CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, december 2015

 

Brahms: Symfonie nr. 4 in e, op. 98 - Hongaarse dansen nr. 3, 7 & 11

Budapest Festival Orchestra o.l.v. Iván Fischer

Channel Classics CCS SA 35315 51' (sacd)

Opname: april 2013, Palace of Arts, Boedapest

 

Het zijn gouden tijden voor de combinatie Channel Classics en Ivan Fischer en zijn Budapest Festival Orchestra. Channel werd onlangs door de Grammophone uitgeroepen tot label van het jaar en iedere cd die het uitbrengt van een van zijn belangrijkste aces wordt met hosanna's ontvangen. Dat heeft geresulteerd in veel ijzeren repertoire van Beethoven tot Stravinsky, via Mahler en Bartók. Hier verschijnt de derde aflevering in wat ongetwijfeld ooit een integrale uitvoering van de symfonieën van Johannes Brahms zal worden. De Eerste symfonie werd in oktober 2009 besproken door collega Aernout Coster, de Tweede verscheen in 2014 en heb ik hier eveneens besproken.

Iván Fischer is dit seizoen (15/16) bij het Koninklijk Concertgebouworkest voor een deel verantwoordelijk voor de serie Bach meets Brahms. Zijn inspelingen voor Channel laten het bij Brahms meets Brahms met in dit geval een enigszins karig resultaat. Naast de Vierde symfonie is er slechts plaats ingeruimd voor drie Hongaarse Dansen en een stukje volksmuziek, gespeeld door een hanjevolmusici uit het orkest. Vooral dat laatste was een trefzekere kans voor open doel: de volksmuziek waarop Brahms zich in zijn kunstige bewerkingen baseerde geeft fascinerende inzichten. Maar slechts één nummertje terwijl in het Brahms archief nog veel meer sluimert is wel erg mager, en komt in het kader van een cd-opname wat sullig over. Wat ook stoort is dat bij de voortreffelijk gespeelde dansen geen informatie wordt verstrekt over de gebruikte orkestraties. In de complete inspeling die Fischer en de Boedapesters ooit voor Hungaroton opnam maakte hij smaakvol gebruik van de cimbalom, maar die is hier niet te horen. Die cd is nog maar moeilijk te vinden maar staat in zijn geheel op youtube.

Met de Vierde symfonie kun je vele kanten op, van een Furtwängleriaanse door emoties gedreven vulkanische uitbarsting tot de ingehouden noblesse van Giulini. Daartussen is alles mogelijk, en de aantallen opnamen - recent zowel als historisch - zijn inmiddels zo gigantisch uitgegroeid dat daar met de beste wil van de wereld niets meer aan toe te voegen is. Bij het beluisteren van deze nieuwkomer kan ik u dan ook echt niet wijsmaken dat 'alles anders dan anders is aan deze Vierde', zoals ik ergens las. Wat 'hetzelfde' is aan deze interpretatie liegt er evenwel niet om, te beginnen met schitterend orkestspel, een uiterst doorzichtig klankbeeld en een interpretatie die zich houdt aan de gedachte dat Brahms hier zijn meest klassieke, door Bach geïnspireerde partituur schiep. Je moet er maar opkomen om een heel eerste deel vrijwel geheel te bouwen op dat ene legosteentje: de terts (in al zijn verschijningen). Slechts één keer laat Fischer zich verleiden tot een spontane uitspatting, wanneer hij in het coda van het eerste deel even alle remmen los gooit en wat extra gas geeft. Maar waarom een pauze van tien seconden tussen het derde en het vierde deel, waar Brahms juist zo prachtig eind en begin met elkaar heeft vervlochten? Was dat een bewuste keuze van de dirigent of een beslissing van de einredactie?

Wanneer de cyclus eenmaal voltooid is zal hij beslist hoge ogen scoren, maar met een speelduur van net 50 minuten steekt deze aflevering magertjes af tegen de nummers 1 en 2 met respectievelijk 67 en 68 minuten.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links