![]() CD-recensie
© Siebe Riedstra, februari 2016
|
Kurt Atterberg (1887-1974) was ooit hard op weg de belangrijkste Zweedse componist van de twintigste eeuw te worden. Toen in 1928 de honderste geboortedag van Schubert werd gevierd schreef platenmaatschappij Columbia een wedstrijd uit voor een symfonie in de geest van Schubert. Atterberg won met zijn Zesde, en kreeg een prijzengeld van tienduizend dollar. Sindsdien heet die symfonie de Dollarsymfonie. Atterberg was op slag beroemd, en zijn werken werden vooral in Duitsland veel gespeeld. Niemand minder dan Hermann Abendroth verzorgde in 1942 de première van zijn Zevende symfonie in Frankfurt. Dat Atterberg populair was bij het Nazi-bewind (maar niet zo geliefd als Sibelius) werd hem na de oorlog, mede door zijn niet al te kritische houding, niet in dank afgenomen. Inmiddels kunnen we zelf vaststellen dat deze romantische Scandinaviër schitterende melodieën verzon en voortreffelijk voor orkest wist te schrijven. Dirigent Ari Rasilainen bewees dat al eens met een uitstekende integrale voor het label CPO, en nu is de beurt aan Neeme Järvi. Dit is de derde aflevering in een editie met de compltete (negen) symfonieën voor Chandos. Zoals altijd bij Järvi zijn de tempi aan de vlotte kant, en dat doet met name het langzame deel van de Vijfde, een verkapte treurmars, geen goed. Voor het overige wordt er prachtig gespeeld in een sfeervolle opname door 'The National Orchestra of Sweden'. index |
|