![]() CD-recensie
© Siebe Riedstra, oktober 2011
|
Griffes: Three Tone Pictures op. 5 – Barber: Nocturne op. 33 – Ballade op. 46 – Sonata for Piano op. 26 Lodewijk Crommelin (piano) FutureClassics 112 • 73' • Het kleine maar dappere Nederlandse label FutureClassics opereert vanuit de bijkeuken van fluitiste Eleonore Pameijer. Dat bepaalt de kleur van het label, dat zijn repertoire in de eerste plaats put uit haar activiteiten als artistiek leider van de Leo Smit Stichting. Dat genereert veel muziek van vervolgde Joodse componisten, maar er is ruimte voor andere muziek. Deze cd levert het klinkende bewijs. Dit is het cd-debuut van de Nederlandse pianist Lodewijk Crommelin (1974), leerling van Naum Grubert aan het Koninklijk Conservatorium. Door een beurs kon hij zijn studie voortzetten bij Abbey Simon aan de Universiteit van Houston. Hij was op FutureClassics eerder te horen in werken voor piano vierhandig van Dick Kattenburg, samen met Marcel Worms. Hier waagt hij zich aan twee belangrijke Amerikaanse pianosonates uit de twintigste eeuw: die van Charles Thomlinson Griffes en Samuel Barber. Charles Thomlinson Griffes (1884-1920) is veruit de minst bekende van de twee. Door zijn voortijdig overlijden op vijfendertigjarige leeftijd heeft hij nauwelijks de kans gekregen om zijn werken zelf onder de aandacht te brengen. Hij stierf op het moment dat grote dirigenten en hun orkesten zijn werken met succes uitvoerden: Walter Damrosch in New York, Pierre Monteux in Boston en Leopold Stokowski in Philadelphia. Zelf had de componist in 1918 de première van zijn Pianosonate verzorgd, een werk waarmee hij hoorbaar nieuwe paden insloeg. Zijn Three Tone Pictures openen de cd; het zijn volbloed romantische vignetten die tot zijn beste stukken behoren, en die hij niet voor niets orkestreerde: ze werden zijn meestgespeelde werk. De Piano Sonata is in zijn eendeligheid en gestiek onmiskenbaar geïnspireerd door de Sonate van Franz Liszt, maar de taal is die van de Twintigste Eeuw. De tonaliteit van d-mineur is versluierd en dissonanten spelen een belangrijke rol, maar tegelijkertijd horen we echo’s uit de Amerikaanse opkomende jazz – bluenote en stride piano. Samuel Barber (1910-1981) had heel wat meer tijd van leven, zijn productie nam echter in de herfst van zijn bestaan sterk af. Barber boekte aan de start van zijn carrière enorme successen, maar zijn opera Anthony and Cleopatra legde het in 1966 af tegen de tijdgeest. Het gevolg was een monsterlijke depressie die zich weerspiegelt in de betrokken opusnummers: de opera droeg nummer 40, het volgende nummer, de liederencyclus Despite and Still op. 41, moest drie jaar wachten. Zijn Sonata for Piano op. 26 dateert uit gelukkiger tijden, de na-oorlogse optimistische jaren, waarin het 25-jarige bestaan van de American League of Composers werd gevierd. De illustere opdrachtgevers waren Irving Berlin en Richard Rodgers. De man die het stuk direct onder zijn vleugels nam was niemand minder dan Vladimir Horowitz. De technische eisen van dit werk zijn kolossaal, de sonate kan zich meten met de grote sonates van Sergej Prokofjev. Horowitz was de eerste die het werk opnam, voor RCA – uiteraard niet vlekkeloos maar wel onnavolgbaar. Van recentere datum is een opname (de complete pianomuziek) door Leon McCawley voor het label Virgin Classics, een opname die in veel besprekingen als de beste komt bovendrijven. Lodewijk Crommelin kan de vergelijking met McCawley met gemak doorstaan. McCawley is hier en daar wat speelser, Crommelin wat strakker, allebei hebben ze hun kwaliteiten. Maar Crommelin heeft de beschikking over een Fazioli vleugel van bijna drie meter lengte, een machtig apparaat – er is geen beter woord voor. De overweldigende slotmaten van de afsluitende Fuga van Barbers Sonate komen als mokerslagen uit de luidsprekers. De zeer uitgebreide – English only – toelichting werd verzorgd door Lodewijk Crommelin zelf. Bijzondere muziek, schitterend gespeeld, prachtig opgenomen. A Future Classic. index |