![]() CD-recensie
© Kees de Leeuw, januari 2011
|
||
Rheinberger: Concert nr. 1 voor orgel, strijkers en 3 hoorns, op. 137 - Concert nr. 2 voor orgel en orkest, op. 177 – Drie stukken voor cello en orgel Stefan Johannes Bleicher (orgel), Cäcilia Chmel (cello), Musikkollegium Winterthur o.l.v. Douglas Boyd MDG 901 1643-6 • 58' • (sacd)
Het orgel is niet zo erg populair meer, maar er zijn nog steeds genoeg solorecitals om het instrument live te beluisteren. Concerten met de combinatie orgel en orkest zijn echter nogal schaars. In het Muziekcentrum Vredenburg in Utrecht waar ik mijn eerste concertervaringen opdeed ontbrak het orgel zelfs helemaal. In andere concertzalen staan wel orgels, maar meestal worden ze niet gebruikt. In combinatie met orkest blijven de uitvoeringen vaak beperkt tot de Derde symfonie van Saint-Saëns, die niet voor niets de naam Orgelsymfonie kreeg; en dan natuurlijk de helaas minder populaire Manfred-symfonie van Tsjaikovski. In elk geval staan de twee orgelconcerten van Josef Gabriel Rheinberger (1839-1901) zelden op concertprogramma’s. Uit zijn veelzijdige oeuvre worden vooral composities voor orgel solo uitgevoerd. Het orgel was het instrument waarop hij het best tot zijn recht kwam, ook al was hij eveneens een begenadigd pianist. Het eerste orgelconcert componeerde Rheinberger binnen drie weken in 1884. Het orgel is niet in dialoog met het orkest zoals bij orgelconcerten van Händel en Haydn maar is er onderdeel van of neemt zelfs de rol van het orkest over. Rheinberger koos voor een bescheiden orkestbezetting, met strijkers en drie hoorns. De organist voegt zich naadloos in het geheel en overheerst niet. Op de cd zijn als intermezzo tussen de twee concerten de drie stukken voor cello en orgel te horen. Het zijn arrangementen van de componist uit zijn zes stukken voor viool en orgel, opus 150. Prachtige muziek waar de cello letterlijk en figuurlijk op de voorgrond staat, maar waarbij de orgelpartij eveneens interessant is. De drie delen, Abendlied, Pastorale en Elegie zijn een duidelijke indicatie dat het hier om lyrische muziek gaat. Over de solisten valt niets dan goeds te melden. Ze zijn begaafd, staan ten dienste van de muziek en laten hun muzikale partners in hun waarde. Rheinberger had zich geen betere vertolkers kunnen wensen. De orkestmusici zijn solide, zonder opvallend te zijn. Dirigent Douglas Boyd maakt als dirigent vooral carrière buiten Europa, maar is misschien bekend als solohoboïst van het Chamber Orchestra of Europe waar hij tot 2002 werkte. Het Walcker-orgel in Winterthur is mogelijk wat minder bekend dan andere orgels van de beroemde orgelbouwfirma, zoals die van de Domkerken in Riga en Berlijn. Kenners weten dat er ook in Doesburg een prachtig Walcker orgel staat. Wel is het jammer dat de oorspronkelijke opstelling van dit uit Rotterdam afkomstige instrument met een echowerk, een deel van het orgel dat op afstand van de hoofdkast geplaatst was, niet gehandhaafd kon worden in Doesburg. index | ||