Carl Philipp Emanuel Bach Edition
Op deze link vindt u de complete informatie
|
|
 |
In 2014 viert Carl Philipp Emanuel Bach zijn driehonderdste verjaardag, en het label Brilliant geeft hem een box met 30 cd's cadeau onder de noemer Carl Philipp Emanuel Bach Edition. De ervaring leert dat Briliant bij dit soort uitgaven niet naar volledigheid streeft, maar simpelweg eerder verschenen opnamen samenbrengt. In dit geval is het wel zo dat 'eerder verschenen' erop neer komt dat een belangrijk deel van deze uitgave vers van de pers is en dus extra aandacht verdient. Dat geldt in de eerste plaats over de werken voor klavier die Pieter-Jan Belder op acht cd's inspeelde en de Triosonates voor fluit met Jed Wentz. Daar komen dan nog cd's met Vioolsonates, Liederen en bewerkingen voor klavecimbel van enkele symfonieën bij. Oude bekenden van het label Capriccio werden al eerder door Brilliant in licentie genomen, en zij vormen de basis van het overige repertoire. Eén categorie blijft onderbelicht: die van de klavecimbelconcerten. Gezien de enorme hoeveelheid hoeft dat niemand te verbazen, in de catalogus die Alfred Wotquenne (hiernaWq) aanlegde staat de teller op 47. Het label BIS is voortvarend in de weer om ze allemaal vast te leggen, en is een aardig eind op weg. De bespreking van deel 18 kunt u desgewenst hier lezen. In het verlengde daarvan is het goed om te vermelden dat veel van de concerten voor fluit, hobo en cello bewerkingen zijn van klavecimbelconcerten. Emanuel Bach was net als zijn vader zuinig op zijn noten.
De enige echte Bach heet vandaag Johann Sebastian, maar in de tweede helft van de achttiende eeuw (J.S. stierf in 1750) was dat anders. Toen kende men maar één Bach, en die heette [Carl Philipp] Emanuel. Hij was het vijfde kind van Johann Sebastian en diens eerste echtgenote Maria Barbara, en na Wilhelm Friedemann het tweede dat overleefde. Vader Bach had hoge verwachtingen van zijn zoons, en dus zorgde hij ervoor dat ze een rechtenstudie aan de universiteit van Leipzig volgden. In beide gevallen kroop het bloed waar het niet gaan kon: Wilhelm Friedemann werd een beroemd organist, Emanuel een groot componist. Dat ging niet vanzelf, Emanuel heeft lang op materiële welstand moeten wachten. Aan het Berlijnse hof van Frederik de Grote genoot hij weliswaar aanzien, maar moest hij van een karig honorarium rondkomen. Pas toen hij in 1768 zijn peetvader Telemann kon opvolgen als muziekdirecteur van de stad Hamburg braken er zonniger tijden aan. Het werk van Emanuel slaat de brug tussen Johann Sebastian en de Weense klassieken Mozart en Haydn. Zijn werk wordt gekenmerkt door grilligheden: in tempi, overgangen tussen onderdelen, tegenstellingen in toonsoort, onverwachte modulaties, plotselinge stiltes en wat dies meer zij. Onvoorspelbare muziek, sanguinisch en melancholisch tegelijk. Hij was de perfecte wegbereider voor de 'Sturm und Drang' waarin Joseph Haydn zich zou uitleven. Haydn erkende maar al te graag de grote invloed die CPE op zijn componeren heeft gehad - om van Beethoven maar te zwijgen
Bij een editie van 30 cd's die enerzijds is opgezet als grabbelton en anderzijds als compendium is het zinnig om de inhoud op de voet te volgen. Wat u niet interesseert kunt u dan gemakkelijk overslaan.
CD 1-3: Symfonieën
Emanuel schreef negentien symfonieën, negen in Berlijn en tien in Hamburg. Op de eerste cd staan de vier Hamburgse Wq 183. Het zijn Poolse opnamen, overgenomen van het label DUX. Originele instrumenten en de moderne hang naar snelle tempi zetten de toon. Veel Sturm en nog meer Drang. Het schijfje wordt aangevuld met een klavecimbelconcert.
Op de tweede en derde cd komen we oude bekenden tegen: Hartmut Haenchen en zijn Kammerorchester 'Carl Philipp Emanuel Bach'. Zij maakten in 1985 in de DDR degelijke opnamen van vijf Berlijnse symfonieën en de zes (Hamburgse) strijkerssymfonieën Wq 182 op moderne instrumenten, bij ons uitgebracht op het label Capriccio. Brilliant heeft deze opnamen talloze malen vermarkt.
CD 4: Hoboconcerten
De beide hoboconcerten Wq 164/5 zijn bewerkingen van klavecimbelconcerten. Ze worden aangevuld met de hobosonate Wq 135. De opnamen zijn in 2011 in Nederland gemaakt. Anna Starr is de soliste en Musica Poetica is enkelvoudige bezet, er wordt gespeeld op oude instrumenten.
CD 5: Fluitconcerten 1
Dit is alweer een oude bekende uit de stal van Brilliant, en ook hier hebben we te maken met bewerkingen. Sterker nog: Wq 164 en 165 waren ook op cd nr. 4 te horen als hoboconcerten.
Blijft over Wq 22, alweer een bewerkt klavecimebelconcert. MachikoTakahasi speelt en Roland Kieft dirigeert het Concertgebouw Kamerorkest.
CD 6: Fluitconcerten 2
Opnieuw Hartmut Haenchen met zijn Kammerorchester en fluitist Eckart Haupt. De drie concerten Wq 167/8/9 zijn bewerkingen van klavecimbelconcerten. In 1985 was dit wat men wilde horen.
CD 7: Orgelconcerten
Emanuel schreef twee orgelconcerten, Wq 34 en 35, en ze maken deel uit van de groep klavierconcerten. In de titel wordt vermeld: per l'organo overo il Cembalo concertato. Organist Roland Münch vult de concerten aan met twee solowerken, die hij speelt op het 'Orgel der Prinzessin Amalia von Preussen'. Emanuel was de orgelleraar van de prinses, en de lessen vonden plaats op dit instrument. Münch koos de twee meest volwassen werken: Preludium (eigenlijk een toccata) Wq 70 nr. 7 en Fantasie & Fuga Wq 119 nr. 7.
CD 8: Celloconcerten
De drie Celloconcerten Wq 170/1/2 zijn oude bekenden, klavierconcerten in een cellojas. Bovendien bestaan ze ook in bewerkingen voor fluit. In het geval van Wq 171 en 172 kunt u zelf vergelijken, want op cd 6 zijn ze te horen als Wq 167 en 168. Raphael Wallfisch nam ze in 2008 op voor het label Nimbus, met een klein strijkersensemble. Het instrumantarium is modern, maar de uitvoering weet zijn weg in de oude muziekpraktijk. Denk aan het Combattimento Consort.
CD 9: Klavecimbelconcerten
Zoals eerder opgemerkt is er voor alle 47 klavecimbelconcerten van Emanuel in deze editie niet genoeg ruimte, maar een proeve mag uiteraard niet ontbreken. Pieter-Jan Belder heeft voor Brilliant menige voortreffelijke opname verzorgd als klavecinist en aanvoerder van zijn ensemble Musica Amphion. Deze cd verschijnt hier kennelijk voor het eerst en is een aardige verrassing. Drie klavecimbelconcerten werden ingespeeld voor de WDR in Keulen in kwaliteitsuitvoeringen, uiteraard op oude instrumenten (Wq 3, 6 & 14).
CD 10: Concerten - Kamermuziek
Dit schijfje is typerend voor de werkwijze van Brilliant: een grabbelton in een grabbelton. Maar er is samenhang in de vorm van de blokfluit. Eerst een blokfluitconcert (Wq 22), alweer een bewerking van een klavierconcert. Dan een fenomeen dat door Emanuel is uitgevonden: de Sonatine voor klavecimbel en ensemble. Vijftien van zulke stukken schreef hij, Wq 96-110, hier krijgen we Wq 108 te horen. Twee blokfluiten spelen een rol in het begeleidende ensemble. Als derde een kwartet voor blokfluit, viool, cello en cembalo - het eerste van de drie kwartetten Wq 93/4/5. Het sluitstuk is een trio voor basblokfluit, altviool en basso continuo, Wq 159, waarbij direct opgemerkt moet worden dat het origineel voor twee violen en continuo werd geschreven. De 'basblokfluit' speelt gewoon de tweede viool. Voor de overige stukken geldt dat de blokfluitpartij door Emanuel voor de traverso werd bedoeld. De uitvoeringen op oude instrumenten werden in 2013 gespeeld door het Italiaanse Collegium Pro Musica uit Genua.
CD 11: Trio's - Duo
Het wordt steeds leuker. Horen we net op cd 10 het kwartet Wq 93, cd 11 opent ermee, nu onder de noemer trio. Dat wordt veroorzaakt door de baspartij, het basso continuo, die verzorgd wordt door het klavecimbel en de cello. Wanneer de cellopartij niet zelfstandig is en gewoon de baspartij van het klavecimbel dubbelt is er sprake van vier instrumenten en drie partijen. Dus worden de Trio's Wq 93/4/5 hier door vier instrumenten gespeeld, en krijgen we toch nog die drie kwartetten te horen. Er wordt ook nog een Sonate gespeeld, en die is dan weer de vierde (Wq 146) van een serie voor fluit, viool en basso continuo. Een duet voor viool en traverso rondt dit schijfje af. Alweer gaat het om een nieuwe opname (2013), gerealiseerd in Italië met het Helianthus Ensemble.
CD 12-13: Fluitsonates
'Solo Flute Sonatas' vermeldt het doosje, maar dat is misleidend. Het barokke repertoire puilt uit van de werken voor de eenzame fluit, maar hier speelt Jed Wentz samen met Job ter Haar (cello) en Michael Borgstede. Het recept is eenvoudig, de cello dubbelt de baslijn van het klavecimbel, en de klavecinist improviseert zijn partij op basis van de aangegeven harmonische formules. Je zou bijna vergeten dat het prachtige muziek oplevert: de sonates Wq 123-134 (minus Wq 132, die is echt voor fluit solo).
CD 14: Viola da Gamba
Hier is een verrassing voor wie de gambasonates van Johann Sebastian koestert. Een schitterend gespeelde en prachtig opgenomen schijf met twee sonates (Wq 136/7) waarin Emanuel wil laten horen dat hij zich ten opzichte van zijn vader nergens voor hoeft te schamen. Daarbij het Trio Wq 88 dat helemaal geen trio is, maar ook gewoon een sonate. Paolo Pandolfo en Rinaldo Allessandrini spelen als godenzonen, de opname werd geleend van Tactus. Een juweel.
CD 15: Vioolsonates
Nog een surprise in de vorm van zes vioolsonates die onomstotelijk aantonen dat de muzikale breuk tussen vader en zoon lang niet zo abrupt tot stand kwam als we soms moeten geloven. Het ultieme bewijs wordt geleverd met de sonate in g, die geen Wq nummer heeft, maar als BWV 1020 door het leven gaat. Alweer een recente Italiaanse opname, met violist Federico Guglielmo en Roberto Loreggian, vanzelfsprekend spelend op oude instrumenten.
CD 16-23: Klavierwerken
Het belangrijkste en meest interessante deel van deze 'editie' vinden we op deze acht cd's. Nieuwe opnamen van de belangrijkste klavierwerken van Emanuel, gespeeld door Pieter-Jan Belder. Belder is niet alleen een oude bekende van het label, hij heeft zich in de loop der jaren ontwikkeld als een groot musicus en een dappere entrepreneur. Het begint erop te lijken dat Belder met zijn Musica Amphion in de voetsporen van Ton Koopman en Frans Brüggen kan treden. Gelukkig geeft hij er zijn geheel eigen draai aan, en ook hier is hem dat uitstekend gelukt. Op diverse instrumenten stelt hij de klavierwerken van Emanuel aan ons voor: clavichord, klavecimbel en fortepiano. Om te beginnen de Pruissische Sonates Wq 48 op cd 16. Vervolgens de Württembergse Sonates Wq 49 op cd's 17 en 18. Dan is de beurt aan de Sonaten für Kenner und Liebhaber, verschenen in zeven afleveringen. In de catalogus van Wotquenne dragen ze de nummers 55 tot 61, verschenen tussen 1779 en 1787. Ze vullen de overige vijf schijfjes (19-23). Belder verdient een groot compliment voor deze bijna Olympische prestatie, en liefhebbers van deze categorie worden door Brilliant op hun wenken bediend. Ze zijn eveneens separaat verkrijgbaar in twee uitgaven: de Sonates (3cd) en de werken voor Kenner und Liebhaber (5cd).
CD 24: Symfonieën in klavierbewerkingen
Nog een deel dat kennelijk speciaal voor deze editie is ingespeeld: vier bewerkingen voor klavecimbel van symfonieën, die hier voor een deel ook in hun orkestrale jas zijn voorbijgekomen. Ze zijn door Wotquenne gerubriceerd onder nummer 122, en de eerste drie komen hier tot klinken. De opname werd in juli 2013 gemaakt in Parma, Andrea Chezzi is de uitstekende klavecinist.
CD 25: Geestelijke liederen
In Wotquennes catalogus is een hoofdstuk gereserveerd voor 'Oden und Lieder' voor zang en klavier. Wie de ontwikkeling van de liedkunst wil volgen kan hier kennis maken met een cd vol interessant materiaal. Schubert is nog heel ver weg, maar de bron waaruit hij putte is heel dichtbij. Alweer een schijfje dat speciaal voor deze editie lijkt te zijn gemaakt. Baszanger Julian Redlin en zijn begeleider Jorn Böysen (klavecimbel) mogen best even worden genoemd.
CD 26: Magnificat - Symfonieën
Deze opname van het Magnificat documenteert de tweehonderdste sterfdag van Emanuel Bach. Ze werd live opgenomen op 14 december 1988 in het Schauspielhaus in Berlijn. Hartmut Haenchen dirigeerde 'zijn' Kammerorchester Carl Philipp Emanuel Bach. De overgebleven ruimte wordt gebruikt voor twee symfonieën (Wq 173 & 180), als aanvulling op de eerste drie cd's.
CD 27-30: Geestelijke koorwerken
De laatste vier cd's verschenen eerder op het label Capriccio, en voegen als zodanig niets toe aan het bewustzijn van verzamelaars van dit repertoire. Wie deze werken niet kent staat een grote verrassing te wachten. Emanuel Bach heeft de grote traditie die zijn vader vestigde voortgezet op een moment dat zijn vader geen rol meer speelde, maar schept een eigen stijl die de basis zal blijken voor de beide grootmeesters van het negentiende-eeuwse oratorium: Haydn en Mendelssohn. Dirigent Hermann Max met zijn Rheinische Kantorei plus 'Das kleine Konzert' zijn verantwoordelijk voor deze uitvoeringen, waaronder het oratorium 'Die Auferstehung und Himmelfahrt Jesu'. Wat een treurnis dat de passionen die Emanuel schreef in zijn Hamburgse tijd - soms met gebruikmaking van zijn vaders noten - in 1945 weggebombardeerd zijn.
Brilliant leverde in het Bachjaar 2000 al een ongehoord staaltje muzikaal ondernemerschap met een complete editie van de werken van Johann Sebastian voor de gewone man. Deze Carl Philipp Emanuel Bach Edition is weliswaar bescheidener van omvang, maar niettemin een schot in de roos.
|