CD-recensie

 

© Kees de Leeuw, maart 2009

 

 

Fasch: Ouverture in Bes.

Graun: Ouverture in d.

Graupner: Ouverture in C voor 3 chalumeaux, strijkers en basso continuo.

Heinichen: Ouverture in G.

Hans Rudolf Stalder, Heinz Hofer, Elmar Schmid (chalumeaux), Cappella Coloniensis o.l.v. Hans-Martin Linde.

Phoenix Edition PE 173 • 60' •


Keulen kan wellicht als de oude muziekstad van Duitsland worden beschouwd. Te denken valt aan ensembles zoals Concerto Köln, Musica Antiqua Köln, Camerata Köln, Cantus Cölln en dan ben ik niet volledig in mijn opsomming. Niet genoemd is het ensemble Capella Coloniensis. Er is nu een aan Capella Coloniensis gewijde cd-editie verschenen, met uitzendingen van de Westdeutsche Rundfunk. In dit geval zijn het opnamen uit het omroeparchief rond 1990. De voorloper van de omroep stond aan de wieg van het gezelschap. Men claimt zelfs dat het in 1954 opgerichte Capella Coloniensis het eerste 'authentieke orkest', zoals wij nu dat noemen, van de wereld was. Het label Phoenix edition draagt met recht zijn naam, als een herrijzenis en vooral een voortzetting van het label Capriccio, dat al vóór de kredietcrisis bezweek, maar inmiddels overigens een doorstart gemaakt heeft. De cd-koper vaart er wel, een herstart van Capriccio en een nieuw label, Phoenix Edition en dat in deze crisistijden. Op het Phoenix label verschijnen - net als bij Capriccio - vooral cd's met minder bekend repertoire en de besproken cd is hier een goed voorbeeld van.

Op de cd zijn vier ouvertures van wat minder bekende barokcomponisten te horen, ook al zijn ze niet echt onbekend. Het eerste werk is een ouverture van Johann David Heinichen (1683-1729) die de laatste 12 jaar van zijn leven hofcomponist in Dresden was. Dat hij deze prestigieuze positie verdiende blijkt ook hier weer. Heinichen componeerde originele en afwisselende werken en dat geldt ook voor het 6-delige werk op deze cd. Meer traditioneel blijkt de ouverture van Christoph Graupner (1683-1760), die voornamelijk aan het hof van Hessen-Darmstadt werkzaam was. Hij werd overigens verkozen boven Johann Sebastian Bach bij hun sollicitaties in 1722 naar de positie van cantor van de Thomasschule in Leipzig, maar zijn broodheer in Darmstadt slaagde erin om Graupner te behouden.

De genialiteit van Bach is niet echt terug te vinden in dit werk van Graupner. Wat het wel weer interessant maakt is dat  het een compositie is voor 3 chalumeaux (voorlopers van de klarinet), naast strijkers en basso continuo. De klank van deze bijzondere blaasinstrumenten geeft een heel aparte kleur aan de ouverture. Aan het hof van Anhalt-Zerbst werkte Johann Friedrich Fasch (1688-1758), hoewel hij ook mocht bijdragen aan  het oeuvre voor de hofkapel in Dresden, hetgeen een blijk van waardering en erkenning was. Evenals zijn vriend Heinichen was Fasch een componist van gelukkige invallen en verrassingen. De hier opgenomen ouverture getuigt hier van. Jammer is dat hier de musici van Capella Coloniensis wat steekjes laten vallen en het geheel soms wat rommelig en ondoorzichtig overkomt. Het laatste en kortste werk op de cd is van Johann Gottlieb Graun (1703-1771). Hij werkte onder meer als concertmeester voor het hof van Frederik (de Grote) II van Pruissen in Potsdam. In vergelijking met het werk van Heinichen en Fasch was Graun minder oorspronkelijk maar het is gewoon aangename typische barokmuziek, prettig om naar te luisteren.

In vergelijking met de levendigheid van uitvoeringen van stadsgenoot Concerto Köln schiet Capella Coloniensis wel wat te kort. Maar gelukkig ontbreekt de welhaast opdringerige, bijna agressieve toon die op sommige opnamen van Musica Antiqua Köln te beluisteren valt. Voor de liefhebbers een mooie cd, mede dankzij het programma van weinig te horen composities.   


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links