CD-recensie
© Kees de Leeuw, mei 2020 |
Het Mariani Klavierquartett ontstond in Berlijn. waar de vier leden elkaar geregeld tijdens hun studie troffen. Na een eerste gemeenschappelijk concert werd eind 2009 het ensemble officieel opgericht. Het ontstaan van een pianokwartet is best wel bijzonder want in het concertleven is relatief weinig aandacht voor het genre. Het repertoire is bovendien kwantitatief gering, want hoewel o.a. Bartók, Beethoven, Brahms, Mozart, Reger en Schumann zeker bijdroegen aan het genre, beperkten zij en ook hun minder bekende collega's zich veelal tot een of anders wel een nogal beperkt aantal composities. De concertagenda van het Mariani Klavierquartett is dan ook niet erg uitgebreid. De musici hebben wel een goede staat van dienst en zijn opgetreden in onder meer de Kammermusiksaal van de Philharmonie in Berlijn, het Beethoven-Haus in Bonn en nog onlangs, in februari, in de uitverkochte kleine zaal van de Elbphilharmonie Hamburg. Zowel met hun optredens als met hun cd's gooien zij hoge ogen. In 2017 verscheen de eerste cd met als motto 'Idée fixe', met het tweede Pianokwartet (1887) van Gabriel Fauré en het Eerste pianokwartet (1909) van zijn Roemeense leerling George Enescu. Op deze tweede cd opnieuw pianokwartetten van beide grootmeesters: van Enescu het tweede uit 1944 en van Fauré het eerste uit 1884. Ondanks de veel grotere tijdspanne blijken er nog steeds overeenkomsten tussen het werk van leraar Fauré leerling Enescu. Voor beide composities geldt het karakteristieke kenmerk van de idée fixe als terugkerend thema als basis van bijna alle thema's in de desbetreffende compositie. Het eerste echt bekende werk waarin de idée fixe duidelijk naar voren komt is - u heeft het vast al geraden - de Symphonie fantastique van Hector Berlioz. Bij het kwartet van Enescu is de idée fixe al snel te horen in de piano. Bij het kwartet van Fauré is het echter allemaal niet zo simpel. Gelukkig is er de toelichting van Gerhard Vielhaber, de pianist van het kwartet: het biedt de nodige hulp om samenhang en verwantschap tussen beide kwartetten te ontdekken. Maar de tekst lijkt bovenal, om in termen van Carl Philipp Emanuel Bach te spreken, voor kenners en minder voor liefhebbers geschreven. Edoch, ik denk dat de pure liefhebber net zo van deze muziek kan genieten als de kenner. Van het kwartet van Fauré verscheen overigens al een veelvoud aan opnamen. Het kwartet van Enescu werd, voor zover ik dit kon achterhalen, vijf keer eerder op cd gezet. De laatste opname dateert van 2011 en het is een goede zaak dat deze compositie van Enescu weer onder de aandacht wordt gebracht. Het vierdelige kwartet van Fauré werd in 1884 gepubliceerd. Hij begon eraan in 1876, in een periode die werd gekenmerkt door grote tegenslagen op relationeel gebied. In 1879 voltooide hij het werk en werd het in het daarop volgende jaar voor het eerst uitgevoerd. Naar aanleiding van de kritiek op het laatste deel nam hij de pen opnieuw ter hand en componeerde hij een volledig nieuwe finale. In 1884 werd deze herziene versie voor het eerst uitgevoerd. De originele finale heeft Fauré waarschijnlijk decennia later vernietigd. Aldus valt te lezen in de dissertatie An analysis of three French piano quartets of the 1870s: Camille Saint-Saëns Piano Quartet, Op. 41, Gabriel Fauré Piano Quartet, Op. 15, and Vincent d'Indy Piano Quartet, Op. 7 van Kathryn Koscho. Het bij de cd gevoegde boekje biedt hierover echter geen enkele informatie. Het driedelige kwartet van Enescu werd gecomponeerd in 1943-1944. Het was een turbulente tijd in Roemenië dat met Hitler gemene zaak maakte en l de joodse bevolking onder hevige vervolging leed. Het tij keerde in die zin dat nazi-Duitsland uiteindelijk toch de oorlog werd verklaard, waarna in 1944 de sovjets het land binnenvielen. De vier musici zijn goed op elkaar ingespeeld, spelen precies, gedetailleerd en gepassioneerd, en ze weten de juiste sfeer te treffen. De opnamen in het bekende Haus des Rundfunks in Berlijn vonden plaats in twee periodes en misschien klinken ze daardoor enigszins verschillend. Het Fauré-kwartet had, in tegenstelling tot de Enescu-pendant, wat ruimtelijker mogen klinken. Ik krijg nu `het idee dat de musici dichter op elkaar zaten dan normaal gesproken het geval is en dat het daardoor wat minder natuurlijk klinkt. Bij het Enescu-kwartet ervaar ik dit gelukkig niet. index |
|