CD-recensie

 

© Paul Korenhof, april 2023

Mascagni: Pinotta

Silvia Dalle Benetta (Pinotta), Fabio Armiliato (Baldo), Carlo Colombara (Andrea), Chiara Di Dino, Camilla Antonini, Moon Jin Kim (Le voci degli zeffiri)
Corale Quadriclavio di Bologna
Opera Discovery Orchestra
Dirigent: Francesco Ledda
Opera Discovery 1CC24261-02
Opname: Milaan, juni 2019

 

"In 1881 had ik een werk geschreven in twee bedrijven, heel, heel kort, genaamd In filanda; een kleine cantate met net genoeg woorden om de muziek te laten stromen. Is het voorstelbaar dat ik in die tijd - zestig jaar geleden [Mascagni was toen pas 18 jaar - PK] - al de beschikking zou hebben over een libretto? Een simpele liefdesscène was mij voldoende. Ik hoefde me alleen maar een liefdesscène voor te stellen. Een jongen en een meisje die zielsveel van elkaar houden, en op een mooie dag vertellen ze elkaar dat in een liefdesduet dat begint met schuchtere woorden en eindigt met een belofte, hand in hand."

"Van In filanda heb ik vier stukken uit het eerste bedrijf bewaard en een klein deel van de prelude. De rest was al geschrapt in 1882-1883. toen ik de cantate heb herzien (voor een wedstrijd op het Conservatorium) en ik hem de naam Pinotta gaf. Pinotta is overigens nooit,, zoals herhaaldelijk en ten onrechte is beweerd, als onderpand achtergelaten bij een huisbaas. Pinotta was altijd bij me gebleven, van 1883 tot 1932, en 17 jaar lang heeft het in de kast gelegen, in mijn eigen boekenkast in Ardenza, in mijn studeerkamer. Het was de eerste in de lange reeks opera's van mijn hand. Meer dan eens had ik het uit mijn kast gehaald om het weer te bekijken en te horen; en ooit kwam ik zelfs met mijn vriend Vittorio Gianfranceschi, die toen in Livorno was, op het idee het te laten uitvoeren; maar toen werd het terug in zijn oude bed gelegd om verder te slapen.'

"Toen ik in 1931 een doos met spullen ontving die jaren geleden bij mijn huisbaas in Milaan waren achtergebleven, vond ik daarin In filanda terug, en dat deed mij weer aan Pinotta denken. Ik ging naar Livorno en zodra ik aankwam, belde ik mijn zoon Dino met het verzoek naar mijn studeerkamer te gaan en Pinotta tevoorschijn te halen en naar mij te sturen in de Corallo. Dino bracht het me toen zelf in tien minuten op zijn motor; en na het opnieuw te hebben gehoord, heb ik toen besloten het te laten uitvoeren. Maar tot zijn première in San Remo op 23 maart 1932, was het nooit uitgevoerd."

Aldus Pietro Mascagni in de autobiografie die David Stivender ooit samenstelde op basis van het door de componist nagelaten materiaal.*) De door Mascagni zelf geleide première, met de sopraan Gemma Bellincioni in de titelrol, schijnt een succes te zijn geweest, maar desondanks behoort Pinotta nog steeds tot onbekende werken van een componist die in 1888, 25 jaar oud, op slag beroemd werd door zijn eenakter Cavalleria rusticana , en die ook met de lyrische idylle L'amico Fritz bewonderaars aan zich verplicht heeft.

Uit het bovenstaande blijkt eveneens dat we hier geen bloedstollend drama horen, maar een simpele liefdesgeschiedenis, zelfs zonder echte handeling. Ligt het werk dus inhoudelijk dichter bij L'amico Fritz, muzikaal lijkt het wel degelijk een voorstudie voor Cavalleria rusticana met brede orkestrale golven en passages voor het koor die een zomers Italiaanse landschap oproepen en een voorspel met drie solostemmen dat vooruitloopt op de befaamde opening van Cavalleria met Turiddu's 'Siciliana'.

Een echte opera is ook deze versie nog steeds niet. Na het voorspel horen we een eerste akte die in feite een vierdelige cantate met een schildering van het leven in en rond de spinnerij (de 'filanda' uit de oorspronkelijke cantate) van Andrea, hier een mooie rol van de sonore bas Carlo Colombara. De tweede akte opent met een koor dat de nieuwe dag bezingt, waarna Pinotta, een van de spinsters in dienst van Andrea, in een romance haar - naar zij denkt - hopeloze liefde voor Baldo bezingt. Een daarop volgende ontmoeting van de beide jongelui begint aarzelend, maar al snel bekennen zij elkaar hun liefde. Hun duet vormt het 'happy ending' van deze korte opera (nog geen drire kwartier) met muzikaal duidelijk veristische kenmerken.

Die veristische kenmerken vragen om grotere stemmen dan nodig zijn voor het liefdespaar in L'amico Fritz en die horen we hier dan ook. Silvia Dalla Benedetta beschikt over een heldere, krachtige sopraanstem die operaliefhebbers in Luik en elders al hebben kunnen horen als Norma. Lady Macbeth en/of Abigaille, dus dat zegt wel iets. Haar tegenspeler is de in het laat-verdiaanse en veristische repertoire door de wol geverfde Fabio Armiliato, bij de opname de zestig al gepasseerd naar nog steeds in het bezit van een heldere em zeer krachtige tenore lirico-spinto.

Wellicht had dirigent Francesco Ledda beide solisten tot iets meer lyriek moeten bewegen, terwijl de productie iets meer had moeten streven naar een balans die hun stemmen minder sterk op de voorgrond had geplaatst. Desondanks is dit een welkome aanvulling van de catalogus, waarin Pinotta uitsluitend vertegenwoordig was door een vooral technisch minder verzorgde live-opname. De cd met een simpel boekje met een inleiding en foto's (maar geen libretto) is tegen een schappelijke prijs te bestellen bij Opera Discovery Records in Italië (www.opera-discovery.com), een klein label dat verder onder meer liederen van Catalani heeft uitgebracht. (Het door mij bestelde exemplaar had ik overeigens binnen een week in huis!)

N.B. In Opera Actueel van 25 juni zal aandacht aan deze uitgave worden besteed.

_______________
*) Stivender: Mascagni - An autobiography compiled, edited and translated from original sources. New York/Londen 1988. ISBN 0-912483-06-7 (U.S.), ISBN 1-871082-01-3 (U.K.)


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links