CD-recensie

Rossini - Colbran, the Muse

 

© Paul Korenhof, december 2009

 

 

Rossini: Aria's uit Armida, La donna del lago, Maometto II, Elisabetta, regina d'Inghilterra, Semiramide en Otello.

Joyce DiDonato (mezzosopraan), Roberta De Nicola (sopraan), Corrado Amici, Lawrence Brownlee, Carlo Putelli (tenor), Orchestra e Coro dell'Academia Nazionale di Santa Cecilia, Roma o.l.v. Edoardo Müller.

Virgin Classics 69457906 (opname: juni 2009)


Terwijl Vivica Genaux zich steeds meer van Rossini afwendt om zich in het barokrepertoire te specialiseren, verschuift de belangstelling van de twee jaar oudere Joyce DiDonato zich juist steeds meer in de omgekeerde richting. Deze uit Kansas afkomstige Amerikaanse mezzosopraan, ter wereld gekomen als Joyce Flaherty, maakte haar internationale doorbraak vooral in opera's van Händel, maar staat tegenwoordig bovenaan het verlanglijstje van de grootste theaters als er een opera van Rossini opgevoerd gaat worden.

Of DiDonato inderdaad hetzelfde stemtype heeft als Rossini's eigen muze, de Spaanse zangeres Isabella Colbran, weten we natuurlijk niet. Vermoedelijk heeft Colbran toch een fractie lichter geklonken, meer in de richting van het timbre van Frederica von Stade, maar wel mogen we ervan uitgaan dat zij in haar grote dagen haar grote stemomvang nadrukkelijk wist te etaleren. Op dat punt zullen Horne en DiDonato meer in haar buurt komen en wie de partituren meeleest, komt tot de conclusie dat er ook overeenkomsten moeten zijn tussen haar coloratuurtechniek en die van DiDonato.

Uit alle verhalen weten we bovendien dat Colbran in haar tijd zo mogelijk nog meer gevierd werd als vertolkster dan als stemvirtuoze, iets wat ook duidelijk blijkt uit de manier waarop Rossini bepaalde rollen gestalte gaf. Een van haar grootste rollen was immers Desdemona in Rossini's Otello en juist die rol is allesbehalve gericht op uitbundig vocaal vertoon. Hier moeten sfeer en kleuring de boventoon voeren en daaruit kunnen we afleiden dat Colbran op dat punt duidelijk de lijn inzette die later werd doorgetrokken door Maria Malibran.

Het grootste compliment dat we Joyce DiDonato moeten maken, is dat ze Rossini's muziek op beide punten recht weet te doen. De fiorituren sprankelen zowel uitbundige staccatoreeksen als in de legatolijnen, maar daarnaast blijft er altijd aandacht voor de kleuring, niet alleen als haar rollen al in de richting van Bellini's romantische heldinnen gaan (zoals Elisabetta, Desdemona en Anna in Maometto II), maar ook op momenten waarop virtuositeit de boventoon voert. Alleen jammer dat zij niet altijd honderd procent zuiver klinkt en dat een enkele maal haar ademsteun lijkt te wankelen, wellicht omdat de kern van Colbran's stem toch meer naar het sopraanregister neigde. (Het slot van 'Quanto è grato all'alma mia' uit Elisabetta had van mij overigens nog wel een keertje overgedaan mogen worden.)

Voor deze cd werden kosten noch moeiten gespaard. Niet alleen werd een van de beste orkest van Italië met het bijbehorende koor ingehuurd, maar ook mochten vier ondersteunende solisten aantreden, onder wie niemand minder dan de opkomende Rossini-tenor Lawrence Brownlee, die we hier horen in het 'canzone del gondoliere' tijdens Desdemona's grote scène in het derde bedrijf van Otello. Bij het engageren van de dirigent herinnerde Virgin zich echter dat er een financiële crisis aan de gang is - of zitten we hier met de gevolgen van een artistieke crisis? En als dat laatste het geval is, hebben we dan te maken met een gebrek aan capabele dirigenten of met een gebrek aan artistiek besef bij de grote labels? Dat Edoardo Müller al vele jaren in het kielzog van bekende solisten de wereld rondreist om tijdens recitals voor enige pianistische ondersteuning te zorgen, vind ik prima. Dat hij in sommige theaters de zoveelste herneming van een Italiaanse opera mag dirigeren, zal mij ook een zorg zijn. Dat hij bij een belangrijke recital-cd een nauwelijks opvallend orkestraal aandeel mag bijdragen, is echter triest. Onder zijn directie komt het Cecilia-orkest tot idiomatische begeleidingen zonder veel vuurwerk en het koor zingt als een verzameling goed afgerichte zombies. Joyce DiDonato verdiende beter - en had dan wellicht gezorgd voor een recital dat in alle opzichten superieur was geweest!


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links