CD-recensie

 

© Gerard Scheltens, februari 2020

André Mathieu - Arrangements for two pianos by Achilleas Wastor

Rhapsodie romantique - Concertino nr. 2 op. 13 - Concert nr. 3 in c, op. 25 (Concerto de Québec)

Alain Lefèvre en Hélène Mercier (piano)

Warner 019029548 • 66' •

Opname: april 2019, Domaine Forget, Québec (Canada)

   

Een tragisch stukje muziekgeschiedenis. Een door iedereen toegejuicht pianospelend en componerend wonderkind, een talent door Rachmaninov uitgeroepen tot zijn opvolger... en daarna volkomen vergeten. De Werdegang van René André Rodolphe Mathieu (1929-1968) intrigeert. Was hij een raadselachtig, miskend genie? Of een terecht vergeten, vroeg opgebrand wonderkind dat ten onder ging aan te hoge verwachtingen?

Het cd-boekje kent geen twijfel. De kop Le héros oublié du Québec spreekt boekdelen. Nog zo een: de Canadese Mozart... Alain Lefèvre en Hélène Mercier, voortreffelijke Frans-Canadese pianisten, zijn in de liner notes niet bang voor een stoutmoedige vergelijking. Het object van hun adoratie was een vroegrijp wonderkind. André's vader Rodolphe Mathieu - die ik maar even uitroep tot de Canadese Leopold Mozart - was zelf componist en muziekleraar. Hij onderkende het talent van zijn zoon en nam het muzikale onderricht van de fenomenale kleuter met dwingende kracht ter hand. Op vierjarige leeftijd schreef André zijn eerste compositie en in zijn zesde jaar gaf hij zijn eerste recital in Montreal. Hij was zeven toen hij voor het eerst op de radio kwam met zijn Concertino nr. 1 voor piano en orkest.

Hij vertrok met een beurs naar Parijs, volgde lessen bij Yves Nat en gaf recitals die zijn reputatie van de Canadese Mozart vestigden. Nog voor zijn tiende verjaardag lag Parijs aan zijn voeten.

Terug in Canada maakte hij verder furore. Hij trok naar de VS, trad op in Carnegie Hall en won in 1941 de eerste prijs bij de New York Philharmonic Young Composers Contest. Rachmaninov benoemde hem tot zijn 'opvolger', Albert Einstein verklaarde zich tot zijn bewonderaar, evenals cosmeticakoningin Elizabeth Arden.

Al in 1946 begint het succesverhaal te kantelen. Zeventien jaar oud was Mathieu terug in Parijs, voor hem de navel van de muzikale wereld, maar de ontvangst was niet bepaald met open armen. De vooroorlogse successen waren te lang geleden en vergeten. Hij ging studeren bij Honegger, maar diens lessen bevielen hem niet. Hij had weinig te doen, zat zonder geld, verveelde zich en vluchtte in de drank. Al na een jaar keerde hij gedesillusioneerd terug naar Montreal, waar hij nog even kon teren op zijn oude successen. Toch kwam zijn naoorlogse carrière ook in eigen land niet meer op de rails. Al spoedig verviel hij in alcoholisme, depressies en zelfdestructie. De critici die hem eerder de hoogte in hadden geprezen, maakten dit talent-aan-lager-wal tot een geliefd mikpunt van spot. Naar hun smaak componeerde hij hopeloos ouderwets, want laatromantisch. Hij trouwde in 1960, maar het huwelijk was van korte duur. In 1968 werd het drama compleet door zijn plotselinge dood op 39-jarige leeftijd..

Het is de tragiek van een talent dat te vroeg piekte en een karakter dat niet opgewassen was tegen tegenslagen in het leven. Aanvankelijk werd André Mathieu van alle kanten bewierookt, maar toen de verwachtingen niet werden waargemaakt liep de in alcohol gedrenkte tweede helft van zijn leven uit op totale vergetelheid. Zijn muziek verdween spooorloos, ook letterlijk, want veel ervan is niet bewaard.

Ook als uitvoerend kunstenaar heeft hij weinig herinnering nagelaten. Hij schijnt een begenadigd pianist geweest te zijn, maar na 1955 trad hij niet meer op en plaatopnamen zijn er niet.

Er bestaat alleen een privé-opname uit 1950 van het Vierde pianoconcert op 78 toeren. Alain Lefèvre kreeg die in 2005 min of meer bij toeval in handen, zodat de partituur gereconstrueerd kon worden door de musicoloog Gilles Bellemare. In 2008 nam Lefèvre dit concert uit ongeveer 1947, op met het Tucson Symphony Orchestra (te vinden op Spotify).

Volgens Lefèvre zouden we een oorspronkelijk werk moeten horen, in een krachtige persoonlijke stijl. Ik hoor vooral brede laatromantiek, veel Rachmaninov, zowel in de melodiek en harmoniek als in de behandeling van de pianistiek, De orkestratie lijkt soms wat onbeholpen, maar dat kan liggen aan de moeizame klus die de reconstructie geweest moet zijn. Maar dankzij de uitstekende uitvoering van Lefèvre en dirigent George Hanson is dit melodieënrijke epigonenwerk wel heel genietbaar en bij vlagen zelfs meeslepend. Er zit in deze muziek een quasi-improviserend element dat aanspreekt. Lefèvre zegt Mathieus composities al tientallen jaren te spelen en als iemand hiervoor een lans kan breken, is hij het.

Maar nu over Lefèvres nieuwe cd, die hij opnam met de even voortreffelijke Hélène Mercier. De Frans-Canadese pianisten hebben zich opgeworpen als de kampioenen van de vergeten held van Québec. In een vraaggesprek in de liner notes vertellen ze over hun miskende idool. Ze geven hoog op van zijn compositorisch oeuvre. Zij zoeken de verklaring voor Mathieus teloorgang in het feit dat vader Rodolphe hem weinig rust gunde en in feite zijn eigen ambities najoeg - waardoor hij ook nog jaloers werd op het talent van zijn zoon. Wie weet is het waar, maar ook karakterologische factoren zullen een rol gespeeld hebben.

Ook hier gaat het om pianoconcerten, maar die zijn voor deze opname gearrangeerd voor twee piano's door de Griekse pianist Achilleas Wastor. Je kunt je je afvragen of dat gebeurde omdat er geen symfonieorkest en dirigent te vinden (te betalen?) waren om aan de opnamen deel te nemen, maar de bewerkingen klinken goed en Lefèvre en Mercier behoren tot de fine fleur van zowel het Franse als het Canadese muziekleven. Het pianoduo zet zich met hartstocht in voor deze muziek.

De Rhapsodie Romantique is in feite het langzame deel van het bovengenoemde Vierde pianoconcert. De titel zegt het al: rapsodisch en romantisch. Wie van Rachmaninov houdt zal dit dromerige stuk zeker waarderen, maar misschien uiteindelijk toch de voorkeur geven aan de ideeënrijkdom van de geniale Sergej Vasiljevitsj zelf. Dat geldt nog meer voor het Concert nr. 3, dat ook (on)bekend is onder de naam Concerto Romantique of Concert de Quebec.

Hoezo Canadese Mozart? Canadese Rachmaninov zul je bedoelen... Maar toch! Naast al dit welluidende epigonenwerk staat ook een verrassing op deze cd: het energieke Concertino nr. 2, dat de 12-jarige Mathieu componeerde in 1941en dat hem in dat jaar de prijs van de New York Pilharmonic had opgeleverd.

Hier combineert hij de Rachmaninov-sfeer (hier vooral die van de Symfonische Dansen) met Franse invloeden van Franck en Fauré, met vlagen Richard Strauss en zelfs flarden (pseudo)-jazzy ritmen en melodietjes tot een flitsend en verfrissend, en pianistisch briljant concert.

Voor mij maakt dit de naam André Mathieu de moeite waard.


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links