CD-recensie
© Kees de Leeuw, januari 2023 |
Johann Carl Gottfried Loewe werd in 1796 in Wettin-Löbejün in Saksen-Anhalt geboren. Hij is de meest bekende persoon die dit kleine oord heeft voorgebracht en wordt er daarom nog altijd geëerd met onder meer het naar hem genoemde museum. Het heeft inmiddels een bredere functie gekregen, als Haus der Musik und Kunst. Ook de nalatenschap van Carl Loewe, waaronder handschriften brieven en eerste drukken van zijn muziek, wordt niet vergeten. Wat mooi om een niet al te bekende componist op deze wijze in ere te houden. Kom daar in Nederland maar eens om! In 1821 trouwde hij met Julia von Jakob. Zij stierf reeds enige jaren later, kort na de geboorte van hun zoon. In 1825 hertrouwde hij met Auguste Lange die hem vier dochters schonk. Hij werd in heel Europa bekend als componist en vooral als zanger, was populair aan het Pruisische hof en werd in 1837 gekozen tot lid van de Berlijnse Academie. In hetzelfde jaar ging hij op tournee door zijn vaderland, waarbij hij onder meer Düsseldorf, Mainz, Hamburg, en Bremen aandeed. In de jaren '40 bezocht hij Wenen en Londen, waar hij aan het hof optrad. Daar maakte hij ook het optreden mee de beroemde sopraan Jenny Lind (haar bijnaam de 'Zweedse nachtegaal' spreekt voor zich). In het daarop volgende decennium bezocht Loewe Zweden en Frankrijk om In 1864 getroffen te worden door een zware beroerte. Twee jaar later vroeg de burgemeester van Stettin hem terug te treden als stedelijk muziekdirecteur. Zijn laatste jaren woonde Carl Loewe bij een dochter in Kiel. Daar zou hij 1869 overlijden. Loewe is nog het meest bekend door zijn meer dan 500 ballades en liederen. Een complete editie verscheen bij CPO op 21 cd's met de pianist Cord Garben en een keur aan vocalisten. Zijn achttien oratoria zijn echter nauwelijks bekend en zijn zes opera's werden al tijdens zijn leven niet of nauwelijks uitgevoerd, laat staan erna. Hij componeerde nog veel meer vocale muziek, maar ook kamer- en pianomuziek. Zijn twee symfonieën zijn evenals als zijn twee pianoconcerten een witte raaf in zijn oeuvre. De beide symfonieën en de ouverture Themisto componeerde Loewe rond 1835. Daarin is het lied als het ware hoorbaar. Theatraal, schilderachtig en dramatisch zijn daarbij zeker de meest toepasselijke begrippen. De arts Leopold Hirschberg (1867-1929) die veel over klassieke muziek publiceerde, schreef dat Loewes kamermuziek eigenlijk moesten worden beschouwd als 'ballades zonder woorden'. Dat kan ook worden gezegd van zijn symfonieën, die als vurig, voortvarend en enthousiasmerend kunnen worden getypeerd. Ik dacht ook aan Sturm und Drang, maar dan met weinig Empfindsamkeit. Vooral voor de houtblazers zijn heel mooie partijen weggelegd. Door de ingevlochten dramatiek bleef bleek het een boeiende luisterervaring. Loewe blijkt wel wat moeite te hebben gehad met de laatste delen, waarbij het lijkt of hij niet wist hoe hij ze tot een goed einde moest brengen en daardoor ietwat teveel in herhalingen verviel. In de korte maar dramatische ouverture ging hem dit dus wel goed af. Het zijn geen meesterwerken, maar voor liefhebbers van weinig bekende negentiende-eeuwse symfonieën is deze cd zeker een aanbeveling. En te meer omdat het orkest uit Jena geknipt blijkt voor deze muziek. Vol passie leidt Simon Gaudenz zijn enthousiaste en gedisciplineerd spelende musici door deze drie partituren. Een mooie aanwinst derhalve voor de Loewe-discografie! index |
|