CD-recensie

 

© Gerard Scheltens, november 2021

Nikolaj Miaskovski - Vocal Works Vol. 1

Miaskovski: Notebook of Lyrics op. 72 - Romances on Verses by Mikhail Lermontov op. 40 - Vioolsonate in F, op. 70

Tatiana Barsukova en Elizaveta Pakhomova (sopraan), Marina Dichenko (viool) , Olga Solovieva (piano)
Opname: mei 2007, Theater- en Concertcentrum, Moskou (op.70); april-juni 2015, Russisch Radiohuis, Moskou (op.72); februari 2020, Productiecomplex Geluidsstudio Mosfilm, Moskou (op. 40)
Toccata Classics TOCC 0355 • 69' •

   

Het geweten van de Russische muziek (titel van de Miaskovski-biografie door Gregor Tassie) componeerde niet alleen 27 symfonieën in diverse soorten en maten, 13 fraaie strijkkwartetten, een schitterend celloconcert in bruine herfsttinten en een door Oistrach ten doop gehouden vioolconcert, maar ook schreef Nikolai Jakovlevitsj  Miaskovski een behoorlijke hoeveelheid vocale muziek, die zo mogelijk nog onbekender is dan het hierboven opgesomde rijtje.

Opnamen van Miaskovski's werken verschijnen mondjesmaat. Alle symfonieën zijn ooit door Svetlanov opgenomen en alle kwartetten door het Taneyev Quartet. Van dat celloconcert en de twee even herfstige cellosonates zijn met enige regelmaat opnamen voorbijgekomen, maar een repertoirekanon of hitmachine kunnen we Miaskovski bepaald niet noemen. Daarvoor zal zijn idioom, dat zich na een experimentele periode decennialang bewoog in de behoudende sfeer waarin hij zich het prettigst voelde, zich nooit lenen. Hij wisselde persoonlijk getuigende symfonieën af met Sovjet-getrouwe en kreeg diverse Stalin-prijzen. Toch behoort ook hij (met Sjostakovistj, zijn vriend Prokofjev en zijn leerlingen Moeradeli en Katsjatoerjan) tot de componisten die in 1948 te maken kregen met de beruchte Zjdanov-processen op beschuldiging van muzikaal formalisme - een nietszeggend begrip dat niet meer betekent dan dat de communistische heilsboodschap er niet in doorklonk.

Het instrumentale werk mag dan af en toe hier en daar opduiken, de meer dan 100 liederen van Nikolai Miaskovski zijn nog een onontgonnen gebied. In 2020 verscheen de vroege liedcyclus Madrigal, vijf liederen op gedichten van Konstantin Balmont, mooi gezongen door de sopraan Hibla Gerzmava met op piano Ekaterina Galelina op een Melodiya-cd met liederen van ook andere Russische componisten.

De nieuwe Toccata-cd, die het begin moet worden van een reeks met alle vocale muziek van Miaskovski, reconstrueert een concert in Moskou in 1948 waarbij de liedcyclus op. 72 en de vioolsonate op. 70 in première gingen en ook de Lermontov-liederen op. 40 uit 1935-1936 werden uitgevoerd. Miaskovski voelde een grote affiniteit met Mikhail Lermontov en dat is te horen. Het begint erop te lijken dat deze (te vaak) als vergeeld en stoffig beschouwde componist zijn allerpersoonlijkste en intiemste inblazingen toevertrouwde aan het liedgenre. Deze cyclus van twaalf liederen van in totaal ruim een halfuur is een aaneenschakeling van evocatieve miniaturen in een breed scala van stemmingen. De romantische onderwerpen op zichzelf verrassen niet: afscheid, eenzaamheid, liefde, hartstocht, verlangen, dood. Natuurlijk is deze muziek niet denkbaar zonder het fundament van de 'romances' van Glinka, Balakirev, Borodin, Moesorgski en Tsjaikovski en het cd-boekje gewaagt ook van Brahms, Schubert, Schumann, Wolf en Richard Strauss (haal de hele wereld er maar bij...), maar Miaskovski heeft hier zijn eigen melancholieke toon, zowel in de melodie van de zangstem als in de subtiele pianopartij. Een onverwacht hoogtepunt in zijn oeuvre en in de Russische liedkunst. Sopraan Elizaveta Pakhomova heeft een mooi soepele stem en voordracht, al zou een persoonlijkheid van het kaliber Gerzmava (van bovengenoemde cd) nog meer van de emotionele lading kunnen overbrengen.

De liedteksten van de andere cyclus, op. 72, zijn gedichten die Mira Mendelson had opgedragen aan Prokofjev, wiens tweede vrouw zij was. In de periode dat de boezemvrienden Prokofjev en Miaskovski met Mira door de bossen rond hun datsja dwaalden om paddestoelen te zoeken, componeerde Miaskovski dit zestal liederen. Twee ervan zijn Mira's vertalingen van gedichten van Robert Burns die in Rusland vrij populair was, maar Miaskovski zag af van elke verwijzing naar Schotland. De cyclus zelf is niet gebouwd op tegenstellingen, maar op het opbouwen van een climax. Elk lied gaat in emotioneel opzicht een stapje verder. Sopraan Tatiana Barsukova heeft een vrij dunne stem en dat betekent dat ze meer ingénue klinkt dan Pakhomova, maar ook dat ze minder surplus heeft voor de emotionaliteit van deze cyclus. In het hoog wordt de stem licht geforceerd.

De cd wordt afgesloten met de vioolsonate, die in tegenstelling tot de beide cellosonates (Miaskovski's meest opgenomen werken) net zo onbekend is als de liederen. De tweedelige structuur is niet 'des sonates'. Na een emotioneel openingsdeel dat uit de school van César Franck had kunnen zijn, gebouwd op één lange gewelfde melodie, start een thema met twaalf variaties plus coda in een bonte afwisseling van stemmingen.

In de uitvoerige en zorgvuldige toelichting vertelt Yuri Abdokov hoe Miaskovski ontevreden was over deze sonate en er eindeloos aan bleef schaven 'in nauwe samenwerking met David Oistrach', voor wie dit werk bedoeld was. Diens leerling Yakov Soroker vertelt in zijn Oistrach-biografie het verhaal toch een nuance anders. Oistrach, die Miaskovski's vioolconcert in 1939 in première had gebracht, vaak had gespeeld en ook had opgenomen (met dirigent Alexander Gauk), had er grondig genoeg van gekregen. Op een bepaald moment wilde hij het niet meer spelen. Nu weer een vioolsonate van Miaskovski? Daaraan had hij helemaal geen behoefte. Toen hij de zoveelste wijziging ging bekijken die de componist was komen bezorgen, mompelde Oistrach mistroostig: "helaas... dit gaat niet helpen...". Hij heeft het werk nooit gespeeld.

Marina Dichenko en Olga Solovieva spelen de sonate in de niet eerder uitgevoerde 'nu echt' definitieve versie. Zij doen er alles om aan te tonen hoe de grote Oistrach ernaast had gezeten. De door Miaskovski nagestreefde naadloze eenheid van piano en viool komt in hun vertolking perfect tot zijn recht en de uitbundige coda is de apotheose van de hele cd. Daarvan is de uitstekende pianiste Solovieva de ster en de samenbindende factor.

Ik ben benieuwd naar de volgende deel van deze reeks. Hier worden onbekende maar verrassende lagen aangeboord van een toch al ondergeschoven oeuvre.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links