![]() CD-recensie
© Siebe Riedstra, juni 2017
|
Als dirigent in Bachs werken voel ik me zeer verplicht aan interpreten als Karl Richter en Herbert von Karajan. Ik ben helemaal niet geïnteresseerd in de moderne gewoonte om Bach te spelen in een zogenaamde 'authentieke' stijl, wat dat ook moge betekenen, met het orkest een toon lager gestemd (wat onverdraaglijk is voor mensen met een absoluut gehoor), te snelle tempi, en een manier van spelen die kunstmatig probeert te benaderen wat verondersteld wordt typerend voor Bachs tijd te zijn. De muziek van Bach is geen museumstuk. In deze moderne tijd hebben we het volste recht om het gehele scala aan expressie te gebruiken om de luisteraar de monumentale grandeur en de tijdloze schoonheid van deze muziek te doen ondergaan. Dit was de visie achter de onderhavige opname van deze werken. Hilarion Alfeyev (1966) is in de eerste plaats metropoliet (aartsbisschop) in de Russisch Orthodoxe Kerk. Vanuit die functie heeft hij belangrijke posities bekleed binnen de hiërarchie van zijn kerkgenootschap, hij is nu metropoliet van het bisdom Volokolamsk. Daarnaast heeft hij een professionele opleiding genoten tot violist en componist aan de Gnessin School in Moskou en het Moskous Staatsconservatorium. Daarnaast studeerde hij filosofie en theologie, en heeft vele publicaties op zijn naam staan die in twintig talen zijn vertaald. Als componist schrijft hij in een idioom dat nauw verwant is aan dat van zijn idool Johann Sebastian Bach, zoals te horen op een eerder door PentaTone uitgebrachte cd met onder meer een Stabat Mater, een De Profundis en een Concerto Grosso. Op deze cd doet hij precies wat hij in bovenstaande inleidende woorden belooft. Aan twee originele werken voegt hij eigen orkestraties toe van twee orgelwerken. Het juweeltje Ich ruf' zu dir komt uit het Orgelbüchlein en heeft een status aparte als toegift bij pianorecitals. Het is wel even schrikken wanneer de tedere koraalmelodie aan het begin ingezet wordt door een trompet. De Passacaglia krijgt een grandioze behandeling, compleet met buisklokken, en het tempo wordt opgerekt tot een plechtig Adagio - de tijdsduur is bijna negentien minuten. Bariton Stephan Genz is zonder meer een genot om te beluisteren in de cantate 'Ich habe genug'. Dat de Tweede Suite op een dwarsfluit wordt gespeeld en niet op een traverso spreekt in deze context als vanzelf. Dit is de perfecte cd voor luisteraars met heimwee naar de tijden van Karl Richter en zijn Münchener Bach Orchester. In een prachtige, moderne opname. index |
|