CD-recensie
© Gerard Scheltens, januari 2021 |
L'Énigme heet de cd van de pianist Steven Vanhauwaert, een jonge Belg die al jaren in de Verenigde Staten woont. Het 'raadsel' slaat op Ferruccio Busoni (1866-1924), de pianovirtuoos die we kennen van zijn gecompliceerde Bach-bewerkingen. Die waren ooit waanzinnig populair en betekenden voor velen de kennismaking met Bach, maar in de 'historisch geïnformeerde' wereld van na de Tweede Wereldoorlog golden ze lang als ontoelaatbaar. Tegenwoordig 'mogen' ze weer, al worden ze misschien meer beschouwd als curiosa dan als noodzakelijke vehikels om Bach te leren kennen, de waarde die er een eeuw geleden aan gegeven werd. Busoni de componist 'in his own right' heeft geleden onder de reputatie van Busoni de Bach-bewerker. Terwijl die twee natuurlijk niet los zijn te zien van elkaar. Zijn laatromantische composities zijn doordrenkt van Bach. En daarnaast geldt hij als een pianofenomeen, een van de grootste virtuozen sinds Liszt. Minder bekend is dat hij ook als muziektheoreticus school heeft gemaakt met een geheel eigen harmonische toontaal die nieuwe paden durft in te slaan en af te wijken van de bekende structuren, al blijft zijn voorkeur voor Bachs contrapunt een opvallende eigenschap. Hij was een visionair die veel meer is dan de laatromantische klavierleeuw waarvoor hij wel versleten wordt. Het quasi-inproviserende karakter van deze muziek blijft zorgen voor verrassingen, Niets lijkt vast te liggen, het raadsel blijft. Geoffrey Douglas Madge speelde voor Philips ooit Busoni's complete pianowerken. Voor deze dappere daad verdiende hij grote dankbaarheid, maar het was al in 1987. Niet dat daarna in 34 jaar niets is gebeurd, maar Busoni's gevarieerde pianowerk is nog steeds niet meer dan een voetnoot in de muziekgeschiedenis. Tijd dus voor een herleving van dit bijzondere oeuvre. De stukken die Steven Vanhauwaert koos voor deze cd tonen Busoni van zowel zijn virtuoze als zijn meer introspectieve kant. Van zijn reeks Élégies uit 1908 zijn de eerste en de laatste opgenomen als begin en einde afsluiting van de cd. Nummer 1 Nach der Wandlung vormt als harmonisch raadselachtig stuk een passende opening voor een programma dat schuilgaat onder de paraplu Enigma. Een andere kant van Busoni horen we in de vier delen van het Indianisches Tagebuch uit 1913-14, waarin volksmuziek van de 'native Americans' op een toegankelijke manier wordt vermengd met hints van eigentijdse muziek, om in het vierde stuk Maestoso ma andando uiteindelijk uit te lopen op toch weer Bach, de invloed die bij Busoni nu eenmaal door alles heen komt. In de Fantasia nach J.S. Bach BWV 253 volgt Busoni zijn grote voorbeeld, maar met een eigen busoniaanse harmoniek in de baskant. En uiteraard domineert Bach, en dan in het bijzonder Die Kunst der Fuge , ook de grote twaalfdelige Fantasia Contrappuntistica, waarin de muziek samensmelt tot een bijzondere synthese van barok en romantiek in fuga's en variaties in allerlei stijlen, met een bijzondere, veeleisende pianistische techniek en sterke wisselingen in ritme en dynamiek die je voortdurend op het verkeerde been zetten. Jammer dat in dit stuk van ruim een half uur de verschillende onderdelen niet zijn geïndexeerd in aparte tracks. Voor wie analyserend luistert zou dat handig zijn. Maar je kunt je ook laten meevoeren in de continue maalstroom van invallen en gedachten die tenslotte majesteitelijk uitstroomt in Corale en Stretta. De afsluitende Elegie nummer 7 Berceuse is exemplarisch voor Busoni's bijzondere, karakteristieke, pedaalgebruik. Hij laat de tonen uitzingen, als om de herinnering zo lang mogelijk vast te houden. Een goede keuze dus om dit stuk voor het laatste te bewaren. Steven Vanhauwaert is niet alleen een virtuoos pianist wiens beheersing van de techniek aan alle eisen voldoet (je verwacht niet anders bij een keuze als deze), maar hij heeft een bijzonder gevoel voor nuance en kleur. Het is niet makkelijk om je weg te vinden in zo'n schijnbaar doelloze maar in werkelijkheid heel doelgerichte tocht door een gebied vol afslagen en afleidingen. Ik hoop op meer Busoni van hem, want affiniteit met diens tastende, zoekende noten heeft hij zeker. Zijn Steinway trouwens ook, want de vleugel mag dan in een Vlaamse (romaanse) kerk zijn opgenomen, de akoestiek is direct en de klank mijdt het afdwalen evenzeer als de bespeler. index |
|