CD-recensie
© Paul Korenhof, maart 2008
|
Een nieuwe loot aan de inmiddels met bijzondere opnamen rijk beladen boom van Opera Rara is Rossini's La donna del lago. Bij wijze van uitzondering betreft het ditmaal geen cd-première, maar wel een opera die na twee niet helemaal ideale opnamen onder Maurizio Pollini (Sony - 1983) en Riccardo Muti (Philips - 1992) wel een nieuwe uitvoering kon gebruiken. Ondanks de merites van de twee oudere uitvoeringen ontbrak het daarin vooral aan sfeer, voor mij een reden om toch nog altijd terug te grijpen op een nog oudere live-opname onder Piero Bellugi uit 1970 met Montserrat Caballé, Julia Hamari, Franco Bonisolli en Pietro Bottazzo. Ondanks andere mankementen, waaronder de weinig briljante opname, liet die in ieder geval de sfeer van het werk goed tot uiting komen (en daarna was het ongeveer de beste opname die een specifieke Rossini-tenor als Pietro Bottazzo ons heeft nagelaten). Romantische Rossini Dat de nieuwe opname sfeer in overvloed heeft, is eigenlijk niet verwonderlijk. Rossini's 'Schotse' opera werd immers tijden het Edinburgh Festival 2007 vastgelegd in de fraai 'theatraal' klinkende en net niet te droge Usher Hall in Edinburgh. Zo'n 'thuiswedstrijd' voor een overwegend Schots publiek, dat overigens in deze live-opname aangenaam afwezig klinkt, biedt natuurlijk geen garantie. Een opera van Rossini moet 'aangevoeld' worden, zeker La donna del lago, een opera die laat horen dat Rossini wel degelijk thuis was in de 19de eeuw. Wat we hier horen is pure romantiek, in een partituur waarin hoorns en houtblazers flink wat werk te verzetten krijgen en waarin de solisten zich mogen uitleven in lange legatolijnen die vooruitlopen op de opera's van Bellini. Ook het libretto van Andrea Leone Tottola is romantiek ten voeten uit: het is niet alleen een van de eerste opera's met een 'romantische heldin' van eenvoudige afkomst, maar tevens de eerste Italiaanse operatekst die gebaseerd was op een werk van Sir Walter Scott (The Lady of the lake uit 1810; aanbevolen lectuur voor de liefhebber is nog altijd het standaard werk The Walter Scott Operas van Jerome Mitchell, Alabama 1977). Grensgebied De directie van Maurizio Benini is een verademing na al die dirigenten die in de muziek van Rossini constant lijken te zoeken naar crescendi, versnellingen en ritmische accentueringen, met als schoolvoorbeeld Alberto Zedda, internationaal de specialist op dit gebied en inderdaad een man die grote verdiensten heeft voor de herwaardering van Rossini's oorspronkelijke partituren, maar helaas een middelmatig dirigent die tijdens Amsterdamse Matinees meer dan eens bewezen heeft dat hij het niet kan laten ook Bellini en Donizetti te spelen alsof hun muziek eigenlijk voor de Barbiere di Siviglia bedoeld is. Niets daarvan bij Benini, die op basis van de kritische editie van de Fondazione Rossini juist laat horen dat La donna del lago zich juist bevindt in het grensgebied tussen een 'traditionele' Rossini-opera en de muziek van Bellini. Koor en orkest volgen hem daarbij met toewijding en de opname bezit een fraaie balans die hun aandeel tot zijn recht laat komen, maar die wel duidelijk laat horen dat de solisten in deze opera op de voorgrond staan. Sterke bezetting Hoewel de bezetting niet opvalt door de 'grote namen' die sinds de neergang van de cd-industrie ook graag met Opera Rara samenwerken, valt er ook vocaal bijzonder veel te genieten. In de vorige 'officiële' opnamen was de titelrol met Katia Ricciarelli (Sony) en June Anderson (Philips) sterk bezet, maar geen van beiden haalde het toch bij de jonge Caballé. Dat lukt de mij onbekende Carmen Giannattasio natuurlijk ook niet, maar dat mag je in feite ook van niemand verwachten. Wat Caballé rond Voor Rodrigo blijft Pietro Bottazzo mijn ideaal, maar Gregory Kunde komt er dicht bij in de buurt en ik prefereer hem in ieder geval boven zowel Chris Merritt (Philips) als Dano Raffanti (Sony). Heel sterk bezet is bovendien de rol van Giacomo V met de Amerikaanse tenor Kenneth Tarver, een zanger met een enigszins 'wit' timbre zoals we dat vooral kennen van veel Britse tenoren, maar ook een vertolker met persoonlijkheid en expressiviteit. Hij blijkt bovendien technisch ruimschoots tegen Rossini opgewassen en als hij ook nog een coach van de oude stempel vindt, die hem leert om ook onder druk iets meer 'ontspannen' te klinken, wordt hij een van de grote Rossini-tenoren van deze tijd. Esthetisch verzorgd De presentatie is weer een toonbeeld van goede smaak en vooral van de liefde voor de materie die alle uitgaven van Opera Rara kenmerkt. De fraai vormgegeven cd's (je kunt die schijfjes dus ook aantrekkelijk maken!) bevinden zich met het gebruikelijke rijk geïllustreerde boekwerk (ditmaal 'slechts' 170 pagina's) in de al even gebruikelijk stevige kartonnen doos, die als enige nadeel heeft dat hij net een paar millimeter te hoog is voor menige cd-kast. Ook Opera Rara gaat er daarnaast steeds meer toe over om het afgrijselijke plastic cd-doosje te vervangen door een heel wat esthetischer werkend mapje. Zal de ooit zo banale cd, ooit het prototype van de kale geluidsdrager, dan toch nog ooit een minder esthetisch verantwoorde presentatie krijgen? Een absolute aanrader voor de geïnteresseerde luisteraar is trouwens de toelichting van Jeremy Commons index |
|