CD-recensie

 

© Paul Korenhof, november 2023

Poulenc: La Voix humaine

Poulenc/Chaslin: Les chemins de l'amour - Fiançailles pour rire

Julie Cherrier-Hoffmann (sopraan)
Orchestra del Teatro La Fenice di Venezia
Dirigent: Frédéric Chaslin
Aparté AP 320
Opname: Venetië, 12-16 juli 2022

 

Naar aanleiding van een eerdere uitgave van La Voix humaine liet ik mij terughoudend uit over de technische kwaliteit van de opname uit 1958 met Denise Duval en het orkest van de Opéra Comique onder leiding van Georges Prêtre. Niet alleen klonk de eerste cd-versie daarvan uit 1988 een beetje als een cleane digitalisering, maar ik maakte toen ook een opmerking over het overtrokken stereo-effect. In die opname, gemaakt lang vóór de introductie van de draadloze telefoon, lijkt het of Cocteau's naamloze vrouw twee telefoons in haar kamer heeft staan, één bij de linker luidspreker en één bij de rechter luidspreker.

Dat laatste is natuurlijk een tijdsbeeld. Het waren de jaren van de eerste stereo-opnamen en van de eerste stereofonische radio-uitzendingen, waarbij je twee toestellen in de kamer moest zetten, het linker afgestemd op Hilversum 1 en het rechter op Hilversum 2. (Ik herinner mij nog hoe mijn moeder mij op een avond uit bed kwam halen met de kreet "Er loopt een man door de huiskamer!") Voor zowel de technici als de afdeling marketing van La Voix de son Maître was het toepassen van stereo-effecten daardoor zowel een verkooptruc als een teken dat men met zijn tijd meeging.

Dat alles is niet onbegrijpelijk, want menigeen zag 'stereo' nog als een verkooptruc of puur effectbejag. Zelfs een topproducer als Walter Legge moest er aanvankelijk niets van weten en ondanks tegenstand binnen het eigen concern nam hij bijvoorbeeld in 1956 Der Rosenkavalier onder Karajan nog in mono op. Dat wij daarvan toch een stereo-opname bezitten, danken we aan het feit dat met toestemming van de EMI-directie in een andere studio een stereo-opname werd gemaakt. (Maar als ik eerlijk moet zijn: Legge's mono-opname, dankzij een pleidooi van Elisabeth Schwarzkopf later eveneens op cd uitgebracht, heeft meer sfeer en ik betreur nog altijd dat ik daarvan nooit een goede lp-versie heb kunnen vinden.)

Via Warner bereikte mij echter een tweede remastering uit 1998, verzorgd door de Franse Parlophone-studio, en hoewel die het sterke stereo-effect niet kon wegpoetsen, is de klank wel net iets ronder en natuurlijker. Daarbij toch een waarschuwing: het verschil is gering en vooral een gevoelservaring, alleen met een hoogwaardige cd-speler ook echt te horen. Daarnaast werd dit monodrama bij de remastering in elf tracks verdeeld, terwijl aan het cd-boekje toelichtende teksten van Cocteau en Poulenc werden toegevoegd. Meer winst zit in de remastering uit 2015 van Le bel indifférent, een gesproken monodrama ('mini-hoorspel') in de befaamde opname van Edith Piaf uit 1953. Al met al een aanrader dus, ondanks het ontbreken van de gezongen en gesproken teksten in het cd-boekje. (Warner Classics 0190295738105)

Cherrier - Chaslin
Aanleiding tot dit hele verhaal vormde de verschijning van weer een nieuwe opname, ditmaal met de jonge Franse sopraan Julie Cherrier-Hoffmann die zich lijkt te specialiseren 20ste-eeuwse (maar ook laat-19de-eeuwse) Franse muziek met een speciaal karakter. Op haar repertoire staan niet alleen diverse operarollen (met centraal natuurlijk Mélisande), maar ook uiteenlopende soorten liederen, zowel op het terrein van het 'kunstlied' als op dat van chanson en cabaret. Daarmee beweegt zij zich in die typisch Franse traditie van zangeressen die ook regelmatig als 'diseuse' worden aangemerkt, en dat maakt haar bij uitstek geschikt voor 'Elle' in La Voix humaine .

Meteen al in de eerste maten van Cherrier frappeert de overeenkomst met Denise Duval, niet alleen in stemklank, maar ook in frasering, dynamiek en dictie. Begrijpelijk, Poulenc's eigen protagonisten heeft in 1958 een interpretatie neergezet waar je als jonge zangeres niet omheen kunt. Desondanks wordt al snel duidelijk dat we hier geen 'copycat' aan het werk horen. Cherrier blijkt emotioneler in haar frasering, meteen al met een lichte trilling in haar stem bij de vraag 'Allô, c'est toi?' wekt in zoverre een sterkere suggestie van intimiteit, dat je bij haar zelfs de indruk hebt dat zij de microfoon als telefoon hanteert, soms bijna alsof zij erin zou willen kruipen.

Aan de andere kant moest ik ook hier en daar ook even wennen aan een sterkere neiging tot 'acteren' in die zin dat lettergrepen en een enkele keer hele woorden een emotionele nadruk kregen. Dat kan een bewust streven naar expressiviteit zijn, maar ook simpelweg onderdeel van een individuele, organisch opgebouwde interpretatie. Voor dat laatste pleit dat dergelijke momenten altijd helemaal passen bij de tekst en ook geïntegreerd zijn in de vocale lijn als geheel. Maar goed, als je als luisteraar zestig jaar geleefd hebt met Denise Duval, is een andere vertolking onvermijdelijk even wennen.

Als ik wel een duidelijke voorkeur uitspreek voor het orkestrale aandeel van Georges Prêtre en het orkest van de Opéra Comique, is dat vooral een kwestie van klank. Frédéric Chaslin demonstreert in iedere maat een grote affiniteit met deze partituur, zorgt voor een juiste balans tussen orkest en soliste, en komt interpretatief met haar tot een volmaakte eenheid. Het Venetiaanse orkest mist echter de lichte toets van de Parijzenaars en lijkt het drama meer in een Italiaans theater dan in Franse salon te plaatsen. Het is echter moeilijk te zeggen in hoeverre dat aan de orkestklank zelf ligt of aan een opname die het orkest een fractie compacter laat doorkomen.

Een bijzonderheid is ook hier de combinatie, in dit geval met zeven liederen. Het telefoondrama wordt voorafgegaan door Les chemins de l'amour en gevolgd door de zesdelige cyclus Fiançailles pour rire, beide dn een orkestratie van Chaslin die volledig in het verlengde ligt van Poulenc's eigen orkestrale idioom. De gedachte erachter is dat traditionele liedrecitals het steeds moeilijker krijgen en dat deze liederen daardoor in een versie voor zangstem en orkest wellicht meer kans hebben om gehoord te worden. Ik hoop van ganser harte dat Chaslin gelijk heeft, want de liederen verdienen het - en zijn orkestraties eveneens. De vertolkingen die Julie Cherrier er hier van geeft, zijn overigens beeldschoon en tonen wederom een bijzondere combinatie van muzikaliteit en tekstgevoel.

Over de presentatie ben ik minder enthousiast. Het kartonnen hoesje is dermate krap dat het moeite kost de cd eruit te halen en er weer in te stoppen, terwijl het fotowerk suggereert dat Cocteau's tekst gaat over een verwarde vrouw die beter ergens opgenomen had kunnen worden. Pluspunt is dat de complete zangtekst in het cd-boekje werd opgenomen, minpunt dat dit alleen in het Frans gebeurde en ook nog met een priegelig lettertje op bladzijden die zo vol bedrukt zijn, dat de letters er bijna vanaf vallen.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links