CD-recensie
© Siebe Riedstra, januari 2025 |
De titel van deze uitgave maakt nieuwsgierig: wat is een Clavecin Roïal en wie was Binder? Om met het eerste te beginnen: in 1775 adverteerde de instrumentbouwer J.G. Wagner met een nieuw instrument, het Clavecin Roïal. Een rechthoekig klavierinstrument dat de eigenschappen van klavecimbel en clavichord combineert met een aantal toegevoegde mechanieken die op het instrument een handvol klankeffecten mogelijke maken: daaronder harp, luit en pantaleon. Dat laatste verdient in dit verband enige nadere toelichting. Het Pantaleon (ook gespeld als Pantalon) was een hakkebord of cimbalom dat we nu nog kennen uit de zigeunerorkestjes, dat door Pantaleon Hebenstreit werd gebouwd in een vergrote versie (zo'n drie meter) met als klinkend resultaat een veel grotere omvang. Aan het hof van Dresden was het een geliefd instrument, en de enige speler was de uitvinder. Toen hij op leeftijd kwam werd hij opgevolgd door zijn leerling Christlieb Binder. Christlieb Siegmund Binder werd geboren in 1723 te Dresden als zoon van een hoboïst. Hij ontving zijn opleiding van bovengenoemde Pantaleon Hebenstreit, die hij in 1742 opvolgde als lid van de Dresdense hofmuziek, met de specifieke verplichting van vaste bespeler van de pantaleon. In 1751 kreeg hij een vaste aanstelling als hofmusicus in Dresden voor klavecimbel en orgel. Binder overleed in 1789 in Dresden en heeft een bescheiden oeuvre nagalaten. Zijn muzikale vocabulaire houdt het midden tussen die van zijn tijdgenoot Emanuel Bach, en diens vader Sebastian. Van de sturm und drang van de volwassen Emanuel is nog geen spoor te bekennen, van de doorwrochte polyfonie van Sebastian des te meer. De titels die op deze cd figureren in combinatie met het toegepaste instrumentarium kunnen enige verwarring veroorzaken. De bas op de beide Quatro's voor twee violen en bas wordt hier uitgevoerd door cello en contrabas. Bij de twee trio's zou je verwachten dat er een cello aan de klavierpartij wordt toegevoegd, maar men koos er voor om die weg te laten. We horen dus alleen het clavecin roïal als partner van respectievelijk de altviool en de fluit. Tot slot is een waarschuwing op zijn plaats: door het ontbreken van een dempend mechanisme klinken de snaren door tot ze uitgetrild zijn, wat een soort muzikale klankwolk genereert die niet bepaald bevorderlijk is voor de doorzichtigheid. Niet iedere liefhebber van barokke helderheid zal daarvan gecharmeerd zijn, maar het is een bewuste keuze van klavecinist Ricardo Magnus. De toenemende vervanging van de fysieke cd door streaming pakt niet altijd voordelig uit in het voordeel van het laatste. Dat wordt met deze uitgave weer eens onomwonden aangetoond. Hier worden muziek en geschreven woord op ideale wijze gecombineerd in een prachtuitgave, een boekje in hardkartonnen band met drie uitgebreide essays. Een toelichting op het instrument (uiteraard een kopie) door bouwer Kerstin Schwarz, een essay over de positie van Binder in de werkomgeving van het hof van Dresden door Gerhard Poppe en een verslag van het ontstaan van deze cd door klavecinist Ricardo Magnus. Zestig bladzijden tekst in Engels, Duits en Frans, met fraaie foto's in kleur. Samengevat: intrigerend repertoire (behalve het altviooltrio nieuw in de catalogus), overtuigend gebracht in een fraaie vormgeving, met dank aan de Duitse publieke omroep SWR. index |
|