CD-recensie
© Kees de Leeuw, februari 2017
|
Hoewel de informatie op het internet niet eensluidend is, schijnt het dat het ensemble Musica ad Rhenum van traversospeler en muziekwetenschapper dr. Jed Wentz officieel in 1992 is opgericht. Dit betekent dat Musica ad Rhenum dit jaar een jubileum mag vieren en dat lijkt onderstreept te worden met de uitgave van een box met 3 cd's met fenomenaal uitgevoerde fluitsonates van de Franse componist Joseph Bodin de Boismortier (1689-1755). In het bescheiden tekstboekje van deze nieuwe cd's wordt vooral aandacht besteed aan de uitvoeringspraktijk en daarna nog een beetje over de componist. Een weg die ik in deze recensie ook bewandel omdat bij Musica ad Rhenum de uitvoeringspraktijk voorop staat en het zich hierin ook werkelijk onderscheidt. Musica ad Rhenum, qua bezetting variërend van duo tot een klein orkest, debuteerde met een uitgave van de fluitsonates van Johann Sebastian Bach met klaveciniste Christiane Wuyts als begeleider van Jed Wentz. Opvallend was naast de virtuositeit van beide musici, en Wentz in het bijzonder, dat de snelle delen echt snel werden gespeeld en dat de tempokeuzes waren gebaseerd op literatuuronderzoek. Wentz bestudeerde toen al zeer nauwgezet de geschriften van de tijdgenoten van de componisten met hierin aanwijzingen over de uitvoeringspraktijk. Hij deed dat toentertijd vaak samen met de klavecimbelbouwer en musicoloog Willem Kroesbergen en de heren publiceerden een aantal artikelen in het Tijdschrift voor oude muziek . De gekozen tempi, ook de langzame delen, leken soms erg extreem maar wanneer men de contemporaine teksten leest kan men concluderen dat er veel voor de overtuiging van Wentz c.s. pleit. Er is veel gebeurd in een kwart eeuw tijd maar Musica ad Rhenum houdt aan zijn principes vast, terwijl Wentz zich inmiddels meer als muziekwetenschapper dan als musicus manifesteert. Het ensemble lijkt weinig op te treden en schijnt vooral als trio, met cellist Job ter Haar en klavecinist Michael Borgstede als vaste kompanen van Jed Wentz, voor het voetlicht te treden. De laatste heeft een voorkeur voor Franse barokmuziek, zoals ook blijkt uit zijn dissertatie The relationship between gesture and rhythmic freedom in the performance of French opera, 1673-1779 . Ook de bij Brilliant Classics verschenen zeven cd's met de kamermuziek van Francois Couperin en een set van drie cd's met de fluitsonates van Michel Blavet getuigen hiervan. In het tekstboekje wordt benadrukt dat de Franse musici in de achttiende eeuw bekend stonden om hun zeer vrije omgang met tempi. Rousseau prees het orkest van de Parijse opera omdat de instrumentalisten uitstekend de zangers volgden terwijl deze zich veel vrijheden veroorloofden. Diderot schreef dat de musici zich niet te strikt moesten laten leiden door de metronoom omdat "there are perhaps not even four bars of an air that have the same durations ", aldus een vertaald citaat in het tekstboekje. Beide heren benadrukten de vrijheid en flexibiliteit van de uitvoerenden die tot meer expressiviteit leidde. Woorden die Jed Wentz en Musica ad Rhenum op het lijf geschreven zijn én waar zij de kwaliteit voor hebben. De uitvoeringen op deze cd's kenmerken zich inderdaad door veel expressie, versieringen en vrijheden qua tempi en zijn een waar genoegen om naar te luisteren. Joseph Bodin de Boismortier schreef vooral kamermuziek waarbij de fluit domineert, zo blijkt uit de werkenlijst in de Grove muziekencyclopedie. De suites en de sonates op. 44 verschenen kort na elkaar, in 1731 en 1733. Echter in 1732 verscheen Sonates melées de pieces op. 2 van Blavet en dat had een hoorbare invloed op Joseph Bodin de Boismortier die zich nadien nadrukkelijk meer liet beïnvloeden door Italiaanse componisten. In de suites wordt Wentz begeleid door de gambiste Cassandra Luckhardt, die al eerder succesvol samenwerkte met Musica ad Rhenum. In de sonates op. 44 is de cello de partner van de traverso. De sonates uit opus 91, gepubliceerd rond 1741, zijn gecomponeerd voor fluit en klavecimbel waarbij beide instrumenten complementair zijn in een mix van Franse en Italiaanse invloeden. Ik denk dat zowel Joseph Bodin de Boismortier als Michel Blavet zeer te spreken zouden zijn over Wentz en Musica ad Rhenum. Het is te hopen dat Jed Wentz zijn wetenschappelijke inzichten nog vaak zal gebruiken voor opnames van Franse barokmuziek. Chapeau. index |
|