CD-recensie

 

© Kees de Leeuw, september 2024

Marsyas Baroque - Dieupart & Bach - A Suite Connection

Dieupart: Six suites de clavecin: Suite nr. 3 in b voor viool, fluit en basso continuo – Suite nr. 5 in F voor viool, fluit en basso continuo

Bach: Ouverture nach Französischer Art BWV 831 (bew. Marsyas Baroque & Leonard Schick) - Engelse Suites nr. 2 in a, BWV 807 & nr. 4 in G, BWV 809 (bew. Marsyas Baroque & Leonard Schick)

Marsyas Baroque
GWK Records GWK 162 • 69' •
Opname: maart 2023, Konzertsaal Kulturstiftung Marienmünster (D)

 

Charles (eigenlijk François) Dieupart was violist, klavecinist en componist. Anders dan in het cd-boekje wordt vermeld (ca. 1667–ca. 1740) zou uit recent onderzoek zijn gebleken dat hij geboren werd in 1676 en overleed in 1751. Zijn vader werkte als musicus aan het hof van Lodewijk de Veertiende.

Over zijn jeugd is nauwelijks iets bekend. Een eerste vermelding over hem is, hoe prozaïsch, te vinden in een document uit 1695 over van hem geïnde belasting. Hierin staat hij te boek als muziekleraar, specifiek voor klavecimbel en orgel.

Zo rond 1700 kwam hij in contact met zijn landgenoot Jacques Paisible (ca. 1656-1721) die al enkele decennia in Engeland werkte. Dieupart ontmoette ook Lady Elizabeth Wilmot (1674–1757), gravin van Sandwich, aan wie hij zijn opus 1, zes suites voor klavecimbel, opdroeg. Ze werden in 1701 uitgegeven door de gerenommeerde, in Amsterdam gevestigde uitgever É(s)tienne Roger. Het is karakteristiek voor de onbekendheid van Dieupart dat behoudens die suites zijn composities al snel in de vergetelheid raakten.

Hij verhuisde, blijkbaar gestimuleerd door de gravin van Sandwich en Paisible, naar Engeland en trad er onder meer op in het koninklijk theater Drury Lane met muziek van onder anderen Corelli, Bononcini en Domenico Scarlatti, naast Engelse componisten.

Dieupart maakte als violist ook deel uit van het orkest van Händel en werkte hij mogelijk ook mee aan de uitvoering van diens opera Rinaldo.

De informatie over Dieupart is schaars en bovendien nogal tegenstrijdig, maar het lijkt erop dat hij tot halverwege de twintiger jaren geregeld meespeelde in allerlei orkesten en dat er toen ook composities (concerten voor orkest en bovenal werken voor klavecimbel) van zijn hand werden uitgevoerd.

Door ziekten en armoede geplaagd schijnt hij in zijn laatste jaren als violist in bierhuizen te zijn opgetreden. Maar volgens weer andere bronnen zou hij in 1744 nog getrouwd zijn met Angélique Anne Lefebvre des Boulleaux (1721-1791), dochter van een advocaat en burgemeester van Melun. Dat wijst bepaald niet op armoede, hoewel een huwelijk met een vrouw ruim 40 jaar jonger dan hij wel wat onwaarschijnlijk lijkt. Toch denk ik, na verdere kritische naspeuringen, dat deze gegevens wel kloppen. Kinderen werden uit deze verbintenis niet geboren en dus lijkt opus 1 zijn belangrijkste nalatenschap.

Het is duidelijk dat Johann Sebastian Bach erg onder de indruk was van deze suites. Hij maakte tussen 1709 en 1716 zelfs een afschrift. Zijn zes Engelse suites (BWV 806-811) zijn mede geïnspireerd door het werk van Dieupart. Op een afschrift, bewaard door zoon Johann Christian Bach (1735-1782), vanwege zijn langdurig verblijf in Engeland ook wel de Londense Bach genoemd, staat nadrukkelijk vermeld 'fait pour les Anglois'. De suites zouden zijn gecomponeerd in opdracht van een Engelsman. Er zijn zelfs speculaties dat Dieupart de opdrachtgever zou zijn geweest, maar dat is nogal onwaarschijnlijk.

De suites van Dieupart werden door de uitgever ook gepubliceerd in een versie voor melodie-instrument en basso continuo. Zelf heb ik weinig moeite met arrangementen van Bachs muziek, mits dit met respect gebeurt, zoals door het Marsyas.

Het in Duitsland gevestigde ensemble bestaat uit Paula Pinn (blokfluit), Maria Carrasco (barokviool), Konstanze Waidosch (cello, viola da gamba) en Sara Johnson Huidobra (klavecimbel). Op deze opname speelt als gast mee Simon Linné (aartsluit). De musici spelen op authentieke instrumenten en hebben zich toegelegd op het l repertoire uit de zeventiende en achttiende eeuw.

Het kwartet dames had nog amper met elkaar gespeeld toen ze al mochten deelnemen aan de Deutscher Musikwettbewerb 2019 en zij vervolgens een stipendium kregen van de Deutsche Musikrat, een belangrijk orgaan in de Duitse muziekwereld.Daarna volgden er meer prijzen naast vele optredens in binnen- en buitenland.

Marsyas Baroque musiceert op hoog niveau en de leden zijn ondanks hun betrekkelijk korte samenwerking uitstekend op elkaar ingespeeld. De opname is goed, al treedt de blokfluit iets teveel op de voorgrond, waardoor de balans enigszins wordt verstoord. Een minpuntje op een verder op alle fronten evenwichtige cd.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links