![]() CD-recensie
© Siebe Riedstra, januari 2016
|
De fluit is wellicht het oudste muziekinstrument, dus kunnen fluitisten putten uit een repertoire dat vele eeuwen bestrijkt. Althans, zo lijkt het. De werkelijkheid is iets genuanceerder, want na de barok is er lang maar weing gecomponeerd dat de moeite waard is en repertoire gehouden heeft. In de loop van de twintigste eeuw kwam daar verandering in, maar toch zijn er ook in die periode maar een paar stukken die het topje van de ijsberg mogen vormen. Syrinx van Debussy, het Fluitconcert van Nielsen, en de sonates van Prokofjev, Poulenc, Hindemith en Martinu. Een nieuwe cd met fluitmuziek bevat onvermijdelijk een van voornoemde titels. Edith van Dyck (1980) is solofluitiste van de deFilharmonie in Antwerpen, en de dochter van een pianospelende moeder, Helene Luyten, die onder andere studeerde aan de Juiliard School of Music in New York. Het ligt dus voor de hand dat ze al ruim een kwart eeuw samenspelen. Voor hun recital, met de titel Fluitsonates, is er geen ontkomen aan de Fluitsonate van Prokofjev, maar gelukkig gaat de rest van het programma minder vlak gebaande paden. De sonate van Martinu uit 1945 is een van de beste stukken uit zijn omvangrijke kamermuziekproductie. Ze vormt de logische schakel naar zijn leraar Albert Roussel; diens Joueurs de Flute uit 1924 is het oudste werk op deze cd en niets anders dan een verkapte vierdelige sonate (moderato, scherzo, andante en allegro). De grote verrassing zit in de staart, met de driedelige Summer Music van Richard Rodney Bennett, alweer een sonate in vermomming. Bennett is de componist van de onsterfelijke muziek voor de film Murder on the Nile. In zijn werken weet hij bij vlagen de perfecte symbiose te bereiken tussen jazz en klassieke music, door wijlen Gunther Schuller 'third stream' gedoopt. Zijn Summer Music verdient de aandacht van veel meer fluitisten, een heerlijk stuk speelmuziek en een plezier om naar te luisteren. Dat geldt al evenzeer voor de Canzone van Samuel Barber, die naderhand door de componist werd hergebruikt als het tweede deel van zijn pianoconcert. Edith van Dyck weet zich te onderscheiden door een warme toon, die ze door haar orkestrale achtergrond waar nodig hier slank en daar weer heerlijk breed en warm weet te laten opklinken. Het samenspel met haar moeder verloopt uiteraard onberispelijk en de opname in het Antwerpse AMUZ heeft precies de goede ambiance. De combinatie van boeiend musiceren en intelligente repertoirekeuze staat garant voor een prachtig visitekaartje. index |
|