CD-recensie
© Kees de Leeuw, december 2021 |
Armand-Louis Couperin (1729-1789) is een minder bekend lid van de Couperin-familie. Zijn moeder overleed toen hij amper anderhalf jaar oud was en zo groeide hij als enig kind op met zijn vader Nicholas, die als organist verbonden was aan de Saint-Gervais in de wijk Le Marais in Parijs. Nicholas was de opvolger van de nu nog meest bekende telg uit de familie, François 'le grand' Couperin (1688-1733). In 1752 trouwde hij met Elisabeth-Antoinette Blanchet, dochter van de klavecimbelbouwer François-Etienne Blanchet, die werd beschouwd als de beste in zijn vak in Frankrijk. Ook de (voor) ouders van Elisabeth-Antoinette waren musici en bouwers van snaarinstrumenten. Bij tijd en wijle verving zij haar man als organist in de Saint-Gervais en niemand leek dat te bemerken. Later deden hun kinderen dat ook en de drie van de vier nazaten die de volwassenheid bereikten werden allen musicus. Hun vader kreeg naast zijn functie in de Saint-Gervais ook andere parttime-aanstellingen, onder meer bij de Sainte-Chapelle (hofkapel) en de welbekende Notre-Dame. De beide echtlieden gaven ook klavecimbelles. In tegenstelling tot veel virtuoze musici lijkt Armand-Louis Parijs niet of nauwelijks verlaten te hebben. Buitenlandse reizen zijn niet bekend en zelfs bij de bekende concertlocaties in Parijs schijnt hij niet te zijn opgetreden. Armand-Louis moet een zeer bescheiden man zijn geweest. De geestelijke muziek die hij componeerde en die veel waardering oogstte wilde hij evenwel niet publiceren. Hij liet zich niet verleiden tot het schrijven van muziek voor het toneel, ook al werd hem bij voorbaat een groot succes in dit genre voorspeld. Hij publiceerde slechts drie opusnummers, voor klavecimbel solo, voor klavecimbel en viool en enkele triosonates. Bovendien schijnen er toch nog wel wat meer manuscripten te zijn. Wie weet wat voor moois dat oplevert als ze eens worden bestudeerd? De composities op deze cd zijn melodisch, ritmisch en virtuoos. Persoonlijk vind ik de werken nauwelijks of niet onderdoen voor die van Louis en François Couperin. Armand-Louis was misschien wat behoudend en zijn muziek doet qua dramatiek meer barok aan, maar de harmonie is wel meer eigentijds (klassieke periode). Hij schreef zeer onderhoudende muziek die hoge eisen stelt aan de klavecinist. De werken zijn ook afwisselend, zoals bijvoorbeeld blijkt uit het ingetogen L'affligée (De getroffenen), het speelse La chasse en het charmante La Blanchet (een mooie ode aan zijn vrouw). Waar ik soms moeite heb om een uur lang te luisteren naar klavecimbelmuziek, heb ik nu bijna twee uur geconcentreerd en geboeid naar deze twee cd's geluisterd. De mij vrijwel onbekende Spaanse klavecinist Yago Mahúgo vind ik een openbaring. Wat een passie, souplesse, articulatie en energie straalt zijn spel uit! Hij droeg dit dubbelalbum op aan zijn collega Christophe Rousset, een van zijn docenten. In dit geval durf ik zonder twijfel zeggen dat de leerling zijn meester overtreft. Het klavecimbel, een kopie van een instrument van Pascal-Joseph Taskin (1723-1793) dat werd vervaardigd door Keith Hill, komt uitstekend tot zijn recht in deze heldere en gedetailleerde opname. index |
|