CD-recensie

 

© Gerard Scheltens, juni 2016

 

Van Gilse: Pianoconcert "Drei Tanzskizzen" - Variaties op een St. Nikolaasliedje

Oliver Triendl (piano), Netherlands Symphony Orchestra (Orkest van het Oosten) o.l..v. David Porcelijn

CPO 777 934-2 63'

Opname: mei 2014, Muziekcentrum Enschede

 

 
 
Jan van Gilse

De levensgeschiedenis van Jan van Gilse (1881-1944) is zo langzamerhand welbekend, dankzij biograaf Hans van Dijk. Ook zijn vrouw Ada deed de fameuze Utrechtse vete Jan van Gilse-Willem Pijper ooit in een lijvige paperback omstandig uit de doeken, vanuit haar perspectief. Dat de sarcastische Pijper zijn zelfvertrouwen grondig heeft ondermijnd staat wel vast, maar of de strijder en idealist Van Gilse nu echt zo miskend was in zijn rol als dirigent, staat nog te bezien. Bij gebrek aan opnamen van zijn dirigeerkunst zullen we het nooit echt weten, een manco dat trouwens ook geldt voor andere, soms omstreden, vooroorlogse dienaars van de bâton. Ik had Cornelis Dopper, Evert Cornelis of Henri van Goudoever wel eens willen horen dirigeren om te kunnen bepalen hoe terecht of onterecht de oordelen van hun tijdgenoten zijn...

Als componist komt Jan van Gilse steeds meer uit de schaduw. Al wacht de opera Thijl (in 1976 deels door de AVRO uitgezonden en in 1980 door de Nederlandse Opera Stichting scènisch opgevoerd) nog altijd op een reprise, zijn laatromantische, door Mahler beïnvloede symfonieën staan op cd dankzij het Orkest van het Oosten onder David Porcelijn. Die is na het pionierswerk van Anton Kersjes dé voorvechter geworden van Van Gilses symfonisch oeuvre.

Deze nieuwe cd biedt een voortreffelijke uitvoering van Van Gilses merkwaardige pianoconcert . Het stamt uit 1927, de opwindende periode waarin Stravinsky, Prokofjev, Ravel, Milhaud en vele anderen gretig aan het experimenteren waren met nieuwe vormen, antiromantisch, neoklassiek, jazz. Jan van Gilse componeerde geen concert in de klassieke zin, maar een soort danssuite voor piano en orkest in drie delen, "een met moderne middelen gebruikte symfonische parafrase over dansmuziek", zoals hij zelf schreef. In een super-eclectische stijl komen associaties aan Richard Strauss (Le bourgeois gentilhomme, Johan Strauss (de Hommage in het tweede deel), Ravel, Stravinsky en Gershwin voorbij. De piano gaat ons voor in een zwierig werk waarvan de vaak lichtelijk dissonante akkoorden een indruk geven van wat Van Gilse zag als 'moderne muziek'. Het was nieuw voor een componist die tot dan toe het idioom van de laatromantiek zelden verlaten had. Onderhoudend zijn deze 40 minuten wel, maar toch lijkt dit omarmen van ongewone vormen ook een beetje geforceerd. Het derde en laatste deel heet Quasi Jazz en dat is de spijker op de kop: meer quasi dan jazz.

De Variaties op een St. Nikolaasliedje zijn ouder (1910) en klinken veel behoudender en ingetogener. Zie ginds komt de stoomboot levert het thema voor een reeks welluidende en vakbekwame variaties. Beide werken hebben gemeen dat Van Gilse zich een meester toont in instrumentatie, maar ook dat ze niet helemaal stoplapvrij zijn.

Die zwakke plekjes weet het Orkest van het Oosten met vele manteltjes der liefde te bedekken. Solist Oliver Triendl, een specialist in onbekend repertoire, geeft zijn piano energiek en aanstekelijk van jetje en de mooie solo's van Carla Leurs (viool) en René Geesing (cello) geven extra kleur aan het derde deel van het pianoconcert. Het door politiek en subsidiegevers gemangelde orkest laat zich wéér niet kisten en levert de zoveelste, hopelijk nog lang niet laatste, aflevering af in een fraaie en onmisbare CPO-reeks van Nederlandse muziek met David Porcelijn. Ga door!


index

Home  -  Actueel  -  Audio  -  Muziek  -  Video  -  Boeken  -  Links