CD-recensie
© Gerard van der Leeuw, oktober 2024 |
‘A good composer, not a brilliant composer but he was capable of beautiful variety and invention'. (Ton Koopman) Niet iedereen zal bekend zijn met Conrad Friedrich Hurlebusch (1681-1765). Ik was een beetje vertrouwd met zijn naam en werk vanwege zijn bijrol in de biografie van Bach en door een drietal cd's. En nu is er dan een prachtige dubbel-cd met zijn in Hamburg uitgegeven werken voor klavecimbel:
De uitgave kon je indertijd in Leipzig kopen bij Johann Sebastian Bach! Bach zal Hurlebusch in 1727 in Hamburg hebben leren kennen en Hurlebusch heeft hem in 1735 in Leipzig een bezoek gebracht. Een Concert in a-klein kende ik van de cd Baroque Concerti from The Netherlands van Jed Wentz.(1) En van twee Bis-cd's gewijd aan de muziekcollectie van Leufsta Bruk kende ik een suite en een cantate. Hurlebusch werd eind december 1691 in Brunswijk geboren, waar zijn vader organist en hulppredikant was. Van hem zal hij zijn eerste muzieklessen gehad hebben. In zijn jonge jaren reisde hij heel wat af: Hamburg, Wenen, Venetië, Rome, Bayreuth, München, Stockholm, Dresden, om dan in 1743 te belanden in Amsterdam, waar hij tot zijn dood in 1765 organist aan de Oude kerk was. Of, zoals musicoloog Rudolf Rasch ooit schreef: 'Door zijn kosmopolitische verleden was hij bij uitstek in de gelegenheid om verschillende Italiaanse muziekstijlen te leren kennen (Corelli, Vivaldi) en te integreren in zijn composities. Later werk van Hurle-busch laat zien dat hij openstond voor nieuwe ontwikkelingen in de muziek, met name voor de galante stijl van de jaren 1730 en 1740. '(2) Zijn in Hamburg uitgegeven boek met klavierwerken bestaat uit twee delen met een nagenoeg gelijke opbouw: op drie suites volgen een tweetal Fuga's en een Toccata. In het eerste deel is de eerste suite vervangen door een Minuetta con variazioni . In het tweede deel wordt de afsluitende Toccata gevolgd door een losse bekronende Fuga. In het eerste deel vinden we voornamelijk mineur toonsoorten in het tweede deel majeur toonsoorten. In het tweede deel worden twee suites niet geopend met een Franse ouverture maar met een Sonata. Een overzicht:
De dansen zijn onveranderlijk aangeduid in het Italiaans: De bundel is opgedragen aan koning Frederik van Zweden en opent met een in het Italiaans gestelde opdracht: Alla sacra real Maesta di Federigo, Re di Suezia, de Gothi e de' Vandali, Margravio di Hessen-Cassel. Volgt, in het Frans, een Au Lecteur waarin Hurlebusch zich afzet tegen een eerdere uitgave van deze stukken door Gerhard Fredrik Witvogel, de organist van de Lutherse Nieuwe Kerk in Amsterdam: ‘il est assez connû que ce faux copiste n'a pas eu plus de respect pour les ouvrages de Messieurs Tartini, de Santis, Hendel, Quantz, et plusieurs autres, que pour les mieus .'(3) Volgt het Minuetta con variazioni, een compositie waar Hurlebusch terecht trots op kon zijn:
De uitvoering van dit alles door de Italiaanse klavecinist Fernando De Luca, die zelf de toelichting bij de cd schreef, voldoet aan hoge eisen. Hij bespeelt een copie van een instrument van Blanchet uit 1754 en weet deze muziek uitstekend tot leven te wekken. Ook de opname mag er wezen en dat is met klavecimbel-muziek lang niet altijd het geval. En Hurlebusch? Zijn muziek zit vol verrassingen. Luister alleen al eens naar zijn eerste Toccata, vol met de meest gewaagde chromatiek:
__________________ index |
|