CD-recensie

 

© Siebe Riedstra, april 2009

 

 

American Spectrum

Williams: Escapades.

Daugherty: Sunset strip.

Rorem: Lions.

Rouse: Friandises.

Branford Marsalis (altsaxofoon), Branford Marsalis Quartet, North Carolina Symphony o.l.v. Grant Llewellyn.

BIS-SACD-1644 • 75' • (sacd)


Dat er behalve de gerenommeerde ensembles in de V.S. nog ontelbare minder bekende orkesten actief zijn wisten we natuurlijk wel, maar de laatste jaren wordt dat ook steeds duidelijker zichtbaar in de cd-catalogus. The North Carolina Symphony is zo'n orkest,  gevestigd in Raleigh, de hoofdstad van die staat. Op deze cd maakt het orkest zijn internationale cd-debuut. Dat Grant Llewellyn, sinds 2004 chef-dirigent, al vaker opnam voor BIS heeft daar vast wel een steentje toe bijgedragen. Orkesten van dit kaliber zijn hecht verankerd in de plaatselijke bevolking en moeten keihard werken om de zaal vol te krijgen. Een van de manieren om dat te bereiken is om een 'celebrity' uit de wereld van de jazz uit te nodigen als solist. In dit geval was dat saxofonist Branford Marsalis met zijn Quartet. Een van de programma's die de basis vormden voor deze cd zag er als volgt uit: Michael Daugherty: Sunset Strip - Ned Rorem: Lions voor jazz quartet en orkest.  Vervolgens speelde het Quartet uiteraard een aantal standards, o.a. Duke Ellingtons It don't mean a thing. Na de pauze volgde Moesorgski's Schilderijententoonstelling, met Marsalis in het orkest om de altsax  te spelen in Bydlo. Aardig detail is dat Branford Marsalis in het bestuur van het orkest zit. En wat dan ook wel weer leuk is om te weten: de $130.000 die deze productie moest kosten werd opgebracht door twee lokale donateurs die het orkest een warm hart toedragen. Kom er eens om.

American Spectrum is de naam van de cd, en het programma presenteert vier Amerikaanse componisten die het hun publiek niet moeilijk maken, onder vier verschillende invalshoeken. Hoewel nergens wordt beweerd dat het hier om plaatpremières gaat zult u van de gespeelde werken ongetwijfeld niet eerder kennis hebben kunnen nemen.

Michael Daugherty (1954) trok in 1997 internationaal de aandacht met zijn Superman Symfonie Metropolis. Zijn vocabulaire is een mix van klassiek, pop, jazz, folk en nog veel meer. Zijn stukken zijn gebaseerd op Amerikaanse iconen als Elvis Presley, Highway 66, Niagara Falls en - in dit geval - de Sunset Strip, de befaamde plek om te zien en gezien te worden, natuurlijk in je auto, in Los Angeles. Daugherty schildert de strip van zeven uur 's avonds tot zeven uur 's morgens. Twee antifonaal geplaatste trompetten regelen het verkeer. Daugherty maakt, ook in Amerika, de tongen los: de één vindt het gemakzuchtige bagger, de ander loopt er lyrisch mee weg, argumenterend dat Daugherty het muzikale equivalent is van beeldend kunstenaar Roy Lichtenstein.

Filmcomponist John Williams (1932) behoeft geen introductie. Veel mensen zullen niet weten dat de nogal stekelige werken die hij voor de concertzaal schrijft in de verste verte niet lijken op zijn filmmuziek. Escapades voor altsax en orkest is echter gebaseerd op de score voor de film Catch me if you can, een Spielberg film uit 2002. In de film gebruikte Williams de progressieve jazz uit de jaren zestig om een nostalgische sfeer te creëren. Williams werkte de partituur om tot een driedelig saxofoonconcert, zeer de moeite waard, ook voor luisteraars buiten de V.S. Een ontdekking.

Nog zo'n ontdekking is Lions voor jazzquartet en orkest van Ned Rorem (1923), de oudste nog levende componist van dit gezelschap. Rorem heeft een tweeledige reputatie opgebouwd, als begenadigd liederencomponist, en als auteur van een hele serie openhartige dagboeken waarin hij - in een tijd dat dat nogal wat durf vereiste - zijn homoseksualiteit niet onder stoelen of banken stak. Met zijn instrumentale muziek heeft hij het minder goed getroffen, maar dat wil niets zeggen over de kwaliteit ervan. In Lions herbeleeft de componist een droom waarvan hij de sfeer in muziek heeft vertaald. Dat het over leeuwen gaat doet niet ter zake. Het idee voor het stuk is duidelijk gebaseerd op de Unanswered Question van Charles Ives. Over een aura van zachte en langzaam verlopende strijkersklanken loopt een sfeervolle jazz-improvisatie. Dit stuk rechtvaardigt in zijn eentje de kennismaking met deze cd. Goeie stukken waarin jazz en klassiek aan elkaar worden uitgehuwelijkt zijn zeldzaam.

Christopher Rouse (1949) is zeer succesvol bij een breed publiek, en tevens recipiënt van een Pulitzer-Prize voor zijn tromboneconcert. Je zou zijn werk kunnen omschrijven als een combinatie van de neoklassieke Strawinsky met de energie van Bernstein. Zijn Friandises, Frans voor snoepgoed, is tot stand gekomen als een gecombineerde opdracht van het New York City Ballet en de Juilliard School of Music. Het is een vijfdelige suite, verbonden door slagwerkmomenten, met vertrouwde namen als Sicilienne, Passepied, Sarabande en Galop. Zeer vakkundig gemaakte musique pour faire plaisir.

Kort samengevat: een boeiend en uitstekend opgenomen visitekaartje voor een enthousiast orkest, dat hiermee, net als de vingerafdruk in het kunstwerk op het hoesje, duidelijk maakt waar het voor staat: een onuitwisbare indruk achterlaten.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links