CD-recensie

 

© Gerard van der Leeuw, december 2024

Ernst Toch - The Complete Symphonies

Toch: Symfonie nr. 1 op. 72 (1950/51) - nr. 2 op. 73 (1951) - nr. 3 op. 75 (1955) - nr. 4 op. 80 (1957) - nr. 5 op. 89 (1963) - nr. 6 op. 93 (1963) - nr. 7 op. 95 (1964)

Rundfunk-Sinfonieorchester Berlin o.l.v. Alun Francis
CPO 777 191-2
Opname: Jesus Christus Kirche, Berlijn, 1995, 1999 en 2001

 

In America, I am a dachshund. But in Europe, I was a St Bernard. - Ernst Toch

Tot voor kort kende ik maar een handjevol werken van Ernst Toch, de wel heel erg vergeten Oostenrijkse componist, die in 1933 uitweek naar de VS. Allereerst natuurlijk zijn Fuge aus der Geographie voor spreekkoor uit 1930,

zijn cellosonate uit 1929, de eenakter Egon und Emilie (Kein Familiendrama) uit 1928 en het eerste pianoconcert uit 1926; (1) alleen vroeg werk dus. Maar onlangs verscheen een heruitgave op CPO van zijn zeven symfonieën uit de jaren 1950-1964. Toch schreef zijn eerste symfonie pas op zijn 63ste. En: pas toen hij naar Amerika was geëmigreerd; kennelijk was de symfonie in Europa voor hem te zeer beladen met traditie. In zijn tijd vond hij met deze werken wel degelijk erkenning: dirigenten als Antal Doráti, Otto Klemperer (met het Concertgebouworkest in 1951) en William Steinberg voerden het uit. Het beluisteren van deze werken is niet minder dan een muzikaal avontuur - dit is fascinerende muziek. Onbegrijpelijk dat je deze werken nooit hoort.

Het goed kennen van zijn Fuge aus der Geographie blijkt een groot voordeel: Tochs muziek zit vol met fuga's, fugatische opzetjes en andere polyfone constructies.

De werken zijn briljant en origineel geïnstrumenteerd - met in de derde symfonie o.a. een hammondorgel. Kijk eens naar de chromatische loopjes van de pauken in de tweede symfonie, maat 77v.:

Ze zitten ook vol met (militaire) signalen, die samen met de opdracht van de tweede symfonie: To the man who kindled this work in me, to the lonely seer in a time of darkness, to the only victor in a world of victims, ALBERT SCHWEITZER , duidelijk maken hoe Ernst Toch dacht over de toestand van de wereld.

Ernst Toch (1887-1964)

Al luisterende kom je hommages tegen aan o.a. Alban Berg, Claude Debussy en Gustav Mahler. De vijfde symfonie is dan weer een symfonisch gedicht en de zesde roept in zijn tegendraadsheid associaties op met de zesde symfonie van Carl Nielsen. De uitvoering is briljant met een dirigent die niet alleen dirigeert, maar in de vierde symfonie ook nog declameert en de touwtjes stevig in handen heeft. Briljante blazers met veel soli. Ook de opname technici hebben vakwerk geleverd; van fluisterend pianissimo tot een overdonderend fortissimo: alles komt helder en doorzichtig tot leven. Gelukkig heeft cpo ook in deze goedkope heruitgave de uitvoerige en uiterst interessante toelichting (Duits/Engels) weer opgenomen. Die is van niemand minder dan van journalist en schrijver Lawrence Weschler, een kleinzoon van de componist.(2)

Geachte dirigenten en programmeurs: graag de volgende keer niet weer een symfonie van Sjostakovitsj of Weinberg, maar nu eens eentje van Ernst Toch.

_______________
(1) Prachtig opgenomen door de Ebony Band o.l.v. Werner Herbers (Channel Classics CCS 25109).
(2) Zie ook zijn: Das letzte Märchen. Über das Schicksal meines Großvaters, des Komponisten Ernst Toch. In: Lettre International, Heft 72. Berlin 2006, pp. 22–29.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links