![]() CD-recensie
© Kees de Leeuw, december 2009
|
||
Franz Benda: Concert voor fluit en strijkorkest in e - Concert voor viool en orkest in Es. Georg Benda: Concert voor klavecimbel en orkest in b- in f - in G (Allegro scherzando). Jan de Winne (traverso), Ryo Terakado (viool), Shalev Ad-El (klavecimbel), Il Gardellino. Accent ACC 24215 • 77' • Van sommige componistenfamilies zijn nog altijd verschillende leden bekend. Denk bij voorbeeld aan de families Andriessen, Bach, Graun, Mozart en Stamitz. De familie Benda kan aan dit rijtje worden toegevoegd. De Tsjechische Franz (Frantisek, 1709-1786) en Georg Anton (Jiri Antonín, 1722-1795) Benda zijn allebei niet vergeten. Bovendien vormden zij het begin van een muzikale dynastie die heden ten dage nog artistiek bezig is. Franz Benda was actief als koorknaap in Praag en bij het beroemde orkest in Dresden waar hij onder meer de broers Graun en Pisendel ontmoette. Naast een vocale opleiding volgde hij lessen compositie, viool, en klavecimbel. Via Warschau kwam hij bij de Pruisische kroonprins terecht. Benda bleef hem trouw toen de kroonprins als koning Frederik de Grote van Pruisen in Potsdam in slot Sanssouci neerstreek. Hij bleef decennia lang verbonden aan het muziekgezelschap, van wie Carl Phillip Emanuel Bach en fluitist Quantz de meest bekende musici waren. Georg Anton Benda volgde een soortgelijke opleiding als zijn broer en was enkele jaren als (alt)violist verbonden aan het hof te Potsdam, alvorens hij bij Frederik III van Saksen-Gotha in Gotha een baan aannam. Hier werd hij kapelmeester en was hij vooral werkzaam als componist van "Melodramen" en leverde hiervoor belangrijke bijdragen, zoals Medea (verschenen op Naxos 8.553346, Praags Kamer orkest o.l.v. Christian Benda) en Ariadne auf Naxos (verschenen op Naxos 8.553345, eveneens met het Praags Kamerorkest o.l.v. Christian Benda). Het fluitconcert van Franz Benda is een knappe en aantrekkelijke compositie, die de nodige overeenkomsten vertoont met het werk van zijn collega's in Potsdam, Carl Philipp Emaniel Bach en Joachim Quantz. Franz Benda mag dan vioolvirtuoos geweest zijn, het vioolconcert is niet bepaald het meest sprankelende wat er bestaat. Het kent weinig of geen verrassingen en kan zich niet meten met concerten van Tartini of Vivaldi. De twee klavecimbelconcerten van Georg Benda wekken evenmin verbazing. Het zijn degelijke composities maar onderscheiden zich niet van het werk van de gemiddelde barokcomponist. Leuk is een soort van toegift aan het eind van de cd, een deeltje uit een klavecimbelconcert. De kleine orkestbezetting (hier 6 strijkers en klavecimbel) lijkt tegenwoordig een standaard voor dit soort muziek. Ik vermoed dat de keus hiervoor soms meer financiële dan muziekwetenschappelijke redenen heeft. In vergelijking met de jaren '70, de beginperiode van ensembles als The Academy of Ancient Music, The English Concert en het Amsterdams Barok Orkest die met een eens zo grote bezetting musiceerden, klinkt de bezetting van Il Gardellino wel wat kaal. De soms extreme tempi van Musica ad Rhenum en Musica Antiqua Köln hebben dit Belgisch ensemble blijkbaar geďnspireerd. In de rustige delen wordt de muziek wel erg langgerekt en zelfs een beetje saai. Merkwaardig vind ik de uitvoering van het vioolconcert, toch al een zwakkere compositie, die bij vlagen doet denken aan 'romantische' uitvoeringen van soortgelijke muziek door overigens op zich prima ensembles als The Academy of St.Martin in the Fields. Alle kritiek ten spijt, dit is fijne muziek voor barokliefhebbers die vijf kwartier lang kunnen genieten. index | ||