CD-recensie

Onverdiaanse Verdi

 

© Paul Korenhof, april 2020

Olga Mykytenko - I Vespri Verdiani

Verdi: I masnadieri ‘Dall’infame banchetto ... Carlo vive?’ - Un ballo in maschera ‘Morrò, ma prima in grazia’ - Il trovatore ‘Ne’ tornei! . . . Tacea la notte placida ... Di tale amor’ - I vespri siciliani ‘Arrigo! ah! parli a un core’ - ‘Mercé, dilette amiche’ - Il corsaro ‘Non so le tetre immagini’ - Attila ‘Santo di patria ... Da te questo or m’è concesso’ - ‘Liberamente or piangi ... Oh! Nel fuggente nuvolo’ - Ernani ‘Surta è la notte ... Tutto sprezzo, che d’Ernani - Macbeth 'Nel dì della vittoria ... Or tutti sorgete'- ‘Una macchia è qui tuttora’ - Luisa Miller ‘Tu puniscimi, o signore’ - La traviata ‘È strano! ... Sempre libera’
Olga Mykytenko (sopraan)
Bournemouth Symphony Orchestra
Dirigent: Kirill Karabits
Chandos CHAN 20144
Opname: Southampton, 19-23 mei 2019

   

Een Verdi-recital van een 46-jarige Oekraïense sopraan maakt nieuwsgierig, zeker als zij zich nooit gepresenteerd heeft als Verdi-sopraan. Voor een breed Verdi-repertoire heeft zij inderdaad de leeftijd, maar volgens het cd-boekje bestaat haar repertoire vooral uit lyrische en coloratuurpartijen, van Mozart en Donizetti tot Tatjana en Mimì met als dramatische uitschieters Verdi's Luisa Miller en Puccini's Minnie. Dat lijkt ook logisch: haar timbre, iets lichter dan dat van de jonge Mirella Freni, roept door de stijl van zingen zelfs associaties op met de zang van Amelita Galli-Curci.

Een feit is dat Mykytenko een aangename stem heeft met een egaal timbre, lyrisch en meer meisjesachtig dan dramatisch. Haar dictie is niet optimaal, maar zij beschikt over een goed ontwikkelde techniek, hoewel haar coloraturen in de snellere passages een scherpere articulatie vragen. Dat ik na eerste beluistering niet echt enthousiast was, lag echter allereerst aan de eveneens uit Oekraïne afkomstige Kirill Karabits, de chefdirigent van het Bournemouth Symphony Orchestra. Kort en krachtig: met zo weinig gevoel voor stijl, sfeer en dramatiek heb ik Verdi's muziek zelden of nooit horen spelen!

Zolang het om een cantabile gaat, vallen Karabits' begeleidingen nog wel mee, al roept hij ook daarin weinig spanning op. Van een climax naar een cabaletta is echter geen sprake en de cabaletta's zelf, bij Verdi doortrokken van emoties met een dramatische werking van orkestrale accenten en vocale versieringen, ontaarden in weinig expressieve huppeldansjes en -drafjes. Ook in orkestrale inleidingen slaat Karabits soms de plank mis. Zo roept zijn introductie tot de aria uit La traviata eerder het beeld op van een afmarcherend leger dan van vrolijke feestgangers die de bloemetjes elders gaan buitenzetten.

Een solo-cd voor Mykytenko vind ik prima, maar waarom moest dat een Verdi-recital worden? Hoewel het niet makkelijk is informatie te vinden (in de afgelopen vijf jaargangen van het maandblad Opera komt haar naam niet één keer voor!) blijkt nergens uit dat zij zich in dat repertoire onderscheiden heeft. Haar zang suggereert vooral een aanleg voor verliefde, dromerige jonge vrouwen en mist de verdiaanse 'bite' die dramatiek en karakterdiepte moet suggereren, en die we zelfs horen bij een nog lichter getimbreerde coloratuursopraan als Galli-Curci.

Soms klinkt het ook letterlijk niet naar Verdi en bij Leonora's 'Ne' tornei' uit Il trovatore raakte ik zelfs even in verwarring. Ik herkende de muziek niet eens, terwijl ik iedere maat van die opera toch kan dromen. Een jonge vrouw die in oorlogstijd, verscheurd door verlangen, wanhoop en ongeloof, uitkijkt naar haar geliefde, klinkt als een studente die bij de bushalte op haar vriendje wacht. Ik hoefde er geen Callas of (Leontyne) Price naast te leggen om te weten waar het fout ging. Mykytenko doet weinig met de tekst, mist kleuring in het borstregister, klinkt niet Italiaans in accenten en notenwaarde en is ook niet sterk in de laagte. Tebaldi en Kabaivanska, bij wie de lyriek eveneens voorop staat, laten in vijf maten meer dramatiek, gevoel en spanning horen dan Mykytenko in de hele aria. Karabits' huppeldepup-begeleidingen doen de rest.

Spannend is natuurlijk het slot van de cd met sterk contrasterende fragmenten uit Macbeth, Luisa Miller en La traviata. Ook bij Mykytenko heeft Lady Macbeth niets lieftalligs, maar huiveringwekkend wordt zij evenmin. De expressie concentreert zich bovendien meer op de stemklank dan op de tekst. Alleen al een betere uitspraak van de klinkers (haar 'o' is vaak eerder een 'aou' dan een 'oo') en scherpere articulatie van de medeklinkers zou haar een stuk verder brengen. Nu is het resultaat eerder een onsympathieke buurvrouw bij wie je de kleine kinderen uit de buurt moet houden, dan een shakespeareaans karakter.

Voor Luisa Miller en La traviata keert de zangeres terug naar de eenzame jonge vrouwen. Bij Luisa hoor ik geen spoor van wanhoop, laat staan verwijten aan het adres van een God die haar in de steek laat, en Violetta klinkt alsof zij na het weggaan van de gasten tevreden maar moe het feest overdenkt. Bij 'o gioia' glijdt zij langs nonchalant langs de noten en echte vreugde klinkt er niet in door. Op een vroege recital-lp zong ook Freni slechts één strofe van zowel de aria als de cabaletta, maar bij haar horen we vanaf de eerste noot veel meer kern en dramatiek in een constant spel met subtiele rubati, expressieve crescendi en een door emoties gedicteerd messa di voce. En toen al kon bij Freni een diminuendo uitgroeien tot een 'morendo' in de dubbele betekenis van het woord.

Verdi's muziek is puur drama met aria's en cabaletta's als uitingen van contrasterende emoties en een vierdelige 'solita forma' wordt bij hem een minidrama met coloraturen in een sterk dramatische functie. Zoiets schijnt noch Mykytenko noch Karabits te beseffen, en dat probleem wordt extra schrijnend als Verdi's ontroerendste vrouwenportret nog verder wordt afgezwakt door in de gemutileerde cabaletta de melodie van Alfredo's liefdesverklaring te vervangen door vaag geplingplang op de achtergrond.

Met regelmatig geschrapte herhalingen en overgangen komt deze cd weinig verantwoord over, terwijl 75 minuten te lang blijkt voor een sopraan en een dirigent die zo weinig te zeggen hebben. Met minder fragmenten, beter gekozen en in beter verantwoorde versies was het resultaat wellicht bevredigender geweest. De vreemde en vreemd gedetailleerde aanduiding van de fragmenten op de achterzijde en in het cd-boekje suggereert daarbij dat opera niet het genre is waarin Chandos zich thuis voelt. Maar de 24-bits opname klinkt uitstekend, ook in de 16-bits download.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links