CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, maart 2021

Bach: Goldberg-variaties BWV 988 in de bewerking van Peter Vigh voor het Berlage Saxophone Quartet

Berlage Saxophone Quartet: Lars Niederstrasser (sopraan- en bassaxofoon), Peter Vigh (alt- en sopraansaxofoon), Juani Palop (tenor- sopraan- en altsaxofoon), Eva van Grinsven (bariton- alt- en tenorsaxofoon)
MDG 903 2210 • 78' • (sacd)
Opname: oktober 2020, Konzerthaus der Abtei Marienmünster (D)

https://berlagesaxophonequartet

 

De Goldbergvariaties laat (in tegenstelling tot Die Kunst der Fuge) een veel menselijker kant van Bach zien, zonder aan diepgang te verliezen. De muziek heeft ook een grote spanningsboog, die in het reguliere saxofoonrepertoire vaak ontbreekt, omdat er nu eenmaal maar een paar grote werken voor saxofoonkwartet zijn geschreven.

Bovenstaande uitspraak van Eva van Grinsven in een interview met Erik Voermans (Het Parool, 3 maart 2021) zet ons op het spoor van de werkwijze van het Berlage Saxophone Quartet. Geen klassieke meesterwerken uit het standaardrepertoire, maar een zoektocht naar muziek die er toe doet en ook nog eens uitstekend speelbaar is te maken voor het medium saxofoonkwartet. Bovendien moet je iets doen om jezelf te onderscheiden in het toenemende aantal Nederlandse saxofoonkwartetten dat de afgelopen decennia onze podia verrijken, niet in de laatste plaats dankzij Arno Bornkamp, leider van de saxofoonklas aan het Amsterdams Conservatorium.

Uit de beide vorige cd's van het Berlage, die eveneens verschenen op het Duitse kwaliteitslabel MDG, bleek al dat transcripties van strijkkwartetten en blaaskwintetten een dankbare bron van materiaal opleveren, getuige de Zes Bagatellen van Geörgy Ligeti en het Achtste Strijkkwartet van Dmitri Sjostakovitsj. Nu is het overzetten van een strijkkwartet naar een saxofoonbezetting een relatief overzichtelijke opgave. De vier stemmen – sopraan, alt, tenor en bas (bariton) komen wat de ligging betreft overeen. Maar wat te doen met een werk als de Goldberg Variaties, dat geschreven is voor twee handen op twee klavieren met een omvang van vele octaven – van bas tot sopraanligging. Een werk bovendien dat grotendeels voor twee of drie stemmen is neergeschreven en slechts op een paar plekken om vier of meer stemmen vraagt.

Peter Vigh, bespeler van de altsax in het kwartet is ook de vaste arrangeur van het ensemble, en samen zijn ze aan het werk gegaan om een verdeling van de stemmen over meerdere instrumenten te onderzoeken, en met vallen en opstaan tot de best mogelijke oplossing te komen. Dat is ze uitstekend gelukt, zoals mag blijken uit een online presentatie vanuit het Amsterdamse Muziekgebouw aan 't IJ op donderdag 4 maart 2021 – te bekijken op de website van het Muziekgebouw. Daar zien we hoe de diverse stemmen, ook als het er maar twee zijn, op uitgekiende wijze afwisselend zijn verdeeld over maar liefst tien saxofoons, van sopraan tot bas. Razend knap gedaan, en een enorme uitdaging. Snel wisselen van de sopraansax naar de bassax zoals we Lars Niederstrasser kunnen zien doen is bepaald geen sinecure. Dat geldt uiteraard ook voor de overige spelers, die gezamenlijk voor een uur spannend muziekmaken weten te zorgen. Binnen het kader van die presentatie was er uiteraard geen ruimte voor alle herhalingen, op de cd worden ze gerespecteerd.

Sebastian Bach is een componist voor wie de noten op papier belangrijker zijn dan de inkleuring in de praktijk. Zelf bewees hij dat keer op keer door werken voor hernieuwd gebruik te arrangeren. Een van de meest verbluffende voorbeelden is het Preludium van de Partita voor vioolsolo BWV 1006, dat we in Cantate 29 terug horen in een concertante versie voor orgel en orkest, inclusief trompetten en pauken. Vanuit die invalshoek is er niets vreemd aan een zetting van de Goldberg Variaties voor vier saxofonisten, zeker wanneer de noten in hun waarde worden gelaten. Er is ook een voordeel: het intrigerende lijnenspel dat Bach creëert is op een tweemanualig klavecimbel een soms moeilijk te volgen uitdaging voor de luisteraar. De karakteristieke sound van de verschillende saxen maakt dat lijnenspel een stuk overzichtelijker, en in dat opzicht biedt de bewerking van Peter Vigh met zijn kompanen een frisse inkijk in de contrapuntische kunsten van Bach. Wanneer er dan ook nog zo gespeeld wordt als op deze opname, met een maximum aan virtuositeit, en een volkomen begrip voor de stijl (Walter van Hauwe was een gezegende coach) is het beeld compleet. Een schitterende cd. Proficiat!


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links