CD-recensie
© Paul Korenhof, september 2018
|
Als tiener zag ik I quatro rusteghi in een voorstelling van de voormalige Nederlandse Opera met Cora Canne Meijer, Guus Hoekman en Jeannette van Dijck in de hoofdrollen, en met een nog jonge C(h)ristina Deutekom als Marina. Van die voorstelling herinner ik mij weinig, waarschijnlijk vooral doordat ik niet echt weg was van het werk, toen gezongen in het Nederlands onder de titel De vier huistirannen. (Als Italiaanse titel vinden we zowel I quattro als I quatro rusteghi, maar wellicht is 'quatro' Venetiaans dialect of een 18de-eeuwse variant.) Wellicht doordat Wolf-Ferrari's muzikale komedie mij toen weinig boeide, heb ik mij er nooit echt in verdiept. De verschillende opnamen heb ik plichtsgetrouw beluisterd, maar daar bleef het bij, ook doordat ik nooit een duidelijk libretto heb gevonden. Die tekst is gebaseerd op een blijspel van Goldoni in Venetiaanse dialect en bij geen van de uitgaven zat een vertaling. Ook nu weer niet, en een Engelse tekst op de site van Rubicon is geen vertaling, maar een bewerking, bestemd voor de bij de voorstelingen in 2012 gebruikte boventiteling. Het verhaal van Goldoni over vier huisvaders die moeite hebben de baas in huis te blijven, werd op muziek gezet als een charmant niemendalletje, herhaaldelijk opgefleurd met het bekende, ook tot het populaire podium doorgedrongen Carnaval de Venise (maar een herhaling minder had van mij ook gemogen). Het verhaal komt daarbij niet verder dan de perikelen van een paar welgestelde Venetiaanse burgers en wat complicaties rond de verloving van Lucieta, de dochter van Lunardo, met Filipeto, de zoon van Maurizio. Muzikaal blijft het geheel een beetje mager, maar enkele delen springen er toch uit en het terzet voor drie bassen in het tweede bedrijf kan bij een goede uitvoering zelfs hilarisch werken. Daardoor is het niet onbegrijpelijk dat het werk na de première in München in 1906 (in het Duits!) in Italië regelmatig op het toneel kwam. Op plaat en cd brachten de huistirannen het echter niet verder dan een Cetra-opname (1953), twee Duitse opnamen (1950 en 1956) en een tweetal Italiaanse live-opnamen. De door Vasily Petrenko lichtvoetig gedirigeerde opname is gebaseerd op een uitvoering door het European Opera Centre in maart 2012 met een team van enthousiaste, jonge en (nog steeds) onbekende solisten van diverse nationaliteiten. Het resultaat is een frisse, helder opgenomen uitvoering, maar wie iets meer Goldoni-sfeer wil proeven, kan toch beter op zoek gaan naar een van de oudere Italiaanse alternatieven. index |
|