Laat ik de namen van deze vijf instrumentalisten even apart noemen: Herman van Kogelenberg (fluit), Hans Wolters (hobo), Marcel Geraeds (klarinet), Remko Edelaar (fagot) en Fons Verspaandonk (hoorn) vormen sinds 1997 het Farkas Quintet Amsterdam. Omdat deze uitstekende blazers lid zijn van meer ensembles en hun hoofdbaan hebben bij symfonieorkesten, zijn ze in deze samenstelling niet al te vaak te horen. Toch wel jammer, want deze cd met een 100% Frans programma smaakt naar meer.
Le Tombeau de Couperin kennen we in Ravels eigen versies voor piano en voor kamerorkest. Het Farkas Quintet maakte een eigen bewerking voor vijf blazers en liet de strijkers weg. Is dat verantwoord? Wie kan de meesterlijke instrumentaties van Ravel naar de kroon steken? Toch vind ik deze bewerking overtuigend. De aantrekkelijke neoklassieke stukken klinken op deze manier wat minder vloeiend en behaaglijk, maar des te puntiger.
In dezelfde sfeer schreef Darius Milhaud in 1939 de suite La cheminée du roi René (De haard van koning René) voor Calvacade d'amour, een rolprent van Raymond Bernard waaraan ook Arthur Honegger en Roger Désormière bijdragen leverden. De zeven korte stukjes zijn net zo neoklassiek als die van Ravel, maar dan wel polytonaal zoals van Milhaud te verwachten valt. De suite is niet erg bekend - Milhauds uitgebreide oeuvre mag zich trouwens sowieso weinig in de Nederlandse belangstelling verheugen - maar alleen al de afsluitende, sfeervolle Madrigal nocturne zou populair mogen zijn.
Ter afsluiting speelt het Farkas Quintet het eerste blaaskwintet uit 1948 van Jean Fran çaix. Hij schreef er twee, plus nog heel wat meer blazersmuziek. Zijn werk is altijd zo spits, humoristisch en virtuoos, dat het wel eens gaat irriteren. Al dat onophoudelijke buitelende gekwinkeleer wordt mij wel eens te veel. Maar niet nu! Ik heb genoten van twintig minuten knap gecomponeerde speelsheid die van elk instrument de kenmerkende eigenschappen weet uit te buiten. Vooral deel 3 (Tema con variazoni) zit schitterend in elkaar. En het Farkas Quintet grijpt alle kansen aan om deze muziek te laten schitteren. Elk individueel lid van het vijftal ontlokt een virtuoze pregnante klank aan zijn instrument, maar ze laten die ook met elkaar versmelten tot een naadloze 'eenheid in verscheidenheid'. Mooi!
|