![]() CD-recensie
© Siebe Riedstra, mei 2012
|
Bach: Cantate "Widerstehe doch die Sünde" BWV 54 - "Vergnügte Ruh, beliebte Seelenlust" BWV 170 – Suite voor viool en strijkers in a, BWV 1067 (naar de Ouvertüre nr. 2) – Concert voor viool en hobo in d, BWV 1060R Daniel Taylor (countertenor), John Abberger (hobo), Tafelmusik, Jeanne Lamon (leiding en viool) Analekta AN 2 9878
Tafelmusik is het Amsterdam Baroque Orchestra van Canada. Jeanne Lamon is iets jonger dan Ton Koopman, maar ze geeft al sinds 1981 leiding aan dit ensemble. Vaste hoboïst John Abberger en countertenor Daniel Taylor werden eveneens in Canada geboren. Samen hebben ze een prachtig programma opgesteld met werken van Johann Sebastian Bach, dat zich zonder mankeren als een concert laat beluisteren. Afwisselend en intrigerend. Daniel Taylor is de solist in twee solocantates die behoren tot het mooste dat Bach voor de zondag componeerde. In BWV 170 schreef Bach bovendien schitterende partijen voor hobo en orgel. Cantate 54 is met zijn donkere kleuring door de beide altviolen al net zo’n juweel. Tussen de beide cantates soleert Jeanne Lamon in een alternatieve versie van BWV 1067, beter bekend als de Tweede suite voor fluit en strijkers. Nog niet zo heel lang geleden hoorde je dat op onze concertpodia gespeeld op een dwarsfluit, en begeleid door een flinke batterij violen. De dwarsfluit heeft intussen plaats gemaakt voor de traverso en het strijkorkest is vervangen door een strijkkwintet. De man die deze reducties in gang zette, Joshua Rifkin, is ook de ontdekker van een alternatieve gedaante van deze suite. Hij ontleende aan bronmateriaal de idee dat er een versie zou hebben bestaan in een lagere toonsoort, a-klein. Dat wordt te laag voor de traverso, en dus veronderstelt Rifkin dat er van een soloviool sprake moet zijn geweest. Zo krijgen we het hier te horen, met Jeanne Lamon als soliste, met begeleiding van een strijkkwintet, inclusief contrabas. Vooral dat laatste instrument speelt een cruciale rol in de verbreding van spectrum en klankbreedte. Het concert voor hobo en viool is en van de meest geliefde scheppingen van de meester, en het is ook alweer gebaseerd op veronderstellingen. Bach heeft het ons nagelaten in een versie voor twee klavecimbels (in c-mineur), maar musicologen menen dat het hier om een origineeel gaat voor hobo en viool, en dat de toonsoort dan logischerwijs moet opschuiven naar d-mineur, in verband met de omvang van de toenmalige hobo. Het spreekt bijna vanzelf dat we ook hier te maken hebben met kamermuzikale uitvoeringen, waarbij de begeleiding enkelvoudig bezet is. De opnamen vonden plaats in de Humbercrest United Church in Toronto, in het voorjaar van 2011. Dat we in een kerk zijn is onmiddellijk herkenbaar, en dat werkt vooral in de beide cantates wonderwel. In de instrumentale werken zorgt de ruime akoestiek voor diepte en een volle klank, maar blijft de opnametechniek wat dichterbij. Het resultaat is warm en breed en ook nog helder en doorzichtig. Een prachtige plaat. index |