CD-recensie

 

© Maarten Brandt, mei 2008


 

Feldman: The viola in my life I-IV.

Marek Konstantynowicz (altviool), Cikada Ensemble, Norwegian Radio Orchestra o.l.v. Christian Eggen.

ECM New Series 1798 476 5777 • 40' •

www.ecmrecords.nl

 

 


Als de muziek uit de twintigste eeuws ons, behalve van allerhande technische zaken en procédés, ergens van bewust heeft gemaakt is het wel van de vraag waar het in muziek van hoge kwaliteit in singuliere zin om draait. Door welke factoren wordt de kwaliteit van een muzikaal kunstwerk in wezen bepaald? Door melodie, ritme of harmonie? Zeker ook, maar niet uitsluitend en alleen. Voor veel mensen is de herkenbaarheid van een melodie datgene wat voor hen een compositie de moeite waard maakt. Vandaar ook dat de meeste twintigste eeuwse werken aan hen niet zijn besteed. Maar een melodie op zich zegt nog niets over de kwaliteit van onverschillig welke partituur. Ware dat wel zo, zou een concertje van Stamitz even waardevol zijn als een laat strijkkwartet van Beethoven. Wanneer men melodie nu vervangt door een gemakkelijk te volgen verhaal wordt dit probleem wellicht nog duidelijker. Dient men de kwaliteit van een roman af te meten aan de omstandigheid dat een verhaal al dan niet gemakkelijk is te volgen? Als dit waar zou zijn, zou een gemiddelde driestuiverroman niet zijn te onderscheiden van een meesterwerk als bijvoorbeeld ‘Der Zauberberg’ van Thomas Mann.

Plechtankers

Nee de kwaliteit van een roman wordt uitgemaakt door de wijze waaróp het verhaal wordt verteld, hoe de auteur de fantasie van de lezer prikkelt, door bijvoorbeeld geraffineerd te anticiperen op gebeurtenissen maar ook door op een creatieve wijze de verwachtingspatronen van diezelfde lezer danig te frustreren. Dit zozeer dat het verhaal niet meer het doel is maar tot spil is getransformeerd voor iets wat daar ver boven uitstijgt.

Niet anders is het met grote klinkende kunstwerken, waarin het melodische element geen doel is, maar middel om tot een imposant brok muzikaal proza te komen waardoor de toehoorder op het scherp van de snede wordt uitgedaagd om het eens verder van zijn bed te zoeken. Dat bewijzen de late strijkkwartetten van Beethoven evengoed als de pionierende stukken van Debussy, Wagner, Monteverdi, Bach, Schönberg en Boulez om slechts enkele grootheden te noemen.

Wie nou mocht denken dat het in de tonale muziek louter om herkenbare en afgebakende melodieën gaat, heeft het geheel bij het verkeerde eind. Luister hoe een Bruckner thematische bestanddelen in menig deel van zijn symfonieën tot op het bot deconstrueert. Alleen u accepteert dat omdat het tonale referentiekader nog grotendeels aanwezig is. Valt dat weg dan lijkt alle houvast ver te zoeken en is de luisteraar gedwongen naar andere plechtankers om te zien. Die kunnen betrekking hebben op ritmiek, kleur en timbre, alsmede bijvoorbeeld textuur, de dichtheid van het klankbeeld en last but not least harmonische faseverschuivingen. Deze verschijnselen kunnen even beklijvend zijn als melodische elementen. Zij kunnen het actief luisteren naar muziek tot een ongekend avontuur maken en wat méér is: zij kunnen er met terugwerkende kracht toe leiden dat men ook de zogenaamde bekende werken uit het verleden – om John Cage te parafraseren – met ‘nieuwe oren’ gaat beluisteren.

Muziek als zijnstoestand

Wie dat ongekende avontuur wil aangaan zou bovenstaande cd-productie van de Amerikaanse componist Morton Feldman (1926-1987) ‘The Viola in My Life’ eens moeten aanschaffen. Zijn muziek is even onverbloemd twintigste eeuws als die van Boulez, Berio, Stockhausen en andere groten uit die tijd, zij het met niets en met niemand vergelijkbaar. Behalve dan in abstracte zin, namelijk dat het in Feldmans klankgeworden universum om één ding draait, net zoals dit opgaat voor stilistisch mijlenver van elkaar verwijderd zijnde muziekvinders als Anton Webern en Edgard Varèse. Maar die oninwisselbare ‘musique pure’ hebben alle drie genoemde figuren ondubbelzinnig met elkaar gemeen. Ook het fenomeen dat - hetwelk voor alle vier en sterk uiteenlopend bezet zijnde versies voor ‘The Viola in My Life’ opgaat - muziek hier als een zijnstoestand op ons af komt. Wie een dialectisch betoog verwacht van het ene gegeven dat het ander uitlokt, zal snel afhaken. Is men echter bereid het moment te accepteren voor wat het is zonder zijn of haar verwachtingspatronen in stelling te brengen, dan zal men vroeg of laat onder de indruk raken van deze subtiele toonkunst. Een toonkunst die doordesemd is van een moeilijk te definiëren maar altijd voelbare melancholie, die in de geest merkwaardig genoeg niet ver afstaat van Schubert, ook al hebben Feldmans noten met diens stijl natuurlijk in de verste verte niets van doen.

Leegte

Het geweldige van deze cd-productie is dat nu eindelijk eens de vier verschillende versies van Feldmans ‘The Viola in My Life’ bij elkaar staan. Formeel zijn het verschillende composities, maar het is ook mogelijk hen te beschouwen als vier omtrekkende bewegingen naar een en hetzelfde onbekende centrum, en dat centrum is misschien het best te omschrijven als de leegte waaruit en waarin het gebeuren hoorbaar gestalte krijgt. Boeiend is ook te horen hoe Feldman het verschijnsel herhaling aan de orde stelt door deze of op onverwachte plekken te doen plaatsvinden dan wel volledig achterwege te laten. Heel in de verte zijn archetypische rudimenten bespeurbaar van, zoals Paul Griffths dat in zijn commentaar zo mooi verwoordt, “een romantisch altvioolconcert, dat nooit heeft bestaan” (wat speciaal opgaat voor nr. IV, de versie met symfonieorkest). Met andere woorden, het gaat hier om een totaal fictief verleden, dat zich aandient in de onmiddellijke ervaring van een magisch muzikaal heden. Een muziek waarin maatstrepen, als ze er al zijn, een uiterst voorlopige betekenis hebben en sowieso niet hoorbaar zijn. Melodieën zijn er niet, wel pogingen daartoe, en die pogingen zijn voor een deel debet aan eerder genoemde melancholie: alsof er naar een melodie wordt gezocht die het raadsel van de muziek volledig zal onthullen, maar waarvan het gelukkig zeer onwaarschijnlijk is dat dit ooit zal gebeuren. De ongerepte en van iedere geliktheid gevrijwaard zijn musiceertrant van Konstantynowicz en de zijnen maken het ondergaan van deze vier composities tot een heel bijzondere sensatie, iets waarmee het onopgesmukte opnamebeeld helemaal in overeenstemming verkeert.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links