![]() CD-recensie
© Jan de Kruijff, oktober 2005
|
||
Beethoven: Symfonie nr. 2 in D, op. 36. Brahms: Symfonie nr. 2 in D, op. 73. Koninklijk Concertgebouworkest RCO Live 05002 • 72' • (sacd)
Het hoge woord moet er maar uit: deze opname klinkt alsof ik naar een directe FM-uitzending van Radio 4 luister die nog net niet door een limiter is gehaald. Geheel overeenkomstig de aanwezigheid van het AVRO Klassiek logo op het omslag. Het mankeert aan directheid (présence),aan sprankeling, aan detailtekening al dient gezegd dat de houtblazers vaak mooi (maar in onbalans met de rest) uit de verf komen. De strijkers klinken groezelig kaal, ongenuanceerd. Zachte passages klinken het mooist, in luide tutti loop de klank dicht. Kortom: de destijds beroemde opnamen van Klemperer (EMI) en Karajan (DG) van deze materie uit eind jaren vijftig, begin jaren zestig vorige eeuw klinken minstens zo goed. Dat verbaast als ik lees wat er aan deze Super Audio cd opname te pas is gekomen: de DSD techniek en meerkanaalsverwerking: Surround 5.0. Ook de apparatuur die in de strijd is geworpen: Schoeps MK-2 microfoons, EMM A/D en D/A omzetters, Pyramix mengfaciliteiten, B & W Nautlilus luidsprekers, dat alles bediend door bekwame Polyhymnia mensen, is op papier veelbelovend. Mijn ervaringen met surround voor ‘klassieke’ muziek zijn dermate negatief dat ik me er thuis niet aan waag, maar ik kan met m’n Sony 555ES cd speler wel switchen tussen ‘gewoon’ en ‘sacd’ stereo en ik moet zeggen: significant verschil is niet hoorbaar. Kan het zijn dat die mooie apparatuur en die competente technici alleen de nabewerking hebben verricht? Dat zou een excuus zijn voor de magere kwaliteit. En dat uit het Concertgebouw met zijn voor deze muziek van nature zo geschikte akoestiek, waar sinds de dagen van Jaap van Ginneken, Jaap de Jong en Volker Straus zulke mooie opnamen vandaan komen. En de uitvoeringen? Die zijn beide overeenkomstig de hooggestemde verwachtingen, erg fraai. Toch is dit een uitgave die eerder en louter bestemd lijkt voor bewonderaars door dik en dun van orkest en dirigent. Wie het – als hij niet al beschikt over complete cycli (Harnoncourt bijvoorbeeld voor Beethoven, Karajan voor Brahms) - om Beethoven II gaat, kan beter terecht bij Norrington (Virgin) of Wand (RCA) en wat Brahms II betreft bij Abbado (DG), Masur (Teldec) of Klemperer (EMI) om eens wat heel anderen met ere te noemen. O ja: vergelijk zo mogelijk deze Tweede Brahms eens met de oudere versie van dat werk door Jansons met zijn orkest uit Oslo (Simax PSC 1204). Naschrift van Aart van der Wal Ook in de surrround-modus wordt het er niet beter op, met een vet en dichtlopend klankbeeld, zonder sprankeling en transparantie. Waarbij nog aangetekend mag worden dat ik dergelijke uitgaven toch al vrij zinloos vind: er is op dit gebied al zoveel moois, dat ook nog veel beter is opgenomen. Terwijl er juist nog zoveel fascinerend repertoire is dat in de bureauladen blijft liggen en het meer dan waard is om door een toporkest onder een topdirigent aan de cd toe te vertrouwen. Maar nee, we krijgen weer de zoveelste Beethoven/Brahms voorgeschoteld en dan nog slecht opgenomen ook. Een zure conclusie, maar het is niet anders: deze RCO Live-opname maar snel vergeten! index |
||