CD-recensie

 

© Gerard van der Leeuw, juni 2023

Rachmaninov: Pianoconcert nr. 1 in fis, op. 1 (versie 1917) - nr. 4 in g, op. 40 (versie 1941) - Paganini-rapsodie op. 43

Boris Giltburg (piano), Brussels Philharmonic o.l.v. Vassily Sinaisky
Naxos 8.574528 • 80' •
Opname: 29 aug.- 1 sept. 2022, Flagey, Brussel

 

Volgens de Gregoriaanse kalender werd Sergei Rachmaninov op 1 april 1873 in de oblast Novgorod geboren. Het hoeft geen betoog dat zijn 150ste geboortedag aanleiding heeft gegeven tot heel wat feestgedruis. Precies op tijd voltooide pianist Boris Giltburg zijn opnamen van de vier concerten van Rachmaninov en wel met een opname van de twee minst bekende en geliefde concerten: de nrs. 1 en 4. Hij combineert ze met de overbekende Rapsodie op een thema van Paganini op. 43. Dat de concerten relatief weinig geliefd waren en zijn, wist ook Rachmaninov, die over zijn eersteling aan zijn vriend Alfred Swan schreef:

'I have rewritten my First Concerto; it is really good now. All the youthful freshness is there, and yet it plays itself so much more easily. And nobody pays any attention. When I tell them in America that I will play the First Concerto, they do not protest, but I can see by their faces that they would prefer the Second or Third.'(*)

Rachmaninov schreef zijn eerste pianoconcert in 1890/91. Hij was nog student. Als voorbeeld nam hij het pianoconcert van Grieg, dat op zijn beurt gemodelleerd was naar het voorbeeld van Schumann. In 1917 onderwierp hij het werk aan een grondige revisie. In zijn uitvoerige toelichting schrijft Boris Giltburg:

'Drama and excitement are present in abundance. We encounter it immediately at the very opening: the short fanfare – reminiscent of Tchaikovsky’s ‘Fate’ motif in his Fourth Symphony – is interrupted by a most impressive of piano entrances, a veritable avalanche of chords and octaves.'

Merkwaardig genoeg had ook het Vierde pianoconcert uit 1926 bitter weinig succes. Giltburg:

'The story of the Fourth Concerto is a somewhat painful one of multiple failures, with the work never achieving success in Rachmaninov’s lifetime. He completed the original version of the concerto in 1926 and premiered it in 1927 – the first new major composition in ten years, following a long period of creative silence. That premiere was a complete fiasco, with the work badly received by both the audience and the critics. The reviews were the worst Rachmaninov had met with since the disastrous premiere of the First Symphony in 1897, 30 years earlier.'

Rachmaninov bewerkte ook dit werk meerdere malen. Hier klinkt het in de laatse versie uit 1941.

Tussen beide concerten in hoort u de maar al te bekende en geliefde Rapsodie op een thema van Paganini op. 43. Rachmaninov schreef dit werk in de zomer van 1934 in zijn zomerverblijf de Villa Senar (SErgei en NAtalia Rachmaninov) aan de Vierwaldstättersee. De villa is onlangs in het kader van dit herdenkingsjaar geheel gerenoveerd en voor het publiek opengesteld.

Giltburg:

'It is a blast of a piece, its electrifying rhythmical energy working alongside the irresistible catchiness of the source material – Niccolò Paganini’s famous Caprice No. 24 for violin solo, which has inspired works by dozens of composers, among them Brahms, Liszt and Lutosławski. The Rhapsody is in fact a set of 24 variations on Paganini’s theme, with the briefest of introductions and with the first variation preceding the theme: it outlines the theme’s salient notes, like a melody’s skeleton without any connecting material – similar to Beethoven’s idea in the variations that form the last movement of the Eroica symphony.'

Het interieur van de Villa Senar met Rachmaninovs extra lange vleugel

Boris Giltburg (*1984) is in deze materie thuis als weinig anderen. In 2013 won hij de Koningin Elisabeth Wedstrijd met de uitvoering van het Derde pianoconcert van Rachmaninov. Voor Naxos nam hij o.a. alle pianosonates van Beethoven op, eveneens voorzien van door de pianist zelf geschreven uitvoerige toelichtingen, een Schumann- en een Sjostakovitsj-cd en nu dus alle pianoconcerten, de Études tableaux op. 33 en de Corelli-variaties van Rachmaninov. Werd Boris Giltburg op de eerste twee cd’s bijgestaan door het Royal Scottish National Orchestra o.l.v. Carlos Miguel Prieto, op deze laatste cd is het het door Vassily Sinaisky geleide Brussels Philharmonic. Puike uitvoeringen, mooi opgenomen.

_________________
(*) Geciteerd naar: Swan, A.K. en J., Rachmaninoff: Personal Reminiscences, in: The Musical Quarterly, Vol. 30 (1944), p. 8.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links