![]() CD-recensie
© Jan de Kruijff, november 2007 |
||
Mozart: Hoornconcerten nr. 1 in D, KV 412/386b (met alternatieve finale van Torsten Johann) - nr. 4 in Es, KV 495 - Fagotconcert in Bes, KV 191 (186e) - Hoboconcert in C, KV 314/271c (285d). Teunis van der Zwart (hoorn), Donna Agrell (fagot), Katharina Arfken (hobo), Freiburger Barockorchester o.l.v. Petra Müllejans. Harmonia Mundi HMC 90.1946 • 66' • De Engelse titel Wind concertos van de Harmonia Mundi en Virgin cd’s klopt natuurlijk best voor deze verzamelschijfjes, maar kan de verkeerde suggestie wekken: alsof regelmatig stormvlagen optreden terwijl hier juist een weldadige plezierige bries met verschillende warmte- en intensiteitsgradaties heerst en een hobo nu juist heel weinig lucht verbruikt. Wat een feest om nu eens een paar orkestleden uit het Orkest van de Achttiende eeuw en het Amsterdam barokorkest die regelmatig in het grote ensemble hooguit visueel opvallen (fagottiste Donna Agrell met haar wilde blonde pruik en hoboïste Katharina Arfken met een iets minder markante dito) nu eens solistisch te horen. En de bescheiden Teunis van der Zwart die achterin Brüggens orkest vaak bezig wordt gezien met het verwisselen van zijn hoornbuizen. Hij is het die het spits afbijt in het vierde hoornconcert. Bewonderenswaardig hoe hij de luisteraar zonder dat die maar een moment angst hoeft te hebben voor kicksen en ander ongerief met stralende toon door het werk voert. Heel muzikaal en uitdagend. Is dit een blijk dat hoornisten sinds het pionierswerk van Hermann Baumann en anderen met de natuurhoorn wezenlijke vorderingen hebben gemaakt? Een heel fraai opgenomen geheel dat bij het beluisteren vrolijk stemt. Hij biedt haast de aangenaamste verrassing, niet alleen met zijn perfecte, haast uitdagende, warmkoperen spel en zijn assertief zwierige aanpak, waarin hij de gestopte tonen met de daaruit resulterende klankverschillen en diverse harmonischen royaal laat spreken maar ook omdat hij het rondo (Süßmayr SWV 502) laat volgen door de reconstructie van dat deel door Torsten Johann. Hij speelt vrolijk en lichtvoetig met volle aandacht voor de luchtigheid van de snelle delen en de teerheid van de langzame. Speelvreugde is hier troef. In vergelijking met andere concerten van Mozart is van het hoboconcert slechts een minderheid ‘authentiek’ uitgevoerd voorhanden. We hadden slechts Piguet (l’Oiseau-Lyre), Niesemann (Capriccio) en Westermann (Teldec). Bij hen voegt zich nu met succes Katharina Arfken die met lichte, echt rietachtige en heel wendbare toon precies fraserend en lustig articulerend dit werk afwikkelt en fraaie cadensen inbrengt. Ze vraagt en krijgt daarvoor alle ruimte in het niet te snel genomen eerste deel; in het tweede zingt ze breeduit en de finale is aangenaam levendig. Vergelijk Arfken eventueel verder met Holliger (Archiv), Boyd (ASV), Schellenberger (DG), Francis (Hyperion) en Wolfgang (DG). Donna Agrell – bekend als fagottiste uit het Orkest van de achttiende eeuw – vult de solopartij van het fagotconcert heel gedecideerd en parmantig in, bekoort hooglijk in het tweede deel en had hooguit wat geanimeerder mogen zijn in de finale. Deze Harmonia Mundi opname krijgt een warme aanbeveling mee. index | ||