CD-recensie

 

© Gerard van der Leeuw, november 2018

 

Monteverdi - Night, stories of lovers and warriors

Monteverdi: L'Orfeo: Sinfonia; Hor che'l ciel e la terra - Combattimento di Tancredi e Clorinda - Il ritorno d'Ulisse: Sinfonia - Uit Madrigalen: Lamento della nimfa; Vivró fra I miei tormenti - Al lume del stelle - A Dio Florida bella - Ecco mormorar l'onde - Uit Scherzi Musicali: Quando l'alba in oriente -

Monica Piccini (sopraan), Anna Simboli (alt), Aurelio Schiavone (countertenor), Raffaele Giordani (tenor), Matteo Bellotto (bas), Concerto Italiano o.l.v. Rinaldo Alessandrini
Naïve OP 30566 • 68' •
Opname: 2016

   

Het gebeurde op het Festival Oude Muziek Utrecht in 1993: de ‘clash’ tussen programmeur Jan Nuchelmans en luitist Anthony Rooley, die tijdens een discussie in het Polmanshuis Nuchelmans ineens een harde klap op zijn knie gaf. Tot dan toe werd het terrein van het Italiaanse madrigaal ook op de cd vrijwel volledig beheerst door The Consort of Musicke, de groep van Rooley, Emma Kirkby, Evelyn Tubb, Paul Agnew e.a.
Jan Nuchelmans had in Italië o.a. Rinaldo Alessandrini ontmoet en hem naar Nederland uitgenodigd. En zo ontstond de moedertaaltheorie, de gedachte dat Italianen misschien beter in staat zijn hun eigen muziek uit te voeren dan niet-Italianen. En ja, het valt niet te ontkennen: de uitvoeringen van The Consort of Musicke waren altijd zeer verzorgd, met grote aandacht voor samenklank en stemvoering, maar wel erg Engels en ook soms een beetje saai.
En wat misschien wel erger is: onder Rooley klonken de madrigalen van Marenzio, Monteverdi, en Gesualdo precies zo als die van Dowland, Ward of Weelkes. Muziekrecensent Franz Straatman voelde dat destijds haarscherp aan en schreef naar aanleiding van een concert door Concerto Italiano o.l.v. Rinaldo Alessandrini: ‘Hier stonden twee sopranen en een mezzo die hun vocale middelen echt aanspraken, die beschaafd scheurden, als het drama in de tekst dat vereiste, die hun stem niet tegenhielden, wat noordelijkere stemmen doen, om maar "authentiek" over te komen’. En noemde in contrast hiermee Emmy Kirkby zelfs ‘een beetje truttig’.

Voor Anthony Rooley was het wel triest. Hij had immers zelf op tal van masterclasses in Italië de Italianen opgeroepen het muzikale heft in eigen hand te nemen en werd nu ineens een beetje van het podium geblazen.
Hoe dit alles ook zij: de opmars van de Italianen op het gebied van de ‘oude’ muziek is onstuitbaar gebleken: denk slechts aan Luigi Tagliavini, Fabio Biondi, Roberta Invernizzi, Chiara Massini, Sergio Vartolo, Paolo Pandolfo en Giovanni Antonini om slechts enkelen te noemen.

Onlangs verscheen een cd van Rinaldo Alessandrini (1960), die op een heel ingenieuze wijze geheel gewijd is aan Claudio Monteverdi. Alessandrini koos, zonder acht te slaan op de chronologie, een aantal van diens Madrigalen die op een of andere manier te maken hebben met de nacht, zoals blijkt uit de Engelse titel van de cd: Night, Stories of Lovers and Warriors. Het werd een ware ode aan zijn landgenoot. Hier klinkt diens muziek alsof ze gisteren gecomponeerd is.
Zoals Monteverdi-kenners bij het lezen van de titel al hebben vermoed: centraal in het programma staat een dramatische uitvoering van het Combattimento di Tancredi e Clorinda uit het Libro 8, de Madrigali guerrieri, et amorosi.
Ik citeer uit Monteverdi’s belangwekkende voorwoord bij deze Madrigalen:

Ik heb overwogen dat de voornaamste hartstochten of gemoedstoestanden drie in getal zijn, namelijk Woede, Gematigdheid & Bescheidenheid of nederigheid, hetgeen de beste filosofen bevestigen; dit is terug te vinden in de natuur van onze stem, nl. het hoge, midden- en lage register. In de muziek verwijzen de drie begrippen concitato (= geagiteerd), molle (= zacht) en temperato (= gematigd) duidelijk hiernaar. Ik heb geen voorbeelden van het concitato-soort kunnen terugvinden in het werk van vroegere componisten, daarentegen wel van het molle en temperato. Toch beschrijft Plato dat concitato in het derde boek van zijn Rhetorica met deze woorden: 'gebruik die harmonie welke de woorden en stembuigingen van een dapper man in de strijd goed nabootst'. En omdat ik me ervan bewust ben, dat met name tegenstellingen ons gemoed beïnvloeden en dat dit het doel van alle goede muziek is zoals Boethius bevestigt als hij zegt dat ‘muziek is verbonden met onze zeden, ofwel ze siert of ze corrumpeert het karakter’, heb ik mijzelf met nogal wat inspanning en moeite ertoe gezet deze vorm opnieuw te ontdekken.

Monteverdi ten voeten uit. De tekst is Middeleeuws in het zich beroepen op autoriteit (Plato, Boethius), Renaissancistisch in de grote aandacht voor menselijke emoties en Barok in de rijkdom aan middelen waarmee Monteverdi zijn werk wil realiseren. Een gouden moment in de geschiedenis van de muziek.

Andere hoogtepunten op deze rijke cd: de madrigalen Hor che’l
ciel e la terra en het beroemde Lamento della ninfa, eveneens uit
het Libro 8 en het A dio, florida bella uit het Libro 6.
Bijzonder ook het slot van deze cd: Quando l’alba in oriente uit de
Scherzi musicali (1607) waarin zelfs de stralende opkomst van de
zon het moet afleggen tegen de schoonheid van de geliefde.
Een vondst ook de verschillende madrigalen aan elkaar te rijgen
met een aantal instrumentale sinfonia’s.

Direct al de eerste sinfonia, de sinfonia uit de derde akte van
L'Orfeo doet je je adem inhouden: zo adembenemend mooi had ik
dit stuk nog nooit horen uitvoeren. Hier hoor je hoe Monteverdi de muzikale taal van de late Renaissance veranderde van een intellectueel spel met het contrapunt in een emotionele, op de tekst gebaseerde, theatrale, maar zeker niet minder intellectuele kunst. En in een notendop laat deze cd dat alles perfect horen. Inderdaad: op een manier zoals waarschijnlijk alleen Italianen dat kunnen. Ronduit meesterlijk hoe bij Allessandrini en de zijnen emotionaliteit en analytisch vermogen samengaan.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links