|
CD-recensie
© Maarten Brandt, oktober 2019
|
Martino Traversa - Hommage
Traversa: Quasi una sonata… (voor viool en piano) – Red 2 (voor viool en ensemble) – Oiseaux Tristes (voor piano) – Trois poèmes de Stéphane Mallarmé (voor sopraan, klarinet, cello en piano) – Di altri cieli (voor sopraan en zes instrumenten) Hae-sun Kang (viool), Livia Rado (sopraan), Ciro Longobardi (piano) Ensemble Prometeo o.l.v. Marco Angius
KAIROS 0015054KAI • 38' •
Opname: 27 oktober 2017 (Quasi una sonata en Oiseaux Tristes), 6 en 7 juli 2018 (Red 2), 21 mei 2017 (overige composities), Casa della Musica di Parma
www.kairos-music.com
|
|
|
De Italiaanse in 1960 geboren componist Martino Traversa begon als autodidact in welke hoedanigheid hij zeven jaar actief was en zich oriënteerde op diverse gebieden met inbegrip van de jazz. Voorts studeerde hij piano, elektronische muziek en informatie-technologie. Daarnaast volgde hij diverse cursussen, waaronder aan het Mozarteum in Salzburg en het CCRMA (Center for Computer Research in Music and acoustics) van de Stanford University. Ook en niet in de laatste plaats stak hij zijn licht op bij Luigi Nono, die hem in 1990 ondersteunde bij de totstandkoming en het management van het Varèse-ensemble. In 1991 riep hij het festival ' Traiettorie' ('trajecten') in het leven, gewijd aan de meest contemporaine muzikale uitingen van dat moment. Acht jaar later nam hij het voortouw in de oprichting van de Fondazione Prometeo, zijnde, om met de componist te spreken, een soort 'laboratorium' waarin het bestuderen en uitdiepen van de raakvlakken tussen fysica, culturele ontwikkelingen, kunst en filosofie centraal staan. Hier is, met andere woorden, sprake van een interdisciplinaire aanpak, waarvoor mede het Parijse Ircam-instituut van Pierre Boulez model heeft gestaan, een van de muzikale persoonlijkheden die Traversa naast Debussy en Nono ten zeerste inspireren. Net zoals uit de boezem van laatstgenoemde instelling Ensemble InterContemporain voortkwam is dit het geval geweest met het op deze uitgave te horen Prometeo Ensemble dat zonder de gelijknamige Fondazione niet denkbaar is en tot de meest vooraanstaande Italiaanse eigentijdse muziekformaties behoort. Naast dit gezelschap hebben ook andere musici van grote faam, onder wie de altviolist Garth Knox en het Arditti Quartet, zich over Traversa's muziek ontfermd. Hoewel zijn elektronische werk op bovenstaande cd niet is vertegenwoordigd, is dit wel een groot aandachtsgebied van deze componist, speciaal waar het gaat om de verbindingen met de akoestisch voortgebrachte toonkunst. Ziehier, opnieuw een fenomeen dat Traversa met Boulez' exploraties deelt.
|
|
|
|
Fragmentatie
Maar ook in esthetisch opzicht zijn er lijnen te trekken tussen Traversa ener- en Boulez en Debussy (en Ravel!) anderzijds, speciaal in de werken die op deze - met 38 minuten speelduur wel bijzonder kort uitgevallen - puik klinkende cd zijn samengebracht (saillant detail: Traversa voltooide net een nieuwe instrumentatie van Debussy's Six épigraphes antiques!). Dit echter vrijwel zonder dat er sprake is van letterlijke ontleningen aan hun muziek. Vrijwel, want in het laatste van de Trois poèmes de Stéphane Mallarmé (2012, tevens getoonzet door Debussy en Ravel) dus in Autre Éventail, wordt tegen het slot bij machte van twee maten heel subtiel naar het derde lied (Surgi de la croupe et du bond) van de grote 'musicien français' verwezen. Heel typerend voor veel muziek uit de avant-garde is dat de tekst veelal dusdanig over het geheel is uitgecomponeerd, dat de woorden moeilijk te volgen, om niet te zeggen totaal onverstaanbaar zijn. Hoezeer het melodisch-harmonische betoog van Traversa ook verplicht is aan diezelfde avant-garde, opvallend is juist dat de vocale lijn kraakhelder is en dat de tekst ondubbelzinnig duidelijk voor het voetlicht komt. Met andere woorden, Traversa biedt ons hier het beste van beide werelden; voorwaar geen geringe prestatie. Hetgeen vanzelfsprekend ook op conto van zowel de sopraan Livia Rado als de leden van Ensemble Prometeo moet worden bijgeschreven. Rado is het ook die een aandeel heeft Di altri celi (2014) een hommage aan Traversa's toeverlaat en inspirator Luigi Nono en speciaal diens imponerende strijkkwartet Fragmente - Stille, an Diotima. De titel van Traversa's werk is ontleend aan een gedicht van Friedrich Hölderlin "molteplici attimi pensieri silenzi 'canti' / di altri spazi di altri celi ("veelvuldige gedachten, stiltes, 'liederen'/ afkomstig van andere ruimtes, van andere hemelen"). Het contrast met de voorgaande drie liederen kon niet groter zijn en dit is het minst frans getinte onderdeel van deze productie. Hier geen doorgetrokken lijnen, maar juist een muziek die zich manifesteert in een substantiële mate van fragmentatie, een eigenschap die ook typerend is voor veel van de gerijpte en diep-peilende muziek van Nono, niet in het minst dat bewuste strijkkwartet uit 1980.
Procedé
De geest van de Franse muziek is niet minder optimaal aanwezig in de puur instrumentale stukken. Zeker die van Boulez, waarbij het verschil bij vlagen schuilt in een statischer verloop. En ook het feit, en dit is een fenomeen van Boulez dat hij bij alle helderheid tevens deelt met Debussy en Ravel, dat het karakter van de muziek minder sensueel is of, zo men wil, 'geparfumeerd'. Daarom is het jammer dat het uit 2009 daterende Landscape - op een ander label door het Prometeo Ensemble opgenomen - niet op deze cd valt te beluisteren, want dat had er gezien de korte speelduur gemakkelijk bij gekund en het portret van deze componist completer gemaakt. Maar de vraag is altijd of het glas half leeg of half vol is. Want tijd zegt niet alles en we hebben hier met rijke en gelaagde muziek te maken waarop men niet zo één, twee, drie raakt uitgeluisterd. Zoals bijvoorbeeld Red 2 (2017) dat als een soort mini-vioolconcert kan worden gezien. Opvallend in dit stuk is dat octaven niet ontbreken, dit in weerwil van het feit dat ook hier avant-gardistische invloeden allerminst worden geschuwd. Met andere woorden, een zekere eclectische houding - en dit is niet als een waardeoordeel bedoeld - is aan Traversa geenszins vreemd. Red 2 stoelt op een stuk voor vioolsolo uit 2012 dat hier is uitvergroot tot een werk voor ensemble. Een procedé dat in de eigentijdse muziek niet onbekend is, getuige bijvoorbeeld de talloze sequenza's van Berio in hun diverse afgeleiden en gedaanten. Of de omwerkingen die een Boulez in diverse gevallen van oudere composities heeft doen ontstaan. En over Boulez gesproken, als vertrekpunt voor Red 2 dient de aanhef van diens Anthèmes (eveneens voor viool). De leden van Ensemble Prometeo spelen onder supervisie van hun artistiek leider Marco Angius de sterren van de hemel evenals de violiste Hae-sun Kang, die ook is te horen in Quasi una sonata. voor piano en viool (2013). Qua idioom en vocabulaire staat dit werk dicht bij de een jaar eerder voltooide Trois poèmes. Statische en dynamische momenten wisselen elkaar af, en inderdaad is er bij nadere beluistering is soort driegeleding bespeurbaar die als een verre verwijzing naar de sonatevorm kan worden beschouwd, zonder dat het geheel daar formeel ook maar enigszins bij in de buurt komt. De coda herinnert onwillekeurig, in het bijzonder door de pianakkoorden, aan Messiaens Quatuor pour la fin du temps.
Toespelingen
Wie het totaal van het op deze disc gebodene overziet kan het alleen maar eens zijn met de noemer waaronder dit alles wordt gepresenteerd, namelijk 'Hommage' (de titel van deze cd) ofwel 'eerbetoon'. En Oiseaux Tristes voor piano vormt hierop allerminst een uitzondering, integendeel. De titel alleen al verwijst naar het tweede deel met dezelfde benaming uit Ravels pianocyclus Miroirs. Dit is geen toeval want het stuk in kwestie, dus van Traversa, is het resultaat van een opdracht van de pianist Francesco Prode aan het adres van een aantal componisten om te reflecteren op de befaamde compositie van Ravel. Dat resultaat is zonder meer fascinerend, omdat de componist bepaalde toespelingen op dat werk als het ware deconstrueert, herordend en verbindt met een klankwereld die tal van intrigerende dwarsverbanden vertoont met die van een late Debussy en Messiaen. Ciro Longobardi die - behalve in Red 2 - een belangrijk aandeel heeft, geeft een hoogst imposant pleidooi voor dit verbeeldingsrijke stuk. De presentatie van deze uitgave is wat de inhoudelijk informatie over de componist betreft om door een ringetje te halen. Uiterst grondig - enkele interessante notenvoorbeelden incluis - en dus precies van we op dit gebied van Kairos gewend zijn. Een minpuntje is wel dat het boekje geen afdruk van de gezongen teksten bevat en dat de bio's van zowel Hae-sung Kang, Livia Rado als Ciri Longobardi ontbreken.
|
|