CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, april 2019

 

Beach: Vioolsonate in a, op. 34 - Romance in A, op. 23 - Invocation op. 55

Schumann-Wieck: Drei Romanzen op. 22

Smyth: Vioolsonate in a, op. 7

Tasmin Little (viool), John Lenahan (piano)
Chandos CHAN 20030 • 71' •
Opname: juni 2018, Potton Hall, Dunwich, Suffolk (VK)

 

Zou dit de discografische zwanenzang van Tasmin Little (1965) zijn? Onlangs heeft de violiste aangekondigd dat ze na een carrière van dertig jaar, 2000 concerten en bijna vijftig cd's besloten heeft om in 2020 het concertpodium vaarwel te zeggen. Ze wil zich toeleggen op masterclasses en jureren. Een beslissing die we alleen maar kunnen respecteren, maar die ook verbazing wekt. Zo vaak komt het tenslotte niet voor dat iemand een bloeiende carrière op eigen initiatief beëindigt. In 2020 viert Little haar vijfenvijftigste verjaardag, dus wat dat betreft heeft ze nog een heel leven voor zich. Gezien haar tomeloze inzet voor onbekend repertoire (ze speelde in de ZaterdagMatinee het Vioolconcert van Robin de Raaff) zullen we haar missen. Met deze cd levert ze het overtuigende bewijs van haar bijzondere status als ambassadeur voor componisten die beter verdienen.

Er is heel veel schitterende muziek geschreven door vrouwelijke componisten. In de popmuziek vinden we dat doodgewoon en verdienen sommige dames goed geld aan hun talent. In de klassieke muziek gelden andere regels, en zelfs wanneer een componerende dame gehuwd was met een componerende heer, moest ze een stapje terug doen - denk aan Clara Schumann en Alma Mahler. Amy Marcy Cheney Beach (1867-1944) was gehuwd met een Amerikaanse hoogleraar, en in dergelijke kringen was publiekelijk pianistisch optreden not done, maar componeren werd toegestaan. Toen de hoogleraar overleed, sloeg Amy haar vleugels uit en kwam op voor zichzelf. Ze richtte de American Association for Women Composers op en schreef een dijk van een symfonie, een uitstekend pianoconcert en nog veel meer, getuige deze cd.

Clara Wieck (1819-1896) was als tiener al een gevierde pianiste, en componeerde op haar vijftiende een pianoconcert voor zichzelf dat ze uitvoerde in Leipzig met Mendelssohn als dirigent. Toen ze zes jaar later trouwde met Robert Schumann bleef ze optreden gedurende een huwelijk waarin zwangerschappen het wonnen van concertreizen. Haar virtuoze capaciteiten overschaduwden dikwijls de talenten van haar echtgenoot. 'Doet u ook aan muziek' vroeg men in Den Haag en Sint Petersburg aan Robert, na succesvolle optredens van Clara. Clara maakte zich in haar optredens sterk voor de composities van Robert, maar thuis haalde haar pianospel hem uit zijn concentratie en moest het beperkt blijven. Toen het water hen beiden over de schoenen liep greep Clara in: Robert werd opgenomen in een psychiatrische inrichting, de kinderen werden uitbesteed en zij hervatte haar carrière als pianovirtuoos met concertreizen over heel Europa en een naar de Verenigde Staten (in 1874). Componeren deed ze niet meer. De Drei Romanzen schreef ze voor Joseph Joachim in 1853, hetzelfde jaar waarin zij en Joachim beslisten dat het Vioolconcert van Robert niet voor publicatie vatbaar was.

Dame Ethel Smyth (1858-1944) is de geschiedenis niet direct ingegaan al componist (laat de toegevoegde e in haar geval maar weg). Dame Ethel ijverde voor gelijke rechten voor man en vrouw, met als prioriteit het recht om te stemmen. Daarvoor belandde ze in de gevangenis en in de geschiedenisboekjes. Het lawaai rond haar kolossale persoonlijkheid werd destijds versterkt door de successen van haar opera's. Dat ze haar mannetje stond in het klassieke handwerk bewijst ze met haar Vioolsonate.

Tasmin Little laat op deze cd horen waartoe deze drie dames vanuit hun maatschappelijke positie veroordeeld waren: de salon. Op zich geen slechte positie, want in die salons werden ze serieus genomen, en deelden ze het toneel met componerende mannen. Hoe die mannen hun invloed uitoefenden ligt voor de hand: Amy Beach luisterde net als Clara heel goed naar Robert Schumann. Ethel Smyth was zeer onder de indruk van Johannes Brahms. Het resultaat is uiteraard variabel, maar vestigt ook de aandacht op iets merkwaardigs. Hoe kan het zijn dat de prachtige vioolsonate van Amy Beach niet al lang een repertoirestuk is? Een vraag die overigens ook van toepassing is op haar Gaelic Symphony.

Kortom, een treffend tijdsbeeld, dat voetje voor voetje lijkt te veranderen. Daarbij wekt het toch enige verbazing dat recentelijk veel publieke aandacht uitgaat naar dirigerende ten koste van componerende dames. Laten we het er maar op houden dat dirigeren een 'sexy' beroep is. Componeren konden de dames al eeuwen. Tasmin Little is daarvan volkomen overtuigd en levert het bewijs met een prachtige cd waarover zorgvuldig is nagedacht. Doodzonde dat ze ermee stopt.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links