CD-recensie
© Kees de Leeuw, november 2018
|
Het label Brilliant Classics heeft al heel wat cd-sets met orgelmuziek uitgebracht. Liefhebbers van barokcomponisten treffen het in het bijzonder, want er verschenen de complete orgelwerken van onder meer Bach, Buxtehude, Bruhns, Walther, Kuhnau en Tunder. Deze nieuwe uitgave is geheel gewijd aan het orgelwerk van Johann Ludwig Krebs (1713-1780) en daarmee dus een logisch vervolg. Compleet is wel een nogal rekkelijk begrip, want Manuel Tomadin beperkte zich, zoals de meeste van zijn collega's, vooral tot de solo-orgelwerken die in de Krebs Werke Verzeichnis (KWV) worden aangeduid als 'vrije werken voor orgel' en 'koraalbewerkingen voor orgel'. Felix Friedrich bijvoorbeeld, op het label Querstand, nam ook andere composities voor (verder niet nader aangeduide) toetseninstrumenten op én bovendien werken voor orgel in combinatie met een blaasinstrument. En dus is deze uitgave van Brilliant Classics beduidend kleiner dan die van Felix Friedrich. Johann Ludwig Krebs werd geboren in Buttelstedt bij Weimar als zoon van de organist en componist Johann Tobias Krebs (die onder meer les kreeg van Johann Sebastian Bach en Johann Gottfried Walther). Vader Krebs was de eerste leraar van Johann Ludwig. In 1726 kon de jonge Krebs naar de Thomasschule in Leipzig, waar hij zich ongetwijfeld als ijverige leerling orgel, luit, viool en compositie verdienstelijk zal hebben gemaakt. Hij raakte bevriend met Bach, kreeg van hem zelfs privéles en bespeelde het klavecimbel in het door de Thomascantor geleide Collegium Musicum. Aan de universiteit van Leipzig studeerde Krebs enkele jaren rechten en filosofie. Zijn uitstekende muziekopleiding ten spijt vond hij niet gemakkelijk emplooi van enig niveau. Een sollicitatie in 1733 voor de positie van organist in de Wenzelskirche in Naumburg mislukte jammerlijk. Daarin stond hij overigens niet alleen: ook Carl Philipp Emanuel Bach werd afgewezen en was het uiteindelijk Christian Kluge die werd aangesteld. In 1737 werd Krebs wel aangenomen in de Marienkirche in Zwickau, een aanstelling die hij waarschijnlijk aan Bach te danken had. Bach had immers ooit gezegd: 'Johann Ludwig war der einzige Krebs in meinem Bache'. De baan in Zwickau was overigens weinig prestigieus en betaalde navenant. In 1742 zou Krebs een baan bij de Frauenkirche in Dresden hebben afgewezen wegens het ontoereikende salaris. Twee jaar later werd het Schloss Zeitz, maar het pakte uit als een zowel artistiek als financieel onbevredigende post. Tevergeefs deed hij na de dood van Bach (1750) een gooi naar diens opvolging in de Thomaskirche, wat hem dwong om om nog bijna zes jaar in Zeitz te blijven. Hierna werd Krebs organist aan het hof van Frederik III van Saksen-Gotha-Altenburg. Financieel was dit nauwelijks een verbetering, en dit terwijl Krebs altijd relatief veel geld nodig had als vader van zeven kinderen. Artistiek gezien was het echter de beste positie die hij kon krijgen en Krebs zou dan ook tot zijn dood hier blijven. Daar bespeelde hij het door Tobias Heinrich Gottfried Trost gebouwde orgel in de slotkerk. Het was in 1739 opgeleverd, nog in originele staat en gold als een bijzonder mooi orgel. Eerder had Krebs zich een fervent aanhanger van de orgels van Gottfried Silbermann getoond. Zijn liefde voor 'zijn' Trost orgel was zo groot dat hij anderen verbood erop te spelen. Zelfs de vermaarde orgelbouwer Johann Jacob Schramm moest er met zijn vingers vanaf blijven. Tomadin is een prima organist, serieus, niet pompeus en soms lichtvoetig en dat lijkt mij stilistisch uitstekend te passen bij Krebs' orgelwerken. Ik vind ook dat hij erg mooi registreert. Wat dit betreft doet hij niet onder voor meer bekende en gerenommeerde collega's als de reeds genoemde Felix Friedrich en Beatrice-Maria en Gerhard Weinberger (op het label Motette). Het enige minpunt is dat er schijnbaar op tekst in het cd-boekje is bezuinigd. Er staan wel vijf mooie kleurenfoto's in het boekje, maar de toelichting van Tomadin is beknopt en voor de gekozen registraties wordt verwezen naar de website. index |
|