CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, maart 2015

 

Bach: Goldberg-variaties BWV 988

Jan-Willem Rozenboom (piano)

Eigen uitgave - distributie door Warner Classics 38' + 45' (2 cd's)

Opname: juli 2014, Chapel Studio, Tilburg

   

Jan-Willem Rozenboom (1974) speelt piano 'voor zijn vak', net als een paar honderd andere Nederlandse pianisten die zich bezighouden met het begeleiden van zangers, koren, cabaretiers, opera- en balletproducties en wat dies meer zij. Rozenboom is de vaste pianist van zanger Guus Meeuwis, en als componist mede verantwoordelijk voor succesnummers als Toen ik je zag, Brabant, en Tranen gelachen. Al bijna twintig jaar treedt hij samen met Meeuwis op. Rozenboom ontving zijn opleiding aan het Brabants en het Koninklijk Conservatorium; in 2003 studeerde hij Cum Laude af als leerling van Rian de Waal. Sinds zijn eindexamen heeft hij zich vastgebeten in de Goldberg-variaties van Bach, en na elf jaar studeren waagt hij de stap om met het resultaat naar buiten te treden. Niet in de vorm van concerten, maar met een cd-opname. Die durft.
Met zulke waaghalzerij loop je enerzijds het risico nodeloos verafgood te worden door een publiek dat niet elke dag in contact komt met dit repertoire. Niet in de laatste plaats aangemoedigd door de media, die al snel weten te melden dat zo'n stuk slechts voor een handjevol begenadigde Meesters is weggelegd, met uiteraard Glenn Gould voorop. Aan de andere zijde moet je een schare muziekkenners ervan overtuigen dat je ondanks je gebrek aan concertervaring wel degelijk in staat bent om een overtuigende Goldberg neer te zetten.

Nu is het spelen van Bach op de piano eigenlijk helemaal niet zo ingewikkeld als sommige kenners ons willen laten geloven. Wie alle noten precies zo speelt als Johann Sebastian ze heeft opgeschreven komt een heel eind in de goede richting. Grote meesters als Sviatoslav Richter en Pjotr Anderszewski zijn voorbeelden van begenadigde virtuozen die hun techniek aanwenden om het notenbeeld zo natuurgetrouw tot klinken te brengen. Er zijn even grote meesters die van mening zijn dat dat pas het begin is, en hun persoonlijke inzichten op de noten van Bach loslaten. Dat kan door een groot scala aan dynamische en ritmische variaties. Dat laatste heeft een naam: rubato, een term die ontleent is aan het Italiaanse woord voor stelen: rubare. Kort door de bocht komt het er op neer dat je hier een paar noten wat sneller speelt, om dat even later te compenseren met een verlangzaming. Het resultaat is een tempo dat heel subtiel of niet zo subtiel fluctueert - een interpretatie die Bach een stuk opschuift in de richting van Chopin. Grote Bach-interpreten als Angela Hewitt en Jeremy Denk horen in die categorie. Denk presenteerde onlangs 'zijn' Goldbergs in het Concertgebouw en ontving van recensent Erik Voermans vijf sterren in Het Parool.

Jan-Willem Rozenboom hoort duidelijk tot de eerste categorie. Hij speelt precies wat Bach heeft opgeschreven, met een minimum aan extra's in de vorm van dynamische contrasten of temposchommelingen. Goudeerlijk spel waaraan al die exquisite versiersels ontbreken die een interpretatie als die van Jeremy Denk tot een eenmalige ervaring maken. Een glas ijswater tegenover een exotische cocktail. Wat ik bij Rozenboom persoonlijk als een enorm pluspunt ervaar is zijn rotsvaste ritmische stabiliteit. Dat kan ook niet anders bij een muzikant die gepokt en gemazeld is in repertoire waar je de ijzeren discipline van een jazzdrummer moet hebben. Toegegeven, in de snelle delen - en hij kiest bepaald geen suffe tempo's - haakt er hier of daar weleens een kleinigheidje, maar het speelplezier spat er aan alle kanten vanaf. En dat is waarvoor Bach het geschreven heeft. Puike opname ook.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links