CD-recensie

 

© Gerard van der Leeuw, januari 2019

 

Sacchini: Renaud

Marie Kalinine (Armide), Julien Dran (Renaud), Jean-Sébatien Bou (Hidraot),
Pierrick Boisseau (Adraste, Arcas, Tissapherne, Mégère), Julie Fuchs (Mélisse, Une Coryphée), Katia Velletaz (Doris, Une Coryphée), Chantal Santon (Antiope), Jennifer Borghi (iphise), Cyrille Dubois (Tisiphone, Un Chevalier), Pascal Bourgeois (Alecton)
Les Chantres du Centre de musique baroque de Versailles
Les Talens Lyriques
Dirigent: Christophe Rousset

Palazetto Bru Zane ISBN 978-84-939-6865-6 (boek + 2 cd's)
Opname: Arsenal, Metz (2013)

 

Op 28 februari 1783 ging in de Salle du Théâtre de la Porte-Saint-Martin, de zaal van de Académie Royale de Musique een tragédie lyrique van Antonio Sacchini in première: Renaud. Met onder het enthousiaste publiek koningin Marie-Antoinette en in de hoofdrollen de sopraan Rosalie Levasseur en de haut-contre Joseph Legros, beiden beroemde Gluck-vertolkers. De choreografie was van Maximilien Gardel (1).

Als je je realiseert dat de naam van de titelheld, Renaud, een verfransing is van de Italiaanse naam Rinaldo, gaan er misschien een aantal lampjes branden. Rinaldo is immers een van de helden uit La Gerusalemme liberata, het in 1574 voltooide hoofdwerk van Torquato Tasso (1544 1595). Een epos over de Eerste kruistocht onder Godfried van Bouillon en het veroveren van de stad Jerusalem in 1099. Niet dat Tasso zich ook maar iets van de historische werkelijkheid aantrekt. In tegendeel: zijn relaas staat bol van de verzonnen, deels op Homerus en Ariosto gebaseerde verhalen, zoals die rond Tancredi en Clorinda (op muziek gezet in Monteverdi’s Il combattimento di Tancredi e Clorinda en in Campra’s Tancrède) en tovenarij. Armida is een tovenares uit Damascus die Rinaldo wil vermoorden, maar verliefd op hem wordt en hem ontvoert naar haar betoverde eiland. Met moeite weet hij aan haar toverkunsten te ontsnappen.

Nogal wat componisten hebben een opera Armida of Rinaldo geschreven. Ik noem hier Monteverdi (wiens Armida abbandonata uit 1627 verloren is gegaan), Lully (Armide, 1686), Handel (Rinaldo, 1711), Desmarets (Renaud, ou la suite d’Armide, 1722), Carl Heinrich Graun (Armida, 1751), Jommelli (Armida abbandonata, 1770), Salieri (Armida, 1771), Gluck (Armide, 1777), Mysliveček (Armida, 1780), Haydn (Armida, 1784), J.C.F. Haeffner (Renaud, 1801), Rossini (Armida, 1817), Dvořák (Armida, 1904) en Judith Weir (Armida, 2005).

Balletmuziek werd gecomponeerd door Caesare Pugni (Armida, 1855), Tsjerepnin (Le Pavillon d’Armide, 1907, Armide gedanst door Anna Pavlova) en Malcom Arnold (Rinaldo and Armida, 1955).

Francesco Geminiani (1687-1762) componeerde in 1754 de muziek voor Giovanni Niccolò Servandoni’s groots opgezette pantomime La forêt enchantée. In dit werk weet Rinaldo ondanks de verschijning van een ‘nep’ Armida de betovering van het bos te doorbreken. (2)

Niels W. Gade (1817-1880) schreef in 1866 zijn Op. 50: de cantate Korsfarerne (De kruisvaarders), een bijna een uur durend werk rond het verhaal van Rinaldo en Armida. Het werk had ooit veel succes, maar is, mede door de vrij zwakke tekst van Carl Andersen (niet Hans Christian), stilaan uit het zicht verdwenen

Johannes Brahms (1833-1897) componeerde tussen 1863-1868 zijn cantate Rinaldo voor tenorsolo, mannenkoor en orkest op een tekst van Goethe die weer teruggaat op Tasso. (3) Mogelijk had de tekst voor Brahms, die altijd terugschrok voor een huwelijk, een autobiografische lading: Rinaldo maakt zich aarzelend los van zijn liefde voor Armida, zoals Brahms zich losmaakte van zijn liefde voor o.a. Clara Schumann en Agathe von Siebold.(4)

 
 
Antonio Sacchini

Ook in de schilderkunst liet Tasso zijn sporen achter. Zie de talloze Armida- en Rinaldo-schilderijen van schilders als Poussin, Van Dyck, Boucher en Fragonard. Het Mauritshuis bezit een fraai schilderij van Willem van Mieris uit 1709: Armida bindt de slapende Rinaldo met bloemen.

Sacchini, een leerling van Francesco Durante, hield zich drie keer met Armida bezig. In 1772 schreef hij voor Milaan zijn opera Armida op een libretto van Jacopo Durandi. Hij bewerkte deze opera voor Londen, waar ze in 1780 werd uitgevoerd onder de titel Rinaldo. Zijn voor Parijs gecomponeerde Renaud, op een libretto van Jean-Joseph Leboeuf was een enorm succes. In twee jaar tijd werd de opera maar liefst 51 keer uitgevoerd en tussen 1789 en 1795 nog eens 76 keer. Maar na een reprise in 1815 werd het langzaam stil. Sacchini verscheen aan het Parijse firmament midden in de tijd van de strijd tussen de Gluckisten en Piccinisten, zo genoemd naar de aanhangers van de componist Niccolò Piccini (1728-1800), en voorstanders van de Italiaanse opera. Als Italiaan kreeg ook Sacchini met veel tegenwerking te maken, maar dank zij Marie Antoinette werd zijn Renaud een succes. Het is een opera met nogal wat wapengekletter en derhalve een groot aandeel van het koor. Aan het eind komt het tot een verzoening tussen Rinaldo en Armide en het toneel verandert op magische wijze in een prachtig paleis: ballet général. Sacchini schreef prachtige, sterke muziek, waarbij hij de voortgang van het drama goed in het oog hield.

In 2013 verscheen er op het label Palazetto Bru Zane een meer dan schitterende opname van deze opera onder de gloedvolle leiding van Christophe Rousset, die solisten, Les Chantres du Centre de musique baroque de Versailles en zijn eigen Les Talens Lyriques weer tot topprestaties wist te brengen. De opname werd gemaakt in het Arsenal van Metz. Er wordt werkelijk prachtig gezongen door Juilien Dran (Renaud) en Jean-Sébastien Brou (de Moslim-koning Hidraot). Ook de Armida van Marie Kaline, hoewel ietsje minder, mag er wezen. Een feest om naar te luisteren. Net als eerdere en volgende opnames van Palazetto Bru Zane zijn de cds verpakt in boekvorm. Ze passen dus niet in uw cd kast, maar moeten in de boekenkast. Helaas is de papier- en drukkwaliteit niet van de beste soort en ook de kwaliteit van de foto’s had beter gekund, maar het niveau van de inleidende artikelen (Frans en Engels) is hoog. De muziek van Sacchini en de uitvoering ervan vergoedden alles.

______________
(1) Maximilien Gardel (Mannheim, 1741 - Parijs, 1787). Gardel was in Parijs de opvolger van Jean Georges Noverre.
(2) Zie ook het zeer uitvoerige artikel van Rudolf Rasch: The Thirty-Three Works of Francesco Geminiani. Work Twenty: The Enchanted Forest (1754/1761). Te vinden op internet.
(3) Goethe schreef ook een, waarschijnlijk ten dele autobiograafisch getint toneelstuk over Torquato Tasso.
(4) Zie Carol A. Hess, ‘Als wahres volles Menschenbild:’ Brahms’s Rinaldo and Autobiographical Allusion. Brahms Studies, vol. 2. Edited by David Brodbeck. Lincoln and London: University of Nebraska Press (1998), pp. 63–89.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links