|

CD-recensie
© Maarten Brandt, april 2017
|
Bach: Johannes-Passion BWV 245 (versie 1724 + 2 fragmenten uit versie 1725). Lothar Odinius (tenor, evangelist), Christian Immler (bas, Christus), Ditte Andersen en Lenneke Ruiten (sopraan), David Jansen (altus), Delphine Galou (alt) Colin Balzer en Valerio Contaldo (tenor), Yorck Felix Speer (bas) en Les Musiciens du Louvre o.l.v. Marc Minkowski
Erato 0190295854058 • 1.41' • (2 cd's)
Opname: 14-19 april 2014 en live op 15 april 2014, Chapelle de la Trinité, Lyon (F)
www.erato.com
http://www.mdlg.net
|
|
|
Marc Minkowski behoort tot de meest kleurrijke en verrassende dirigenten uit het historiserende kamp. Zijn oriëntatie beperkt zich allerminst tot de oude muziek, ook Berlioz, Wagner en anderen zijn inmiddels (en dit al geruime tijd) binnen zijn actieradius betrokken. Zo vind ik zijn DG-opname van Berlioz' Symphonie Fantastique een van de meest fascinerende (en qua tempo - deel 3 - langzaamste) uit de catalogus. De klinkende nalatenschap van onze onvolprezen Thomascantor is betrekkelijk laat op Minkowski's weg gekomen, en dat vindt zijn oorzaak in het feit dat, getuige het interview met hem dat in het booklet van deze gloednieuwe Johannes -uitvoering staat afgedrukt, toen hij in de jaren tachtig van de vorige eeuw zijn eerste cd's opnam vrijwel alle barokinterpreten door dik en dun zich op Bach stortten. Pas bijna negen jaar geleden waagde Minkowski zich op het discografische Bach-pad met een luisterrijke vastlegging van de Hohe Messe (klik hier voor de recensie). Net als in eerdergenoemd werk zocht de dirigent ook voor deze vastlegging van de Johannes-Passion zijn toevlucht tot een puur solistische bezetting. Over de ins en outs en vooral: de wetenschappelijke juistheid van deze door Joshua Rifkin cum suis in de wereld gebrachte opvattingen (waarbij, zacht uitgedrukt, zeker wel enkele vraagtekens zijn te plaatsen) kunt u elders op deze site de nodige artikelen lezen.
Doorslag
Dit laat echter onverlet dat het uiteindelijk het muzikaal/artistieke en spirituele resultaat is - en niet zozeer de dogma's van onverschillig welke uitvoeringspraktijk - dat de doorslag geeft. Waar natuurlijk nog bij komt dat het bereiken van het ideaal van een zowel soepele als - indien nodig - scherp geslepen klank met behulp van een kleinschalig opererend ensemble gemakkelijker valt te realiseren dan met een middelgroot- en, laat staan: omvangrijk koor. Daar staat weer tegenover dat het hanteren van een Madurodam-formaat solistische bezetting ook tot een te zeer uitgebeend om niet te zeggen hyperkaal klankgemiddelde kan leiden, zoals bijvoorbeeld de vertolking van de Hohe Messe onder leiding van Sigiswald Kuijken (Challenge Classics) bewijst. Want waar het hoe dan ook om draait, is dat het voordeel van die slanke sonororiteit bij een puur solistische bezetting niet op conto mag gaan van zwakke solistische bijdragen en dat, omgekeerd, het beschikken over op zich beschouwd voortreffelijke solisten niet als negatief saldo mag resulteren in een niet alleen magere maar, erger nog, heterogene en onevenwichtige koorklank. Dat risico bestaat wanneer men, zoals Rifkin en Kuijken voorstaan zo streng in de leer is dat het 'koor' uit niet meer dan vijf vocalisten mag bestaan, terwijl Minkowski er voor een achttal opteert (alle vocalisten met uitzondering van de evangelist), of, om de dirigent in eerder genoemd interview aan te halen: "Mit acht Sängern können Sie sowohl für Abwechslung bei den Chorstimmen als auch für eine kohärente Verteilung der Arien sorgen. Aber zu keinem Zeitpunkt haben wir einen Gegensatz zwischen Solo und Chor gesucht oder auch nur die Identifizierung einer Stimme mit einer 'Person'. Dies bleibt die Passion einer Gruppe von Solisten, und ich unterstreiche beide Begriffe: Gruppe und Solist. (.) Das Manuskript legt nahe, dass der Bass, der Jesus seine Stimme leiht auch nach dessen Tod 'Mein Teurer Heiland' singt. Das ist ebenfalls wichtig. Der Retter und der Gerettete sind eins. Das lehrt uns die Luther'sche Reform."
Akoestische ambiance
In mijn bespreking van de Hohe Messe schreef ik, na enkele andere uitvoeringen van Bachs werk in een solistische formaties te hebben genoemd: "Het grote verschil schuilt onder meer in de omstandigheid dat Minkowski niet alleen naar grote stemmen heeft gezocht (en grote stemmen zijn het, dit in de beste zin des woords) maar zich vooral grondig heeft afgevraagd of die stemmen bij elkaar een evenwichtig en compact totaal opleveren. En wat men ook kan afdingen op de kleine omvang van Minkowski's ensemble, daarin is hij voorbeeldig geslaagd Tot dit imposante resultaat zal ongetwijfeld ook de fraaie akoestische ambiance (.) van de Bonaval Basiliek in Santiago de Compostella in niet geringe mate hebben bijgedragen waar dit geheel in juli 2008 werd vereeuwigd. De klank is gevat in een weldadig aura en, mede als gevolg van de al genoemde akoestiek, baadt de zaak in een en al sonore weelde, zonder dat de helderheid van het discours er ook maar een seconde aan heeft hoeven te geloven. Tijdens de tutti lijkt het daarom wel alsof er - mannenstemmen! - een echt koor staat te zingen in plaats van een handjevol vocalisten."
'Grondtoon'
Welnu, voor de schitterende akoestische ambiance van bovengenoemde lokaliteit doet de Chapelle de la Trinité te Lyon geenszins onder. Opnieuw is het tijdens de koordelen van de Johannes alsof er niet een uit solisten opgetrokken ensemble staat te zingen maar een echt koor. Zij het een koor met een zeer reliëfrijke klank, maar wel een koor en niet een verzameling willekeurige stemmen, integendeel. En dit alles - mede dankzij de voortreffelijke opname met behulp waarvan de sfeer van de ruimte tot in de kern is getroffen - omgeven door een en al glans, zonder dat het geheel in een overdosis galm ten onder gaat. Het resultaat is dat ook de luisteraar thuis zich als het ware bij het gebeuren aanwezig waant. Waarbij te bedenken valt dat het hier om een 'gewone' stereo-opname gaat en niet om een superaudio-uitgave! Dit alles spoort volledig met de 'grondtoon' van Minkowski's benadering die in de ruimste zin des woords Bourgondisch mag heten en wat meer is: tot de nok toe dramatisch is geladen. Dit zodanig dat het vermoeden dat Bach met zijn Johannes heimelijk toch een opera had willen schrijven, zij het dan vermomd als liturgische compositie, haarscherp op de toehoorder wordt overgebracht. En destijds ook op de benepen Leipziger clerus, die niets ophad met de enorme retorische effecten van Bachs intimiderende toonkunst.
Geseling
Bij Minkowski horen we dan ook tijdens het 'Herr, unser Herrscher' geen zacht kloppende puls in de bas, maar in plaats daarvan een bijkans meedogenloze ritmische cadans, waarmee als het ware een voorschot wordt genomen op de geseling van Christus. Gelukkig loopt de dirigent daarna niet in de fuik om die orkaankracht onverkort door te zetten, maar schakelt hij terug naar een 'onderdruk' van waaruit het drama zich voorts langzaam maar zeker in al zijn grandeur en intensiteit zal ontvouwen. Uit de wijze van opereren van de protagonisten die voor de muzikale belichaming van het evangelieverhaal tekenen blijkt een enorme tekstbetrokkenheid. Niet voor niets heeft Minkowski deze rollen, naar eigen zeggen, bewust aan Duitse zangers toegekend (Lothar Ondinius, Christian Immler en Yorck Felix Speer). Hier is van een duidelijke 'typecasting' sprake of, om nogmaals Minkowski aan het woord te laten: "In manchen Momenten, bei der Kreuzigung zum Beispiel, beseelt Bach die Rede des Evangelisten dermaßen, dass man nicht mehr weiß, ob er ein Erzähler ist oder ein Akteur, ob der, der zu uns spricht eine furchtbare Szene beschreibt oder ob er sie gerade erlebt. Mir scheint, dass jemand, der jeden Tag Deutsch spricht, für diese Situationen am besten gerüstet ist. Kraft und Freiheit der Sprache haben Vorrang gegenüber jedem anderen Aspekt." Een mooi voorbeeld van de allengs steeds subjectiever wordende theatrale aanpak van de Evangelist blijkt in deze verschroeiende uitvoering in de scene waar Pilatus het volk voor de keuze plaatst wie vrij te laten Barrabas of Christus en de verteller uitroept: "Barrabas aber war ein Mörder." Ziehier, een van de dramatische momenten die in om het even welke opera uit de barok allerminst had misstaan en door Ondinius bloedstollend mooi voor het voetlicht wordt gebracht.
Andere visie
Met de verhitte atmosfeer van het lijdensverhaal - met bijvoorbeeld een bliksemsnel en zo scherp als een stanleymes gezongen 'Lasset uns den nicht zerteilen'; een ware sensatie en enorme vocale tour de force! - staan de koralen, die heel natuurlijk en mooi vloeiend verlopen, echter zonder gehaast over te komen, in een fraai contrast. Ook op de aria's valt in de verste verte niets af te dingen, met als een van de vele hoogtepunten een optimum aan teder- en doorleefdheid in 'Mein Teurer Heiland' tijdens het pleidooi door Christian Immler, die dezelfde aria ook zingt in de net verschenen opname van de Johannes-Passion door Apollo's Fire onder leiding van Jeannette Sorrell (Avie Records). Nog even over die Duitse uitspraak gesproken, Delphine Galou laat in 'Es ist vollbracht' weliswaar een mooi stemgeluid horen, maar de uitspraak is niet altijd even idiomatisch, dit weer in tegenstelling tot David Hansen die zeer weet te overtuigen in 'Von den Stricken meiner Sünden'. Van de beide sopranen had ik in eerste instantie een lichte voorkeur voor Ditte Andersen, met een jeugdig en fris gebracht 'Ich folge dir gleichfalls', boven onze landgenote Lenneke Ruiten. Bij eerste beluistering van de befaamde aria 'Zerfliesse, mein Herze' ervoer ik haar stemkleuring als wat afstandelijk en soms zelfs wat neigend naar het vale en verstikkende. Bij nadere beschouwing is echter ook een heel andere visie mogelijk dan die warme en op en top geëngageerde zangtrant van de altijd weer tranen aan de luisteraar ontlokkende Maria Keohane (Mirare). Smart kan zowel extravert als introvert zijn, zo introvert zelfs dat de indruk ontstaat dat het verdriet te overweldigend is om rechtstreeks en onomwonden te kunnen worden geuit, een fenomeen dat we overigens ook uit het reële leven kennen. Wie met deze wetenschap naar Ruitens versie van 'Zerfliesse' luistert kan daar niet alleen vrede mee hebben, maar komt ook in de veronderstelling te verkeren dat dit effect wel eens heel bewust door Minkowski zou kunnen zijn nagestreefd. Een effect dat past binnen de meedogenloze strekking van deze passie in haar totaal en de wijze waarop laatstgenoemde daaraan gestalte wil geven. Ook Colin Balzer ('Erwäge') en Yorck Felix Speer ('Betrachte, meine Seel' en 'Eilt, ihr angefochtnen Seelen') spelen buitengewoon hoge troeven uit.
Compromisloos
Deze uitvoering bevat op de eerste cd als extra nog twee fragmenten uit de tweede versie van de Johannes-Passion uit 1725, namelijk achtereenvolgens de basaria plus koraal 'Himmel rei ße, Welt erbebe'/ 'Jesu deine Passion' alsmede de tenoraria 'Zerschmettert mich', beide subliem gezongen door respectievelijk Christian Immler en Valerio Cantando. Heel jammer dat de overige van de 1724-editie afwijkende fragmenten door Minkowski en de zijnen niet zijn opgenomen (er was op cd 1 voldoende ruimte voor geweest), want de dramatiek van deze aria's heb ik nog nooit zo compromisloos uit de luidsprekers horen spatten als bij deze gelegenheid, zelfs niet onder Herreweghe (Harmonia Mundi). De vrouwenstemmen die in de eerste aria voor de koraalmelodie tekenen hebben echt - een effect dat duidelijk bewust door Minkowski is nagestreefd - moeite om het ultiem nerveuze en wanhopige betoog van de bas 'te bereiken', terwijl het geheel onder Herreweghe (prachtig, daar niet van) juist - mede ook opnametechnisch - op een perfect evenwicht tussen de partij van de zanger en die van het koraalgegeven neerkomt. Tenslotte vermeldt het colofon dat wat op de cd's is te horen deels live is vastgelegd, maar wat daaronder moet worden begrepen en wat niet valt onmogelijk te achterhalen, want over de gehele linie is van een zodanige concentratie sprake dat van de aanwezigheid van een eventueel publiek niets is te merken. Tenslotte ben ik nu toch wel heel erg benieuwd naar Minkowski's kijk op de Matthäus Passion ! Hopelijk hoeven we daarop niet al te lang te wachten.
|
|