![]() CD-recensie
© Kees de Leeuw, april 2009
|
||
Sjostakovitsj: Symfonie nr. 11 in g, op. 103 (Het Jaar 1905). Royal Liverpool Philharmonic Orchestra Naxos 8.572022 • 58' •
Het uitbrengen van een cd met de Elfde symfonie van de Sjostakovitsj door Naxos is de start van een nieuwe cyclus met de 15 symfonieën van de Rus onder leiding van Vasily Petrenko. . Het is bepaald niet de eerste opname van Sjostakovitsj’ complete symfonieën. Vladimir Ashkenazy, Rudolf Barshai, Oleg Caetani, Bernard Haitink, Mariss Jansons, Dmitri Kitajenko, Roman Kofman, Kirill Kondrashin, Mstislav Rostropovitsj, en Maxim Sjostakovitsj gingen de jonge Russische dirigent Petrenko voor. Nog niet genoemd is Ladislav Slovák met het Tsjechoslowaaks Symfonie Orkest. Slovák en zijn musici namen ook alle symfonieën op en wel voor Naxos. Het is een teken van veranderend beleid bij deze maatschappij dat Petrenko het opnieuw mag gaan proberen. Eerder hanteerde Naxos het beleid dat één opname van elk werk voldoende was. Tegenwoordig is men blijkbaar van visie veranderd en worden minder goede opnamen vervangen door betere. Wat ik beluisterd heb van de bestaande Sjostakovitsj-cyclus van Naxos is tamelijk representatief voor de beginperiode van dit label. In vergelijking met de concurrenten bracht Naxos goedkope cd’s uit, met goedkopere niet al te bekende orkesten en dirigenten. De kwaliteit was zowel technisch als in artistiek opzicht vaak matig tot redelijk, maar voor kopers met een beperkte koopkracht best wel acceptabel. Maar juist bij muziek waarvan veel uitvoeringen bestaan en er dus goed vergeleken kan worden viel de kwaliteit toch nog weleens tegen, zij het met positieve uitzonderingen. Helaas, de Sjostakovitsj-opnamen onder Ladislav Slovák behoren niet tot de geslaagde. Het orkest liet het nog weleens afweten, met vooral minder goede strijkers en koperblazers. Goed dus dat Naxos zich dit realiseert en als het ware revanche wil nemen met een nieuwe cyclus. De Elfde symfonie is de laatste lange(re) instrumentale symfonie van
ongeveer een uur lengte. De twee laatste niet-vocale symfonieën,
de nummers 12 en 15, duren ongeveer 40 tot 45 minuten. De Elfde symfonie
is een nogal heroïsch werk dat soms doet denken aan de Zevende (Leningrad)
symfonie. Onder leiding van de orthodoxe priester Georgi Gapon trok op zondag 9 januari 1905 een religieus en sociaal getinte processie door Sint Petersburg. Het aantal demonstranten bedroeg meer dan honderdduizend. Tsaar Nicolaas II was naar veiliger oorden gevlucht en was dus niet thuis in zijn winterpaleis in Sint-Petersburg. Toen de menigte bij het paleis aangekomen om hem vroeg gaf hij letterlijk en figuurlijk niet thuis, en besloot de lijfwacht om de demonstratie uiteen te slaan, hetgeen gepaard ging met het nodige bloedvergieten. Tussen de honderd de tweehonderd slachtoffers vielen er te betreuren. Ook al had de protesterende massa vooralsnog nog niet bereikt, het signaal was gegeven. Voor de Sovjetleiders gold 1905 dus als een zeer belangrijk jaar, want in de loop van het jaar volgden nieuwe stakingen, werden de eerste vakbonden opgericht en werd er gemuit op de pantserkruiser Potjomkin. Ook voor Sjostakovitsj was er dus geen ontkomen aan om de veertigjarige verjaardag van de 1917-revolutie in 1957 te herdenken met een passend muziekstuk. Overigens kan het ook gelden als een wat verlaat cadeau van de componist die in 1956 zijn vijftigste verjaardag vierde. De eerste twee vier delen gaan over de massa bij het winterpaleis en het uiteenslaan van de demonstratie. Het derde deel is een in memoriam voor de slachtoffers en het vierde en laatste deel beschrijft de overwinning. Het is opvallend dat de componist met dit deel, getiteld Tocsin, te vertalen met alarmbel, eigenlijk een vraagteken zet achter de triomf, zoals hij ook al doet met het bijna ‘lege’ slotakkoord na een voorafgaande apotheose. Er wordt meer dan eens gezegd dat Sjostakovitsj terugblikte op het neerslaan van de opstand in Hongarije in 1956 door de Sovjet-Unie. Sjostakovitsj toonde echter zijn vaderlandsliefde door heel veel volksmuziek te gebruiken in deze symfonie. Hoe dan ook, het blijft en fascinerend werk, wat soms meer weg heeft van filmmuziek dan van een symfonie. En wat doet dirigent Vasily Petrenko met dit alles? Hij maakt er een spannend echt geheel van. In feite kent de compositie geen onderbrekingen tussen de delen, maar bij Petrenko gaat het vloeiend in elkaar over. Hij leidt nogal strak en houdt alles compact. De musici volgen hem uitstekend en zorgen voor een heldere, sprankelende, dynamische en zeer boeiende uitvoering. Het toch niet al te bekende Royal Liverpool Philharmonic Orchestra doet op zijn best niet onder voor veel beroemdere orkesten. Een uitvoering die mij ongeveer het hele uur lang in de ban hield. Als Vasily Petrenko en zijn musici dit niveau weten te handhaven kunnen wij een bijzondere serie verwachten, die toch nog weer een nieuwe visie op de muziek van Sjostakovitsj biedt. index | ||