|

CD-recensie
© Maarten Brandt, april 2017
|
Adès: Asyla - Tevot - Polaris - Brahms*
Samuel Dale Johnson (bariton)*, London Symphony Orchestra o.l.v Thomas Adès
LSO Live 0798 (sacd + Blu-ray audio)
Live-opname: 9 maart en 16 maart (Asyla) 2016, Barbican, Londen
http://thomasades.com/
https://lso.co.uk/
|
|
|
Toen de Engelse en in 1971 geboren componist Thomas Adès in de jaren negentig doorbrak werd hij terecht als een 'wonderkind' binnengehaald. Hij bleek niet alleen compositorisch van alle markten thuis te zijn, ook als all round musicus stond (en staat!) hij zijn mannetje. En hoe! Want Adès is niet alleen een voortreffelijk dirigent van eigen en andermans werk, ook is hij een zeer begenadigd pianist in welke hoedanigheid hij zowel als solist, begeleider en als kamermuziekvertolker voor het voetlicht treedt. Dus tel uit je winst. Dat zijn naam mede zo snel binnen het internationale circuit kon doordringen valt in niet onaanzienlijke mate te danken aan Sir Simon Rattle, die zijn oervitale orkestwerk Asyla op 1 oktober 1997 met 'zijn' City of Birmingham Symphony Orchestra ten doop hield en er vervolgens een opname voor EMI van maakte, maar die hetzelfde stuk bovendien tijdens zijn inauguratieconcert bij de Berliner Philharmoniker op 7 september 2002 op de lessenaars zette (met na de pauze de Vijfde symfonie van Mahler).
Trance
Een van de critici schreef naar aanleiding van de vuurdoop van Asyla "It's the most beautiful ugly sound of the world" en daar is geen woord teveel mee gezegd. Want als er een stuk is waar ons een on-Britse ruig- en weerbarstigheid in tegemoet klinkt - met een allure die soms onwillekeurig bepaalde stukken van onze landgenoot Louis Andriessen in herinnering roept - is het Asyla wel. En dan denk ik speciaal aan het derde gedeelte van deze vier delen omvattende symfonische compositie, dat treffend 'ecstatico' is gedoopt en waarbij het intimiderende slagwerk (pauken en grote trom die keiharde signalen van de hoge blazers van een beukend ritme voorzien) de luisteraar soms bijkans in trance brengt. Dat ruige en dionysische kenmerkt ook de beide hiervoor genoemde uitvoeringen van Rattle, terwijl in de nieuwe live met het London Symphony Orchestra onder supervisie van de componist vastgelegde vertolking van Asyla de nadruk eerder op de kleuraspecten van het werk ligt en een lichtere toets de toon zet. Er zit duidelijk meer ruimte tussen de noten, terwijl de speelduur (een kleine fractie sneller dan Rattle) nauwelijks verschilt. De lyrische kant van het werk - zoals die met name in het tweede en nog sterker het laatste deel tot uitdrukking komt - staat hier duidelijk op de voorgrond, waardoor toch meer licht wordt geworpen op het feit dat deze muziek hoe dan ook wel degelijk Brits is.
'Familie'
Veel belangrijker is nog de wetenschap dat Asyla de opmaat bleek te zijn tot het op bovenstaande cd vastgelegde en veel grotere geheel, met als tweede en derde paneel achtereenvolgens Tevot (2006) en Polaris (2010). Een drietrapsraket kortom, aan de hand waarvan men - zoals terecht in het de cd begeleidende boekje valt te lezen - heel goed de ontwikkeling die Adès in de tussenliggende en een periode van dertien jaar omvattende tijd heeft doorgemaakt, kan waarnemen. De meervoudsvorm 'tevot' is een Hebreeuws woord met verschillende betekenissen. Een ervan is 'maten', echter het enkelvoud - 'tevah' - verwijst naar de Ark van Noach maar tevens naar de rieten mand waarin Mozes door zijn moeder is neergelegd en die vervolgens in de Egyptische rivier de Nijl werd geworpen. In beide betekenissen gaat het dus om beschutte, lees: veilige plaatsen. En zo wordt de relatie met Asyla duidelijk (men denken in dit verband aan het aanvragen van asiel; een zeer actueel thema!). Maar om nog even op'het woord 'tevot' in termen van 'maten terug te komen, daarover merkte de componist het volgende op:
"Ik hecht aan de gedachte dat de maten van de muziek de noten als het ware gelijk een 'familie' door het stuk heendragen (.) en ik heb mijn gedachten ook laten gaan over de Ark, in de zin van een schip of voertuig als beeld van de aarde, de planeet die ons - en allerhande andere levenssoorten - dwars door de chaos heen naar de veiligheid brengt."
Anders dan Asyla is Tevot een eendelig stuk van een geweldige expansie waarin de extremen van luidheid en beweging en die van een breed-ademende ingetogenheid (de langste tweede helft van het stuk) elkaar aanvullen.
Geluidsspiraal
In het sluitstuk van deze orkestrale triptiek, Polaris (in tijdsduur het kortste werk van het drieluik) is niet alleen sprake van meer ruimte tussen de noten maar speelt ook de geografie van de uitvoering een rol, aangezien een groep koperen blaasinstrumenten los van het orkest op het podium, dienen te worden opgesteld. Het materiaal ontwikkelt zich canonisch van de hoogste tot de laagste regionen, en wel zodanig dat de luisteraar een belichaming in klank van een reis door de ruimte ervaart, zeker wanneer het gebodene in de surround-modus wordt ondergaan, wat speciaal in het geval van Polaris beslist aanbeveling verdient. Het boeiende daarbij is dat het muzikale verloop in een geluidsspiraal culmineert (niet zonder reden verkeert de afbeelding op het cd-hoesje hier geheel mee in overeenstemming), zodat het geheel zich uiteindelijk nadrukkelijk haaks verhoudt tot de obsederende en niet zelden aan de praktijk van de technomuziek verwant zijnde hoekigheid van Asyla, het meest 'aardse' onderdeel van deze fascinerende trilogie.
Samenhang
Niettemin spelen de uitgangspunten van laatstgenoemde compositie een rol van betekenis in zowel Tevot als Polaris. En ook in het sluitstuk van deze productie, het op een gedicht van pianist Alfred Brendel gebaseerde orkestlied Brahms (2001) geschreven om de 70 e verjaardag van Brendel mee op te luisteren. Het begin van Brahms' Vierde symfonie vormt het uitgangspunt voor deze compositie, waarin het materiaal in kwestie zodanig in het totaal is verwerkt dat eerder de geest dan de muziek in letterlijke zin aanwezig is, en Brahms als een fraaie epiloog fungeert van het beurtelings markante, bonte maar ook soms ingetogen drieluik van Adès. Rest nog te melden dat beide discs ook geluidstechnisch gezien om door een ringetje te halen zijn, met dien verstande dat ik tijdens het beluisteren van de Blu-ray audioschijf nog iets meer presence meende te bespeuren dan bij de sacd. Het LSO heeft met deze riante uitgave een schitterend monument voor Adès neergezet, want het is een geweldige luxe om deze intrinsiek met elkaar verbonden stukken nu in samenhang te kunnen horen.
|
|