CD-recensie

Elgar's Elckerlyc

 

© Paul Korenhof, april 2015

 

Elgar: The Dream of Gerontius op. 38 - Sea Pictures op. 37 - Prelude to The Dream of Gerontius prelude (concert version)

Sarah Connolly (mezzosopraan), Stuart Skelton (tenor), David Soar (bas),
BBC Symphony Chorus & Orchestra o.l.v. Andrew Davis

Chandos CHSA 5140(2) (2 sacd's)

Opname: Croydon, 3-5 april 2014

 

De tijdsduur van de beide delen van The Dream of Gerontius maakt het logisch dat de vijf Sea Pictures op de eerste cd werden geplaatst, voorafgaand aan het eerste deel van het oratorium, maar Chandos had tussen beide werken wel een langere pauze mogen plaatsen. Nu is het alsof we na de slotmaten van Götterdämmerung meteen met het voorspel van Parsifal worden geconfronteerd. Waar het The Dream of Gerontius betreft, is die vergelijking overigens minder absurd dan zij lijkt. Hoewel Elgar's schildering van de dromen die de stervende Gerontius bezoeken, inhoudelijk meer weg heeft van onze Elckerlyc (of de Engelse Everyman) dan van Wagner's verlossingsdrama, zijn de invloeden onmiskenbaar.
Muzikaal blijkt de relatie met Wagner behalve uit de in het uitgebreide voorspel al opgeroepen sfeer ook uit de toepassing van leidmotieven en reminiscenties aan zowel Tristan und Isolde als de Ring, maar ook het semi-religieuze karakter van beide werken vertoont verwantschap. Dat geldt trouwens ook voor de verdeelde en soms negatieve reacties die beide werken opriepen, waarbij Elgar het wel heel zwaar te verduren heeft gehad. Tot in het begin van de vorige eeuw was het katholicisme onder anglicanen minstens even verdacht als hier onder protestanten, die in sommige streken op het platteland hun kinderen zelfs wijs maakten dat zij kans liepen opgegeten te worden als zij te dicht langs een katholieke boerderij fietsten.

Toen Elgar besloot tot het op muziek zetten van het door Dante's Divina Commedia geïnspireerde leesdrama The Dream of Gerontius van kardinaal Newman, een zeer 'katholiek' werk over de reis van de ziel naar het hiernamaals, wist hij bij voorbaat dat dit in het Engeland van zijn tijd problemen zou kunnen opleveren. Een belangrijke factor om door te zetten bij dit opdrachtwerk voor de muzikale triënnale van 1900 in Birmingham was de wetenschap dat de koorleider een groot promotor van zijn muziek was. Diens dood en het feit dat zijn taak werd overgenomen door zijn anti-katholieke en bepaald niet op Elgar gestelde voorganger, betekende echter dat het werk het moeilijk zou gaan krijgen en inderdaad heeft het tot de tweede helft van de vorige eeuw geduurd eer deze compositie de erkenning kreeg waarop zij recht had.

Een bijkomend probleem was mogelijk dat het ondanks sterke wagneriaanse invloeden moeilijk is een etiket op het werk te plakken. Elgar wilde er beslist geen oratorium van maken en vermeed ook zorgvuldig een nummerstructuur met koren, recitatieven en aria's, maar het door zijn vriend en uitgever Jaeger voorgestelde etiket 'cantata sacra' vond hij niet passen bij de dramatiek en de karaktertekening in vooral de scènes met Gerontius en de Engel. Ondanks een prominente rol van het orkest die behalve aan Wagner ook aan Verdi doet denken, zag hij het werk echter evenmin als een religieus drama.
Dankzij de briefwisseling tussen Elgar en Jaeger weten we tot in de details hoe de componist zelf zijn werk zag. Zijn doel was het vertellen van een verhaal met een boodschap op basis van een poëtische tekst, waarbij hij een schildering wilde geven van een man die snel de donkere kant van het leven ziet, zich mogelijk ook snel tegengewerkt voelt, zelfs door de God waarin hij ooit zo sterk geloofde, en die ook meer dan eens gespeeld heeft met de gedachte aan zelfmoord. In zijn laatste momenten is hij nu echter op zoek naar verzoening en geruststelling, wat de dialoog van zijn ziel met de Engel in het tweede deel tot het centrale moment en een emotioneel hoogtepunt maakt.

Het knappe van de uitvoering die Andrew Davis met het ensemble van de BBC gerealiseerd heeft, is dat hij de sterk wagneriaanse dramatiek weet te combineren met een berusting en een verstillen die zowel aan Wagner (derde akte Parsifal ) doet denken als aan de regelmatig terugkerende verzoening met de dood in de werken van Verdi. Het daardoor ontstane 'evenwicht in contrasten' doet zelfs sterk denken aan Verdi's Te Deum, de voorlaatste en misschien wel de volmaaktste compositie van deze grote Italiaan die enkele maanden na de voltooiing van The Dream of Gerontius zou overlijden.

Gesteund door de grandeur van de door het BBC-ensemble gerealiseerde klankkleuren roept Davis hier een combinatie van intensiteit en berusting op, waardoor ik zijn uitvoering prefereer boven alle andere die mij van dit werk bekend zijn. Een bijzonder sterk punt vormen daarbij de vertolkingen van de tenor Stuart Skelton, een Gerontius vol dramatiek in prachtige vocale klanken maar zonder een spoor van theatraliteit, en de mezzosopraan Sarah Connolly als een warme maar tegelijk 'geslachtloos' klinkende Engel die zich ontpopt als de ideale metgezel tijdens de laatste reis.

Voorafgaand aan het hoofdwerk horen we Sarah Conolly eveneens in levendige uitvoeringen van de zes Sea Pictures met alle kleuren die we bij deze schilderijen mogen verwachten en als toegift biedt de uitgave het Parsifal-achtige voorspel van The Dream of Gerontius in de zelfstandige concertversie. Een extra woord van lof voor de manier waarop Ralph Couzens Elgar's klankwereld met zijn microfoons heeft weten te vangen. De echte goede opnametechnici zijn gelukkig nog niet uitgestroven.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links