CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, april 2012

 

 

Brahms: Pianoconcert nr. 1 in d, op. 15

Maurizio Pollini (piano), Staatskapelle Dresden o.l.v. Christian Thielemann

DG 477 9882 • 64' •

 

 

 

 


De Italiaanse meesterpianist Maurizio Pollini vierde op 5 januari 2012 zijn zeventigste verjaardag. Hij mag dus met recht een levende legende heten. Het label Deutsche Grammophon draagt aan de luister bij met een nieuwe opname van het Eerste pianoconcert van Johannes Brahms. Onvoorstelbaar maar waar: voor de derde keer en alweer voor het ‘gele label’. De eerste keer (1979) met dirigent Karl Böhm aan het roer van de Wiener Philharmoniker. Voor de tweede reisde hij in 1997 met de Berliner Philharmoniker naar de Musikvereinssaal in Wenen, waar Abbado hem secondeerde. Behalve in de voortschrijdende opnametechniek verschillen ze weinig. Pollini speelt als een duivel, maakt van dit concert het ultieme virtuoze vehikel en breekt alle snelheidsrecords. Je bek hangt open, maar of je ziel ook wordt geraakt?

De beide eerdere opnamen bevolken nog steeds DG’s catalogus, in diverse incarnaties. Daar krijgen ze gezelschap van een nieuwe herneming met de Staatskapelle Dresden onder zijn nieuwe chef Christian Thielemann – een live-opname, gemaakt in juni 2011. Uiteraard een belevenis voor wie erbij was, maar wij moeten het hebben van de registratie zonder die extra’s. De kritiek was over de eerste beide opnamen niet erg enthousiast, deze keer las ik een aantal lyrische reacties. Toch krijgen we hier meer van hetzelfde voorgeschoteld. Pollini herhaalt zijn buitengewoon indrukwekkende kunsten, en Thielemann volgt hem op de voet. Maar er zijn ook verschillen. De opnamekwaliterit is behoorlijk eendimensionaal en haalt het bij lange niet bij zijn beide scherpgesneden voorgangers. Bovendien wordt de Staatskapelle door Thielemann niet tot dezelfde prestaties gedwongen als wat Böhm en Abbado aan de Wiener wisten te ontlokken. Pollini zelf dwingt grote bewondering af door het feit dat hij deze drie grote maestri, die in niets op elkaar lijken, dwingt tot vrijwel identieke benaderingen. Drie benaderingen die zich toch laten onderscheiden door hun respectievelijke kwaliteiten. Met Böhm in 1979 was dat overrompelende virtuositeit. Met Abbado in 1997 soevereine technische beheersing. In Dresden tenslotte sluipt er een stukje routine naar binnen – volkomen voorstelbaar gezien de voorgeschiedenis. Er zijn echter opnamen van dit concert die niet alleen epateren, maar ook ontroeren, zoals die van Krystian Zimerman met Simon Rattle in Berlijn, ook al weer voor DG. Beide heren begrijpen elkaar, en beter nog, ze begrijpen Brahms.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links