien wat verbrokkeld overkomt blijkt in de luisterpraktijk prima te werken. Niemand zit te wachten op 21 Hongaarse dansen achter elkaar, maar beluistering aan een stuk van de 16 Walsen en de 18 Liebeslieder-Walzer met een totale lengte van ieder twintig minuten is een genoegen. De introspectieve Variaties halverwege genereren volgens Vermeulen een soort van Requiem voor zijn idool Schumann. Fijntjes licht Vermeulen toe dat Clara deze variaties, die nota bene werden opgedragen aan haar dochter Julie, nooit heeft willen uitvoeren…. Ook aardig om vervolgens in The New Grove te lezen dat Brahms na de publicatie van de Liebeslieder-Walzer een wealthy man was. Dezelfde Brahms die er naar eigen zeggen een hekel aan had om concerten te geven, maar wel elk jaar uitgebreid op tournee ging. Het duo Vermeulen/Peeters heeft met zijn inspeling van Schubert al bewezen tot de topklasse te behoren. In Schubert kozen ze voor een historisch instrument, bij Brahms werd het een Steinway uit 1975. Zoals altijd is Veerle Peeters verantwoordelijk voor de editing. Een heerlijke cd. index |
|