CD-recensie
© Paul Korenhof, april 2023 |
Aldus Pietro Mascagni in de autobiografie die David Stivender ooit samenstelde op basis van het door de componist nagelaten materiaal.*) De door Mascagni zelf geleide première, met de sopraan Gemma Bellincioni in de titelrol, schijnt een succes te zijn geweest, maar desondanks behoort Pinotta nog steeds tot onbekende werken van een componist die in 1888, 25 jaar oud, op slag beroemd werd door zijn eenakter Cavalleria rusticana , en die ook met de lyrische idylle L'amico Fritz bewonderaars aan zich verplicht heeft. Uit het bovenstaande blijkt eveneens dat we hier geen bloedstollend drama horen, maar een simpele liefdesgeschiedenis, zelfs zonder echte handeling. Ligt het werk dus inhoudelijk dichter bij L'amico Fritz, muzikaal lijkt het wel degelijk een voorstudie voor Cavalleria rusticana met brede orkestrale golven en passages voor het koor die een zomers Italiaanse landschap oproepen en een voorspel met drie solostemmen dat vooruitloopt op de befaamde opening van Cavalleria met Turiddu's 'Siciliana'. Een echte opera is ook deze versie nog steeds niet. Na het voorspel horen we een eerste akte die in feite een vierdelige cantate met een schildering van het leven in en rond de spinnerij (de 'filanda' uit de oorspronkelijke cantate) van Andrea, hier een mooie rol van de sonore bas Carlo Colombara. De tweede akte opent met een koor dat de nieuwe dag bezingt, waarna Pinotta, een van de spinsters in dienst van Andrea, in een romance haar - naar zij denkt - hopeloze liefde voor Baldo bezingt. Een daarop volgende ontmoeting van de beide jongelui begint aarzelend, maar al snel bekennen zij elkaar hun liefde. Hun duet vormt het 'happy ending' van deze korte opera (nog geen drire kwartier) met muzikaal duidelijk veristische kenmerken. Die veristische kenmerken vragen om grotere stemmen dan nodig zijn voor het liefdespaar in L'amico Fritz en die horen we hier dan ook. Silvia Dalla Benedetta beschikt over een heldere, krachtige sopraanstem die operaliefhebbers in Luik en elders al hebben kunnen horen als Norma. Lady Macbeth en/of Abigaille, dus dat zegt wel iets. Haar tegenspeler is de in het laat-verdiaanse en veristische repertoire door de wol geverfde Fabio Armiliato, bij de opname de zestig al gepasseerd naar nog steeds in het bezit van een heldere em zeer krachtige tenore lirico-spinto. Wellicht had dirigent Francesco Ledda beide solisten tot iets meer lyriek moeten bewegen, terwijl de productie iets meer had moeten streven naar een balans die hun stemmen minder sterk op de voorgrond had geplaatst. Desondanks is dit een welkome aanvulling van de catalogus, waarin Pinotta uitsluitend vertegenwoordig was door een vooral technisch minder verzorgde live-opname. De cd met een simpel boekje met een inleiding en foto's (maar geen libretto) is tegen een schappelijke prijs te bestellen bij Opera Discovery Records in Italië (www.opera-discovery.com), een klein label dat verder onder meer liederen van Catalani heeft uitgebracht. (Het door mij bestelde exemplaar had ik overeigens binnen een week in huis!) N.B. In Opera Actueel van 25 juni zal aandacht aan deze uitgave worden besteed. _______________ index |
|