CD-recensie
© Siebe Riedstra, januari 2018
|
Joseph Moog (1987, Ludwigshafen ) maakte in 2007 zijn eerste cd. Zijn laatste ontstond in 2016, dat brengt het totaal van zijn registraties op elf in nog geen tien jaar. Een opvallende prestatie voor een pianist van net dertig. Zijn repertoire is breed, het bestrijkt het gamma van Scarlatti tot Rachmaninoff. Op modernistische uitingen heb ik hem nog niet kunnen betrappen. Mijn eerste kennismaking (hier besproken) was de combinatie Rachmaninov 3 en Rubinstein 4, twee concerten in d-mineur die prachtig bij elkaar kleuren en door de toen vierentwintigjarig jaar jonge virtuoos met overtuiging werden gebracht - met evenals nu dirigent Nicholas Milton. Toen ik Moog enige tijd later in een live situatie hoorde was ik nogal teleurgesteld over het resultaat. Op zijn technische vermogens viel niets aan te merken, maar de communicatie met dirigent en orkest verliep moeizaam, en dat lag niet aan de instelling van zijn partners. Op zich niets bijzonders, iedereen heeft wel eens een dipje. Bijzonder nieuwsgierig was ik dus naar deze laatste aflevering in de zich snel ontvouwende discografie van dit Duitse pianowonder. Ook hier springt de originele repertoirekeuze direct in het oog. Nog niemand kwam op het idee om de Burleske van Strauss en het Tweede Concert van Brahms te combineren. Eerlijk gezegd lijkt het in deze tijd van streaming en youtube ook tamelijk irrelevant, maar voor muziekliefhebbers met een traditionele instelling intrigeert het nog steeds. Nu kunt u tegenwerpen dat Rudolf Serkin deze combinatie ook al eens neerzette, maar dat was een compilatie van het label. Hoe dan ook, zo'n keuze moet natuurlijk nog wel worden waargespeeld, en dat is in beide gevallen niet eenvoudig. Strauss heeft niet de naam, maar concerten gingen hem buitengewoon goed af. Niet alleen de Burleske, maar ook zijn concerten voor piano linkerhand zijn briljante uitingen van een natuurlijke virtuoos. Brahms begon als pianowonder en eindigde als muziekgeleerde, en misschien zijn we dat virtuoze vreugdegevoel in zijn concerten wel een beetje kwijtgeraakt in onze zucht naar de herfstklanken waarin hij zijn grootste meesterschap demonstreerde. Joseph Moog en Nicholas Milton presenteren Brahms als een jonge vent die plezier beleeft aan zijn eigen virtuositeit. Het zal voor menigeen die gewend is aan de donkerbruine kleuren van de vele legendarische interpretaties even wennen zijn, maar hun enthousiasme werkt aanstekelijk. Wat betreft Strauss krijg ik sterk de indruk dat Moog goed geluisterd heeft naar Serkins opname van de Burleske - het kon minder. Het resultaat dat hij samen met dirigent Milton aandraagt is in alle opzichten verfrissend en het beluisteren meer dan waard. Ik ben erg nieuwsgierig naar het eerstvolgende live-optreden van Joseph Moog. index |
|