![]() CD-recensie
© Jan de Kruijff, april 2007
|
||
Rachmaninov: Pianoconcert nr. 3 in d, op. 30 - Andante uit Cellosonate in g, op. 19 (arr. Volodos) - Serenade in bes uit Morçeaux de fantaisie op. 3 nr. 5 - Romance in f uit Morçeaux de salon op. 10/6; Prélude in f uit 13 Préludes op. 32 (nr. 6) - Prélude in d, op. posth. - Étude-tableau in cis, op. 33 nr. 6. Arcadi Volodos (piano), Berliner Philharmoniker o.l.v. James Levine. Sony Classical SK 64384 • 61' • Begin april 2007 trad Volodos op met het Concertgebouworkest onder Pletnev in een veel geprezen uitvoering van het Derde pianoconcert van Rachmaninov. Reden genoeg om nog eens terug te keren naar de live opname van dat werk die hij in juni 1999 in de Berlijnse Philharmonie maakte. Bij een pianistische alleskunner als Volodos zijn de verwachtingen altijd hooggespannen en meestal voldoet hij aan die verwachtingen. Ook hier. Virtuositeit en Fingerfertigkeit van de bovenste plank, momenten van de grootste spanning en bekoring. De pianotoon is doorlopend fraai geschakeerd, in de klaterende watervallen wordt geen noot gemist Meteen het vloeiende begintempo en het moment dat de solist zich meldt treffen aangenaam. Maar dan komt na 2’40” een eerste ongemotiveerde vertraging. Er volgen er meer waardoor het werk nodeloos een wat rapsodische, verbrokkelde indruk gaat maken. Gelukkig speelt de solist de oorspronkelijke lange cadens, maar waarom opnieuw een Luftpause aan het begin van het Allegro molto (na 11’08”)? Het klinkt onnatuurlijk, berekenend. Ook het eind van het eerste deel ondergaat een merkwaardige tempowisseling. Natuurlijk kan men zeggen dat dit dichterlijke vrijheden zijn die Rachmaninov niet misstaan. Boeiend voor een keertje, maar niet voor altijd. Dergelijke afwijkingen komen ook in het tweede en derde deel voor en wekken gaandeweg een lichte irritatie. Is het een teveel aan ego, aan zelfbewustzijn? De toccata (na 7’20”) in de finale is dan weer verbluffend helder en gaaf. Alle bewondering ook voor de ad rem orkestbegeleiding; de opname geeft de vleugel een prominente plaats en sommige orkestrale details zijn wat verdoezeld. In de solostukken kan de pianist helemaal zijn gang gaan. Een trouvaille is zijn arrangement van een deel uit de Cellosonate. Maar ook de rest is niet voor de poes. Natuurlijk speelt Volodos ook in Rachmaninov 3 mee in de eredivisie, maar voor herhaald gebruik zijn Rachmaninov zelf (RCA RD 85997), Argerich (Philips 446.673-2, 464.732-2) en Andsnes (EMI 562.837-2) geschikter. Frappant dat nog steeds enige historische mono opnamen een hoge rang innemen. Behalve Rachmaninov ook Horowitz (Londen: Naxos 8.110696, Victor orkest: RCA 82876-59411-2 en New York: RCA 82876-56052-2), Gilels (Testament SBT 1029). index |
||