CD-recensie

 

© Gerard Scheltens, maart 2008


 

Scott: Celloconcert - Symfonie nr. 1 in G.

Paul Watkins (cello), BBC Philharmonic o.l.v. Martyn Brabbins.

Chandos CHAN 10452 • 58' •

 

 

 


Twee zeldzaamheden van een - althans buiten Groot-Brittannië - toch al zelden uitgevoerde componist. Toen Cyrill Scott (1879-1970) in 1937 zijn celloconcert aan het papier toevertrouwde, gold hij als ouderwets en oubollig. Hij was toen 58 en had nog 33 jaar te leven! Het concert, bedoeld voor Beatrice Harrison die ook nauw verbonden was met de celloconcerten van Delius en Elgar, trok niemands belangstelling. Het werd toen niet gespeeld en later ook niet. Pas na 70 jaar kwam het eindelijk tot leven, toen Paul Watkins het stof van de partituur afblies.

Wat blijkt! Er is niets oubolligs aan. Zonder dat we nu direct van een onvergankelijk meesterwerk hoeven te spreken: dit concert is vol sfeer, niet bepaald avant-gardistisch, maar toch ook niet ouderwets voor de tijd van ontstaan. Bepalend is het lange eerste deel, dat aantoont waar Scott zijn inspiratie vandaan haalde: Debussy, Ravel, Delius en Vaughan Willams. Een eclecticus dus, maar wel eentje die in staat was tot sfeerrijk en spanningsvol instrumenteren. Het lange openingsdeel heeft een wat rapsodisch karakter, met een sfeervol en effectief gebruik van celesta en strijkers con sordino en een mooie lyrische solopartij. Het eindigt met een over drie octaven naar beneden tuimelend, adembenemend glissando. Als middendeel fungeert een cadens-achtig Intermezzo. Het gaat naadloos over in een dansante, ritmisch gecompliceerde finale, die na opnieuw een 'Quasi cadenza' zomaar opeens uit is.

Paul Watkins, die bij de Proms van 2007 op de televisie kwam met het Elgar-concert en ook weleens bij een Zaterdagmatinee in Amsterdam is opgetreden, heeft een mooi sonore cellotoon. Hij heeft duidelijk liefde voor dit verwaarloosde werk opgevat. Vergelijkingen met andere interpreten zijn natuurlijk niet mogelijk, maar onbekende muziek kan alleen indruk maken onder optimale condities en dat is hier het geval.

Het geldt ook voor Scott's Eerste symfonie die voorbeeldig wordt uitgevoerd, maar dat kan dit jeugdwerk niet redden. Het is nooit uitgevoerd - laat staan opgenomen - maar het manuscript werd teruggevonden in Melbourne, waar Percy Grainger het lang geleden goed had opgeborgen. Twee ontbrekende pagina's werden door de musicoloog Leslie De'Ath gereconstrueerd. Je moet wel een diehard Cyrill Scott-adept zijn om het belang van deze onderneming in te zien, want deze vierdelige symfonie uit 1899, opgedragen aan Stefan George, heeft weinig te bieden. De vorm is traditioneel vierdelig, waarbij de finale een thema met variaties is. Dat Scott (net als Roger Quilter en Percy Grainger) deels in Duitsland is opgeleid is wel te horen. Ook toont hij zich bepaald niet ongevoelig voor de muziek van het Russische Machtige Hoopje, zoals in het scherzo (derde deel) waarin Borodin zich laat horen. Het klinkt allemaal best aardig en aangenaam, maar ook wijdlopig en volstrekt onbelangrijk. Maar dat celloconcert... dat is écht een verrassing.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links